Hoofdstuk 16

897 61 5
                                        

De volgende morgen bleek dat ze laat in de avond nog een brief hadden ontvangen van Charlie waarin ze afspraken wanneer ze Norbert zouden ophalen. Aangezien het om een illegale draak ging, mochten ze niet betrapt worden. Ze moesten Norbert dan ook zo stil mogelijk in de hoogste toren zien te krijgen die zaterdag om middernacht. Toen Farrah Rons hand bekeek, moest ze even slikken. Hij was twee keer zo dik geworden. Maar ze waren bang dat als ze naar madame Pinksteren gingen, ze de drakenbeet zou herkennen. Maar tegen de middag zat er niets anders op.

Zijn hand had een gifgroene kleur. Blijkbaar had de draak giftanden. Na de lessen gingen Harry, Hermelien en Ron bij hem op bezoek. Daar had Farrah direct spijt van, hij zag er verschrikkelijk uit. En niet alleen door de beet, maar blijkbaar was Malfidus langs geweest om 'een boek te lenen'. Eigenlijk kwam hij Ron gewoon uitlachen en dreigen te zeggen waardoor hij werkelijk was gebeten. 'O nee!' Ron kreunde ongemakkelijk. 'Charlie's brief zat in dat boek!' Ze hadden geen tijd om te antwoorden want madame Plijster stuurde hen de ziekenzaal uit. Ze besloten het erop te wagen en gewoon alles te doen zoals gepland. Er was te weinig tijd om nog een uil te sturen en bovendien hadden ze Harry's onzichtbaarheidsmantel.

Harry en Hermelien gingen nog even bij Hagrid langs om hem het nieuws te vertellen, maar Farrah wilde de draak even niet zien. Ze liep alleen terug naar de leerlingenkamer waar ze Marcel hielp met een opstel. De dagen daarna vlogen gelukkig voorbij en Farrah wenste Harry en Hermelien succes toen ze op weg gingen. Farrah stelde voor dat zij beter niet mee kon, het zou maar krap zijn om met z'n drie en een kist onder de mantel te moeten lopen. Farrah bleef rondhangen in de leerlingenkamer. Als Marcel er was geweest, dan konden ze een potje toverschaken en dan was Farrah niet zo eenzaam geweest.

Maar hij was nergens te bekennen en zijn pad ook niet. Na een tijdje roerloos op de sofa te liggen vielen haar ogen dicht en probeerde ze te weerstaan aan de heerlijkheid van dromen. Plots hoorde ze voetstappen en sprong ze op. Ze zag Harry, Hermelien en, ze had geen idee waarom hij ook op pad was geweest, Marcel. Aan hun gezicht kon Farrah al zien wat er was gebeurd. Ze waren gepakt en hadden een straf gekregen. Het leek er op dat Harry zijn onzichtbaarheidsmantel niet bij zich had en dat verontruste Farrah. Zonder die mantel leek de verleiding 's nachts rond te sluipen ineens veel minder aantrekkelijk en ondanks Ron die meermaals op haar tenen was gaan staan, had ze die tripjes wel leuk gevonden.

Farrah had medelijden met Harry. Iedereen haatte hem nu, zelfs de Ravenklauwen en Huffelpufs. Ze had gehoord hoe Harry had voorgesteld aan Plank om zich terug te trekken uit het Zwerkbalteam. Natuurlijk wilde Plank daar niets van weten, maar de rest van het team zei geen woord meer tegen hem en noemde hem alleen nog maar 'De Zoeker'. Farrah had gehoopt dat Fred en George nog wel normaal tegen hem zou doen, maar helaas. Marcel en Hermelien werden natuurlijk ook beledigd en boos aangekeken, maar minder. Op dat vlak had Harry brute pech dat hij zo bekend was.

Toen de examens om de hoek kwamen kijken, zag Farrah dat Harry een beetje opgelucht was. Hij had nu iets om zich op te focussen. Maar een week voor die tentamens hing hun zandloper even weer aan een zijden draadje, al was het maar even. Harry had Krinkel gehoord en zo te zien werd hij bedreigd. Ron wilde dolgraag wat rondneuzen, maar Harry en Hermelien wilden absoluut geen punten meer riskeren.

De volgende morgen ontvingen Harry, Hermelien en Marcel een briefje met de melding dat hun straf die avond om elf uur was. Dus namen ze die avond afscheid van Farrah en Ron en gingen ze op weg naar de hal. Zij en Ron speelden eerst een potje toverschaak en daarna gingen ze naar bed. Niet dat Farrah echt kon slapen. Ze probeerde te bedenken wat hun straf was, maar had werkelijk geen flauw idee. Het leek wel uren voor ze zich een beetje voelde wegzakken in de leegte. Maar het duurde niet lang. Voor ze het wist hoorde ze uit een hoek van de slaapzaal een luid gesnurk en schrok ze wakker.

Na een tijdje nam ze de galjoen onder haar kussen uit en verlichte het einde van haar toverstok. Ze had de munt al een hele tijd niet meer in haar handen gehouden en ondanks ze aan professor Anderling had beloofd elk teken van haar ouders te melden, was ze de munt niet gaan laten zien. Ze had het gevoel dat dit niet iets was dat ze met iemand hoorde te delen. Ook Hermelien wist er niet van. Ze wilde eerst ook zelf uitzoeken wat het precies betekende, want dat was haar nog steeds niet duidelijk.

Ze stak de munt terug weg en voelde aan het kettinkje om haar hals. Ook daar stond ze niet verder mee, ze wist nog steeds niet wie hem naar haar had gestuurd. En hoe lang ze er ook over nadacht, ze kon niemand bedenken. Ze had een tijdje gedacht dat Lucy of Draco het cadeau had gegeven, maar ze wist dat dat niet het geval was. En ookal probeerde ze er niet eindeloos aan te denken, haar nieuwsgierigheid nam de overhand. Ze was ook zo vaak op zichzelf gaan nadenken over de beproevingen om bij de Steen te komen, dat ze haar nieuwsgierigheid alleen maar macht had gegeven.

En ergens tussen al dat denken door, viel ze eindelijk in een droomloze slaap.

(A/N)

De mijne is ook expecto patronum...

-Aynixx

Confessions of being a Gryffindor: year 1 ~ Dutch Harry Potter fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu