Hoofdstuk 13

1K 64 6
                                        

Toen de wedstrijd tegen Huffelpuf was aangebroken, had Farrah de galjoen nog steeds niet gelezen. Iets weerhield haar daarvan. Ze had ook gezwegen over de map van Fred en George en ze was niet meer in de nacht naar de leerlingenkamer geweest. Harry leek zijn interesse in zijn onzichtbaarheidsmantel te verliezen nu ze wisten wie Flamel was. Ze bedachten dat zolang Perkamentus in de buurt was, Sneep niets zou doen.

Farrah, Ron en Hemelien hadden voor de zekerheid de Vloek van Beentjeplak geoefend. Harry wist van niets en dat leek hen het beste. Farrah had voor de wedstrijd gauw haar toverstok in haar sok gestoken zodat ze hem er elk moment uit kon halen. Toen ze het veld op vlogen, zag Farrah dat Perkamentus bij de andere leraren op de tribunes zat. Nu zou Sneep Harry zeker niet durven vervloeken.

Farrah kreeg de kans niet eens om een punt te maken. De wedstrijd was amper bezig of Harry dook al achter de snaai aan, waarbij hij Sneep bijna van zijn bezem hielp. En toen stak hij triomfantelijk zijn hand in de lucht, wat betekende dat hij de snaai vasthad. De rest van het team was een beetje overweldigd. Minder dan vijf minuten, dit moest een nieuw record zijn.

Nadat ze allemaal waren geland zag Farrah dat Perkamentus iets tegen Harry zei. Ze kon niet goed liplezen en dus wist ze niet wat hij zei. Farrah zag Hermelien en Ron haar richting uit rennen. Ze omhelsden haar stevig en Farrah begon te lachen. Alle Griffoendors renden het veld op terwijl de Zwadderaars er triestig bij liepen.

'Harry heeft de snaai gevangen hoor, niet ik.' Hermelien gaf haar een por en keek naar Harry. Toen ze Perkamentus opmerkte keek ze haar nieuwsgierig aan.

'Wat zou hij tegen Harry zeggen?' Niemand gaf antwoord, ze zouden het straks wel vragen. Toen Perkamentus terug naar het kasteel liep, namen Fred en George Harry op hun schouders. Ze droegen hem naar de toren van Griffoendor, waar ze het feestje voortzetten.

Ook deze keer was het een geweldig feest. Iedereen bleef tot heel laat op en zelfs Hermelien zeurde niet over schoolwerk. De enige die er genoeg van leek te hebben, was Harry. Farrah zag hem wegglippen tussen de andere Griffoendors. Ze vermoedde dat hij zijn onzichtbaarheidsmantel ging halen om een nachttripje door het kasteel te maken en de rest van de avond zag ze hem niet meer.

Rond vier uur begonnen de eerstejaars af te druipen. Niet lang daarna begon iedereen naar bed te gaan, maar Farrah bleef in de leerlingenkamer tot Harry terug was. Het leek wel uren te duren, maar uiteindelijk vescheen hij plots naast haar en deed hij de mantel af. Zonder dat ze ook maar een woord zei begon hij uit te leggen wat hij had gezien. Hij zei dat Sneep informatie van Krinkel wou krijgen over de steen en over hoe hij langs het driekoppige beest moest geraken. Er waren blijkbaar ook meerdere beproevingen, maar Harry en Farrah hadden geen idee wat die zoal konden zijn.

Toen hij uitgepraat was, kreeg hij een vermoeide uitdrukking op zijn gezicht. Farrah zei dat hij beter wat kon gaan slapen en hij verdween de trap op naar de jongensslaapzaal. Farrah zelf barstte nu van de energie. Ze wisten nu zeker wat Sneep in zijn schild voerde, maar ze moesten het juiste moment afwachten voor ze iets deden. En dat kon ze niet. Het liefst zou ze direct iets hebben gedaan om Sneep tegen te houden, maar zolang professor Krinkel zweeg moesten ze zich geen zorgen maken. Maar ze wist dat dat niet lang meer kon duren.

De volgende morgen waren de Griffoendors niet meer zo in een feeststemming. Iedereen slenterde vermoeid naar de Grote Zaal, maar Hermelien werd juist energiek van het nieuws over Sneep. Terwijl Harry, Ron en Farrah worstjes opschepten, bleef zij maar doorpraten over wat de beproevingen konden zijn.

Farrah luisterde maar met een half oor, ze had niet zo veel zin om na te denken. Het enige wat ze wilde was een goed gevuld buikje. Na het eten keerden ze terug naar de leerlingenkamer waar ze nog wat huiswerk maakten. Toen Farrah klaar was en Hermelien zo klein mogelijk alle bijwerkingen van weerwolfbeten opschreef, liep ze naar de meisjesslaapzaal. Ze nam de galjoen van onder haar kussen en bekeek hem aandachtig. Ze was er klaar voor, voor wat dat dan ook precies mocht zijn. Ze draaide de munt om en las de ingekerfde tekst. Aan de randjes stonden in piepkleine letters Zwarts.

Het lot kan soms zo wreed zijn. Vergeet niet wie je bent, Farrah Esmee Zwarts.

Haar eerste gedachte was niet Zwarts, maar de eerste zin. Het lot kan soms wreed zijn, inderdaad. Ze kon de betekenis van haar ouders niet achterhalen. Was dit een soort bekentenis? Iets dat zij niet wist? Toen ze geen antwoord op die vragen kreeg van eender wie, vestigde ze de aandacht op de tweede zin. Haar achternaam was nog het minste van haar zorgen, het was het stuk over wie ze was dat haar deed denken aan Zwadderich. Bedoelden ze dat ze diep vanbinnen wisten dat Farrah een echte Zwadderaar was, of wilden ze haar vergeven voor de indeling?

De waarheid was dat deze munt haar geen stap dichter bracht naar antwoorden. Integendeel zelfs, het bracht haar alleen meer mogelijke antwoorden. Voor haar leek het een beetje op een meerkeuzetest, dat er nu meerdere mogelijke antwoorden waren, maar er nog steeds maar een juist was. Ze kon wel gaan schreeuwen, roepen, tieren, springen, vallen en weer opstaan maar het zou haar geen antwoorden bieden. Het enige wat het haar bood was een geruststellend gevoel, wat gek was. Ze was toch blij dat haar ouders iets hadden gestuurd... Als het ook daadwerkelijk van haar ouders kwam.

Farrah liep de trap weer af en zag dat Fred en George in een klein hoekje stonden, zonder Leo Jordaan in de buurt. Ze wilde de kans niet misslaan en dus liep ze naar hen toe. Ze keken haar even vragend aan en Farrah wees naar een stukje perkament op de tafel.

'Ik moet zeggen dat dat een indrukwekkend staaltje magie is... Maar jullie hebben het niet zelf gemaakt zeker?' Fred keek haar met grote ogen aan en George grijnsde breed. 'Laat mij ook eens kijken.' Fred liet zijn hand op het perkament rusten en nam het in zijn handen. Hij leek niet van plan te zijn om het aan Farrah te laten zien.

'Het is gewoon eens stuk perkament, hetzelfde als dat van de andere avond.' Farrah keek Fred met opgetrokken wenkbrauwen aan en nam het snel uit zijn handen. Ze liep naar de open haard en hield het stuk perkament boven de vlammen. De tweeling keek haar bang aan en Farrah lachtte.

'Dan kan ik het gewoon verbranden?' Farrah liep terug naar de tafel en gaf het stuk perkament terug aan Fred. 'Jullie laten het me vanavond zien', zei ze vastberaden. Voor één keer in hun leven spraken ze haar niet tegen en volgden ze haar met hun blik tot ze terug bij Hermelien, Harry en Ron zat. Ron keek haar verward aan en Farrah haalde haar schouders op.

'Je kent je broers toch? Altijd snode plannetjes...'

Confessions of being a Gryffindor: year 1 ~ Dutch Harry Potter fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu