Hoofdstuk 7

75 10 41
                                    

Leander zegt fronsend: "Breng hem maar hierheen, voordat straks hetzelfde weer gebeurt. Ik houd hem hier wel even rustig mee."

'Hier' is een set handboeien en Renée kijkt er argwanend naar. Het doel heiligt wel heel erg de middelen hier. Volgens haar heeft Hille net zo weinig verkeerd gedaan als zijzelf, maar ondertussen is hij twee keer platgespoten én in elkaar geslagen door twee krachtpatsers. De twee dommekrachten slepen hun slachtoffer ondertussen naar de bank en laten hem er onverschillig op ploffen. Leander grijpt de pols van Hille die omlaag valt en verbindt die met de poot van de bank.

Menno zit ernaast en duikt instinctief in elkaar, al krijgt zijn gezicht wel weer wat meer kleur.

Renée loopt kalm naar de stoel toe waar ze eerder zat en gaat er zitten alsof er niks aan de hand is. Ze heeft het gevoel dat er niet heel veel anders is wat ze kan doen.

Net als iedereen van alle commotie is bekomen en Leander op het punt staat om met Menno in gesprek te gaan, worden ze onderbroken.

Een slanke vrouw, van tussen de veertig en vijftig jaar, verschijnt vanachter de schuifdeuren. Ze schuift een dikke donkere vlecht over haar schouder naar achteren. Renée valt een unieke streep grijs haar op die in een pijlpunt vanaf haar voorhoofd begint en is verbaasd door haar verschijning. Eerlijk gezegd had ze niet gedacht dat er zich - behalve de haar ondertussen bekende personen - nog iemand op deze verdieping zou bevinden.
Naar haar idee moest alleen de andere vrouw, degene van minimaal zestig jaar met de omvangrijke gestalte zich daar nog bevinden. Maar dat heeft ze ontegenzeggelijk verkeerd gedacht.

Leander heeft duidelijk een binnenpretje als hij naar de vrouw kijkt. Hij zegt genietend: "Ah, daar hebben we Emine. Welkom! Wil je je bij ons voegen?"

De vrouw kijkt aarzelend naar het groepje voor haar en strijkt onwennig over haar kleding.

Ze loopt met een rechte rug naar een lege stoel toe en laat zich zakken. Ze zegt rustig: "Wat is dit nou weer?"

Het besef komt als een bliksemflits bij Renée binnen. Deze slanke en jongere vrouw, is dezelfde als degene die ze in de lift zag. Alleen dit keer is ze ontdaan van haar vermomming.

De ogen van Leander hebben hun twinkel weer terug en hij ziet eruit alsof hij elk moment in geneurie uit kan barsten, zo in zijn nopjes is hij.
Hij heeft zijn vingertoppen weer tegen elkaar geplaatst. Volgens Renée is dat zijn signatuur houding.

Hij kijkt met een stralende lach naar Menno en Emine die beiden ongemakkelijk en krap naast de bewusteloze Hille op de toch ruime L-vormige bank zitten.
Leander heeft zijn voormalige plek weer ingenomen op de tweezitter. De Nowak-broers vinden dit allesbehalve interessant en zijn in hun privéruimte achter de schuifdeuren gedoken. Erop vertrouwend dat Leander de nieuwelingen allemaal aan kan.

Op dit moment hebben ze gelijk.

Menno heeft zichzelf weer onder controle. Zijn accent is verdwenen, maar zijn verontwaardiging niet. Zijn stem klinkt hoger dan gebruikelijk als hij zegt: "Kan iemand nou eindelijk eens vertellen wat dit voor grap is?"

Leander wil van wal steken, maar stopt als hij Hille ziet bewegen.
De jonge man kreunt en slaat zijn ogen lodderig op. Hij rolt met zijn schouders en komt er daardoor achter dat iets hem tegenhoudt.

Het is bijna grappig om te zien hoe hij bedenkt wat er allemaal is gebeurd en waar hij zich nu bevindt. De ogen van Hille vliegen nu wijd open en hij is voornemens om van de bank af te springen. Dat wordt meer rollen natuurlijk en het eindigt ermee dat hij op zijn knieën voor de bank zit, met zijn ene arm in een gekke hoek vastgeklonken aan de poot van het meubelstuk.
Renée kijkt nu naar het achterhoofd van de tiener, waardoor ze zijn gezichtsuitdrukking niet ziet. Ondanks dat, kan ze de radertjes in zijn hoofd horen knarsen.

Hille tilt de bank op.

Menno slaakt een hoog gilletje als hij zo onverwachts tegen Emine aanschuift en ook Emine kan een kreet van verontwaardiging en daarna van pijn en ongemak niet inhouden. Ze valt - met Menno zwaar bovenop haar - van de bank, die tegen die tijd allang weer op al zijn poten staat.
Hille staat ook recht, met aan zijn pols de boei. Het andere deel zwaait er vrolijk - en los - onder.

Renée ziet nu weer wat van zijn gezicht, en had verwacht dat die boos zou staan, vol onbegrip over deze situatie en kwaad om de vrijheidsberoving en het bedwelmen. Dat is in ieder geval hoe zij zich zou voelen.

Terwijl Menno en Emine overeind krabbelen, kijkt Hille peinzend. Hij heeft een starende blik die hij nu recht op Leander richt. Hij beweegt zijn hand in een nadenkende pose naar zijn gezicht.

Leander zit stokstijf in zijn bank gedrukt en lijkt niet van zins om te bewegen. Zijn ogen schieten paniekerig heen en weer.

Dan begint Hille te praten: "Hé, hallo. Waar ben ik?"
De lichte stem van de jongen klinkt verrast. Maar Renée hoort er de jeugd in door. Een bepaalde toon in die erop duidt dat hij wel zin heeft in avontuur. Ze hoort ook wat onzekerheid. Alsof hij denk dat dit een grap is, en hij graag mee wil doen in plaats van het beoogde slachtoffer zijn.
Leander hoort dat ook, en hoewel hij het niet doet, lijkt het erop dat hij in zijn handen had willen wrijven. Nu houdt hij slechts de toppen van de vingers tegen elkaar. Zijn ogen staan weer kalm.

Hij helpt Hille graag uit de brand en zegt eenvoudig: "Wij zijn geheime agenten, en werken voor Het Koninklijk Huis. Jij en jullie allemaal zijn ons opgevallen, en we zouden graag in zee gaan met jullie. Wat is hierop jullie antwoord?"

Renée fronst haar wenkbrauwen. Waar zijn de bombastische woorden van eerder gebleven? Het overhalen, het rekruteren?
Dat is allemaal overduidelijk niet nodig, want Hille knikt enthousiast. Van zijn eerdere bijna bestraffende houding is niks meer over.
Maar goed, hij is jong en onbezonnen. Van hem zou ze zoiets wel verwachten.
Voorzichtig kijkt ze naar de oudere man en vrouw en verwacht tegenstand.

Emine echter, kijkt opgelucht terwijl ze weer gaat zitten, haar ogen hebben een opgewonden glans. Alsof dit haar droom is en ze eindelijk is opgemerkt. Renée bedenkt dat iemand die tevreden is met het leven, niet zonder reden vermomd over straat gaat.

Menno is wat terughoudender. Zijn tanden steken agressief naar voren en hij zegt stekelig vanaf zijn staande plekje naast de bank: "Ja, gaan we het zo spelen? Alsof ik daar in trap."

Dat kan natuurlijk ook nog. Waar Renée deze hele scène zonder meer voor waar aan heeft genomen, is hij een stuk kritischer. En daar heeft hij gelijk in, want wanneer overkomt zoiets je nou?

Woordeloos wijst Leander naar de moderne omgeving. Om zijn mondhoeken heeft hij een mysterieus lachje. Hij duidt met zijn arm naar de computers en het laboratorium.
En hoewel Menno hooghartig snuift, ziet Renée hoe zijn voeten automatisch naar de gadgets schuifelen. Zijn handen knijpen samen en ontspannen dan weer ongecontroleerd. Zijn ogen hebben eenzelfde koortsachtige schittering als Emine dat heeft. Hij kan niet wachten tot hij met al die onbekende snufjes en zaken aan de slag kan gaan.

Renée zucht maar eens diep. Hoewel Leander net geen uitleg heeft gegeven, spreekt de fantastische apparatuur voor zich. Menno wordt niet tegengehouden - integendeel - en mag daar zonder tegenstand rondsnuffelen.
Abstracte woorden uitroepend, gaat hij met glimmende ogen zijn gang. Af en toe houdt hij een uitzonderlijk spannend exemplaar van het één of ander omhoog en kijkt zoekend om zich heen naar mensen die dit net zo prachtig vinden als hijzelf.
Die vindt hij niet.

Hille heeft het even aangezien en schudt nu met zijn hoofd, net zoals een hond die uit een onvrijwillig bad is gekomen. Daarna houdt hij zijn geboeide pols zonder woorden onder de neus van Leander, die hem snel bevrijdt. Samen met Emine begint hij de man te ondervragen. Stil luistert Renée toe.

Leander geeft geduldig antwoord op hun vragen, die dezelfde strekking hebben als welke Renée eerder zelf heeft gevraagd en aangehoord.
Maar hij heeft ook iets nieuws. Met een hoopvolle glimlach zegt hij: "Bovenop het dak hebben we een training gedeelte. Ik wil graag dat jullie daar allemaal laten zien waar jullie al toe in staat zijn. Kasper en Thomas zullen jullie daarin begeleiden en verbeteren. Daarna wil ik graag van jullie horen of jullie mee gaan doen met dit avontuur."

Verborgen project [onc2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu