Hoofdstuk 10

44 8 17
                                    

"Als je ermee klaar bent, wil ik daar een volledig rapport van in drievoud op mijn bureau hebben. Graag einde van de dag gereed."

Renée probeert Frits uitdrukkingsloos aan te kijken, maar kan niet voorkomen dat haar ogen vuur spuwen en haar handen zich tot vuisten ballen. Feitelijk heeft deze kwal niks met het bedrijf van zijn vader te maken, maar daar trekt hij zich niks van aan.

Peter de Heus is als vader te zachtaardig om er wat van te zeggen, al geeft hij af en toe wel zachtzinnig maar terecht aan dat zijn zoon op een gegeven moment wél de directeur hier wordt.
Renée heeft daar een hard hoofd in. Behalve het feit dat niet alleen zij, maar de helft van de huidige medewerkers, direct ontslag zullen nemen, denkt ze ook dat het bedrijf terstond verkocht zal worden. Frits is niet zo van het geld verdienen, eerder van het geld uitgeven.

Als Frits echt van zins was om hier wat van te maken, zou hij nu bijvoorbeeld met haar om tafel zitten om verbeterpunten door te spreken. Iets wat ze nu bijna dagelijks met zijn vader doet.
Frits zou haar niet kinderachtig de meest zinloze karweitjes geven, alleen om haar subtiel te laten weten dat hij boven haar staat. Ze is teamleider, geen slaafje.

Ze heeft vaak schermutselingen met hem, alleen omdat zij halsstarrig weigert te doen wat hij haar opdraagt. Peter wuift haar bezwaren altijd goedmoedig weg - een karaktereigenschap van hem waardoor ze hem wel kan wurgen - en wenst niet tussen haar en zijn zoon in te komen.

Renée staat in dubio. Want als ze knikt en volgzaam doet wat hij zegt, is ze in theorie het snelste van hem af. Maar omdat ze nooit zo meegaand is jegens hem, zal hij daar waarschijnlijk argwanend op reageren. En nu meer dan ooit wil ze van hem af zijn.

Zijn vader is weg en in principe zouden ze dan het rijk alleen hebben. Met zichzelf als hoogste in rang, zou ze makkelijk haar compagnons binnen kunnen laten in het kantoor van Peter waar zich dan niemand bevindt en dan kan zij ervoor zorgen dat niemand hen stoort.

Natuurlijk hebben ze buiten de wispelturige Frits gerekend, die uitgerekend vandaag zijn kop verkeerd heeft en haar het bloed onder de nagels vandaan haalt.
En daar is hij zich ontzettend goed van bewust. Ze knijpt haar - nog steeds - vuurspuwende ogen tot spleetjes als ze hem zelfgenoegzaam in haar bureaustoel ziet zitten. Zijn benen languit, en zijn handen achter zijn hoofd gevouwen leunt hij achterover en kijkt haar uitdagend aan.

Zal ze het plan uitstellen?

Maar nee, van Frits zullen ze nooit op aan kunnen en nu met de afwezigheid van Peter is de kans gewoonweg ideaal te noemen.
Op zaterdag is de bezetting minimaal en is het juist niet vreemd dat er klusjesmensen langskomen om allerhande zaakjes op te lossen.

IJzig zegt Renée: "Prima, ik doe dat voor je. Wil je dan opstaan? Je zit op mijn plek."

Even lijkt het alsof Frits zal weigeren. Puur om te zien hoe zij daarop gaat reageren. Renée zet zich mentaal schrap.
Ze heeft opeens een flits van inspiratie en vraagt quasi-belangstellend: "Hoe gaat het eigenlijk met Lucia? Ik heb haar al even niet gezien."

De lange man voor haar kijkt even verbaasd en gelijk hoopt Renée dat ze niet té doorzichtig naar iets heeft gevraagd wat haar eigenlijk geen zier kan schelen.

Maar de kans om over zichzelf te praten, is te aanlokkelijk om niet te pakken, en daarom antwoordt Frits schouderophalend, terwijl hij ondertussen langzaam opstaat: "Dat is allang uit." En dan, met een vies lachje om zijn lippen, vraagt hij: "Hoezo, stel je je kandidaat?"

Vanbinnen kookt Renée. Waarom denken dit soort mannen altijd dat de hele wereld om hen draait?
Ergens is ze ook verrast. Lucia was zeker niet haar favoriet van al zijn scharrels, maar zij heeft het zonder meer het langste volgehouden. Bovendien heeft hij haar geheimen verteld en ze vraagt zich eigenlijk af of een flapuit als Lucia dat voor zich zal houden. Hij schat zijn ex toch niet zo dom in dat ze niks meer van weet van het gesprek dat zijzelf per ongeluk heeft opgevangen?

Maar feitelijk is dat zijn probleem, dus hij zoekt dat maar uit.
Ze schudt haar hoofd. Ze walgt zo van hem, dat ze zijn ogen probeert te ontwijken en gretig gebruik maakt van zijn verplaatsing om te focussen op haar bureau en de stoel die hij ernaast heeft gerold.

Hoewel niet ideaal, hebben ze rekening gehouden met Frits' aanwezigheid, en het feit dat hij vrijgezel is, is zelfs mooi meegenomen. Nu hopen dat alles volgens plan gaat lopen.
Ze heeft medelijden met Emine.

Tussen neus en lippen door zegt ze, terwijl ze haar ogen strak op haar computerscherm houdt: "O ja, er komen straks nog wat monteurs die onder andere in Peters kantoor moeten zijn. Dan weet je ervan."

Verschrikt kijkt ze op als Frits door die mededeling dichterbij komt en zich naar haar toe buigt. Hij kijkt haar vervaarlijk aan en zegt: "En dat terwijl pa er niet is? Gebeurt dat vaker?"

Zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, denkt ze schamper.

Ze zegt geduldig: "Jazeker, bovendien is Peter er normaal wel bij, maar is hij nu verhindert."

Renée hoopt van harte dat vader en zoon dit niet zullen bespreken, gezien het feit dat Peter eigenlijk van niks weet. In dit geval is het wantrouwen van Frits zeer terecht.
Aan de andere kant: zij heeft het volledige vertrouwen van Peter en als zij later schouderophalend zegt dat ze het vergeten was door te geven, is er niks aan de hand.

Zowel Leander als Menno hebben haar verzekerd dat er geen bewijsmateriaal te vinden zal zijn, dus ze zal dit veilig moeten kunnen zeggen.

Toen ze Frits eerder die dag binnen zag komen, is het eerste wat ze deed een berichtje sturen naar het hoofdkantoor om hen daarvan op de hoogte te stellen. Emine heeft haar uiterlijk daarop aangepast en met gezonde spanning die ze diep in haar maag voelt, wacht Renée op de dingen die komen gaan.

De deurbel gaat en ze staat haastig op om de deur open te doen en het bezoek te verwelkomen, gezien de receptioniste niet werkt op zaterdag.

Frits volgt in haar kielzog.

Verborgen project [onc2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu