Hoofdstuk 14

31 8 5
                                    

Renée is bij Emine en Hille gaan zitten. Ze zegt tegen de andere twee: "Leander is gevaarlijk, hij speelt op mijn trots."
Hille merkt op dat ze rood wordt als ze dat zegt. Verdedigend praat ze verder: "Kijk, eerlijk is eerlijk: zoveel heb ik niet om trots op te zijn. Ik leef een heel gemiddeld leventje. Alleen mijn lenigheid is uniek. Ik weet het, ik zal het bagatelliseren als ik zeg dat iedereen met de juiste lichaamsbouw en mindset dit ook kan, maar eigenlijk is dat wel een feit. Ik heb mijn kunsten geleerd op de circusschool en daar ben ik verre van uniek."

Emine zegt verrast: "Zo, de circusschool. Maar lieverd, dat ís toch ook ontzettend knap! Jij zet je daar elke keer toe, waarschijnlijk omdat je het leuk vindt en: verrassing, omdat je het goed kunt. Daar hoef je je echt niet voor te schamen."

Renée zegt - nog steeds verlegen -: "Freerunning of eigenlijk freeclimbing is altijd een hobby van me geweest. Ik heb dat in de loop der jaren goed weten te onderhouden.
Maar, ongezekerd een gebouw beklimmen is voor mij een eerste keer. Correctie, ongezekerd een gebouw beklimmen in het donker is voor mij een eerste keer. Ik denk eigenlijk dat het me niet goed gaat bevallen."

Hille en Emine kijken elkaar even aan. Emine haalt Renée uit haar donkere gedachten. Ze zegt: "Kom je met ons mee, Renée? Wij gaan naar boven om ons in de schmink te zetten. Het lijkt me verstandig dat jij dan je kunsten aan ons gaat vertonen."
Ze duldt geen tegenspraak en gehoorzaam volgt Renée de andere twee.

Boven zet Emine zich voor haar kaptafel en gaat los terwijl Hille er duidelijk alleen voor de gezelligheid bij zit. Er is afgesproken dat zij zoveel mogelijk op hém gaat lijken, en niet andersom. De bewaker zal met hem in gesprek gaan, terwijl het de bedoeling is dat Emine juist zo min mogelijk in beeld zal zijn.

Emine zegt bemoedigend tegen Renée: "Nou meid, kom op. Ik wil graag dat je je van de ene kant van de ruimte naar de andere begeeft, zonder de vloer te raken."

Renée knikt gespannen, maar is er na enkele rek- en strekoefeningen klaar voor. Hille springt op en hij weet ogenschijnlijk eenvoudig enkele apparaten dusdanig te verplaatsen dat zijn teamgenoot de opdracht daadwerkelijk uit kan voeren.
Hij merkt op hoe Renée de kamer scant.

Ze gaat van start en voelt zich gelijk in haar element. Doordat het eigenlijk een klimoefening is, maakt ze veel gebruik van de muur en weet grip te krijgen op punten waar een normaal mens zonder twijfel omlaag zou vallen.
Terwijl Emine vergeet om haar uiterlijk verder af te schminken, kijken zij en Hille toe hoe Renée schijnbaar moeiteloos door de kamer lijkt te bewegen, klauterend als een aapje.
Hille heeft onwillekeurig zijn mond open hangen en hij hoort de grijns in haar stem als Renée vanaf de andere kant van de zaal zegt: "Doe eens dicht, het tocht hier."

Hille is verrast, hij heeft Renée tot nu toe als een grijze muis gezien. Een praktisch middelbare - vanuit zijn oogpunt bezien - volwassene die haar leven zonder diepgang schijnt te leven.
Hij zegt oprecht en onder de indruk: "Zo hé, Renée! Dat doe ik je niet na."

Of die blos nou komt door de inspanning of zijn compliment, feit is dat ze rood wordt tot aan haar haarwortels. Ze weert - nahijgend - een beetje af: "Ach ja, wat jij net deed met die apparaten doe ik jou niet na. Bovendien moet jij als afleidingsmanoeuvre straks goed van de tongriem gesneden zijn, nog een vaardigheid die ik niet bezit."

Nu het ijs een beetje is gebroken, merkt Hille dat zij steeds meer bij hun selecte groepje hoort. Reden voor hem om te zeggen, nadat hij zwijgend heeft toegekeken hoe ze op andere wijze - maar nog steeds zonder de vloer te raken - weer bij hen is aanbeland: "Wat vinden jullie van Verborgen Project?"

Emines ogen beginnen te glinsteren en zonder terughoudendheid zegt zij: "Geweldig! Ik ben in die lift beland door stom toeval - al begin ik dat nu steeds meer te betwijfelen - en gek genoeg was dat de beste dag van mijn leven tot nu toe. Geheim agent zijn, dát is pas een leven. Ik kan niet wachten totdat we gaan beginnen met de volgende opdracht."

Hille knikt wat ongemakkelijk. In zekere zin is hij het met haar eens, maar sommige dingen kloppen gewoon niet. Dapper ploegt hij door: "Nou ja, het zit zo: we hebben die opdracht afgerond bij jouw andere werkgever, Renée, en hem daardoor benadeeld. Of hij dat nou weet of niet. Nu heb jij vlak voor die opdracht vertelt dat zijn zoon een rat is, maar volgens jou is Peter zelf een goede man. Ik dacht eerlijk gezegd dat we iets terug zouden halen wat die zoon van zijn vader heeft gejat, maar dat bleek niet het geval."
Aarzelend stopt hij zijn betoog.

Emine knikt begrijpend en zegt geruststellend: "Ik snap wat je bedoelt, bedenk echter: dit is een organisatie die hoog boven de normale misdaad is verheven. Ik denk dat de stunt die Frits heeft uitgehaald bij Peter een zaak is voor de normale politie, niet voor deze groep."

Niet overtuigt knikt Hille toch maar en doet nog één poging: "En dat geflikker van dat beeldscherm toen de koning ons toesprak dan? Menno's niveau is hoger dan de kwaliteit die hij ons toen gegeven heeft."

"Hij heeft dat beeld ook maar gekregen," Renée vormt een front met Emine en probeert Hille te overtuigen van hun gelijk.
Ze praat door, een frons tussen haar wenkbrauwen: "Maar je hebt wel gelijk Hille, Menno mocht zonder toezicht rondsnuffelen bij de computers, terwijl Leander mij daarin tegenhield."

Hille knikt kort en laat het onderwerp dan los: "Dat komt omdat jij andere skills heb. Overduidelijk heb jij niet meer oefening nodig. Je deed het perfect net. Maar voor de zekerheid heb ik hier nog een paar filmpjes over builderen."
Op Emines achterdochtige blik reageert hij verdedigend: "Wàt? Dat is een bestaande term."

Tijdens het bekijken van de filmpjes komt Leander boven en geeft hen alle drie diverse noodzakelijke attributen.
Renée heeft een hoofdlamp gekregen en een oortje waarin ze kan horen en gehoord kan worden. Verder draagt ze nu de juiste kleding en erg belangrijk: goede schoenen met stevige grip.

*

En nu is het moment gekomen dat Renée haar armen om zichzelf heenslaat en het rillen probeert te stoppen. Het is absoluut niet koud, maar de spanning is om te snijden.

Ze is bij zichzelf aan het nagaan waarom ze hier ook alweer staat, en haar leven gaat wagen voor niks. Nou ja, voor het vaderland. Maar ze dacht eigenlijk dat haar eigen leven toch ietsje zwaarder zou wegen.

Menno zegt in haar oortje: "Test, één, twee, drie. Renée: hoor je me?"

Automatisch heft ze haar hand op, om hem om de schelp van haar oor te vouwen. Ze zegt duidelijk: "Ja Menno, ik hoor je. Hoor je mij?"

Hij reageert geamuseerd: "Luid en duidelijk. Wacht op mijn seintje, dan kun je beginnen met klimmen."

Renée haalt diep adem en wacht ongeduldig af.

Verborgen project [onc2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu