13. Spijt

1.6K 83 3
                                    

Ik voelde de ketting en de sleutel tegen mijn lijf. Alsof hij millioen woog. Terwijl ik rende dacht ik aan Edward. De man waar mijn hart voor geklopt heeft en toen uiteindelijk voor hem stopte. Ik dacht aan de wereld als ik hem nooit had ontmoet. Misschien zou ik wel een relatie krijgen met Jacob of kon ik geen manier bedenken om Mike van me af te slaan. Zonder Edward had ik geen Jacob op deze manier. Geen dochter. Geen leuke zus die me dood irriteerde met haar kleding verslaving. Geen zus waar ik nog een goede relatie mee moet opbouwen. Geen vrolijke en echt jongens broer. Geen broer die je altijd thuis laat voelen en alles begrijpt. En het belangrijkste had ik geen Esmé of Carlisle die je de les konden lezen maar ook open stonden voor je problemen. 

Zonder Edward, Jacob en Renesmee was ik niet wie ik nu was. Een moeder. Een getrouwde vrouw. Een beste vriendin. De jaren dat we nu samen waren hadden ze mij gevormd tot wie ik ben. Zonder Edward zou ik ongelukkig zijn. Ik kan me nauwelijks herinneren waarom ik die woorden gezegt had. Het leek wel alsof ik een nieuweling was. Alsof mijn lichaam weer automatisch reageerde op wat ik dacht. 

Edward was bezorgdt om me geweest en dat was logisch. Hoe ik echter reageerde was stom. Ik was een sukkel. Als ik wakker werd zou ik hem smeken om me te vergeven en hem alles vertellen. Misschien weet hij het wel maar ik zou alsnog smeken. Ik moest hem terug zien te krijgen. Hopelijk kon hij mij vergeven. 

In de verte zag ik een stad op duiken. Het leek op Volterra in mijn herinneringen. Het gevoel dat ik haast had net zoals de eerste keer dat ik daar kwam overspoelde me weer. Haast om bij Edward te komen. Haast om uit deze tweede wereld te komen. Ik rende onder de poort door waar net zulke spijlen in zaten als in Volterra. Toen werd ik gedwongen om rustig te lopen omdat er hier mensen liepen. Tot mijn verbazing droegen ze alleen lichte kleuren. Geen bruin, zwart of grijs was ergens te bekennen. Ik liep de vertrouwde weg naar het  grote plein. Naar de klokketoren. Toen ik eindelijk bij het plein aankwam was het precies hetzelfde alleen het plein was helemaal leeg. Ik liep verbaasd langs de fontein. Ik kon het koude water weer tegen mijn benen voelen. Ik liep naar de plek die nu verlicht was. De plek waar ik tegen Edward op botste. De plek waar hij bijna in het licht stapte. Ik stapte de schaduw in en draaide me om naar het plein. Ik probeerde me voor te stellen hoe het voor hem was om hier op het randje te staan.

'Bella,' zei opeens een stem. Geschrokken draai ik me. Ik kijk in de ogen van Alec.

'Alec?' 

'Kom mee,' zegt hij. Gehoorzaam loop ik hem achterna. Wat doet Alec hier?

'Wat doe jij hier?' vraag ik verbaasd. Alec lacht.

'Ik ben niet Alec ik het Mark maar Sophie wou dat ik in Alec veranderde om je op je gemak te stellen.' legt hij uit.

'Wie is Sophie?' vraag ik verbaasd.

'Sophie is samen met Nick en Alex de baas over de tussen wereld.' legt Mark uit.

'En wat doen ze dan?' vraag ik.

'Eigenlijk het zelfde als Aro, Caius en Marcus maar hun handelen wel eerlijk. Je kunt het zien als de duivels en de goden.' legt Mark uit.

'En wat moeten ze van mij?' vraag ik dan zenuwachtig.

'Ze beslissen samen met jij of je terug gaat naar de aarde en hoe,' zegt hij.

Family (Twilight)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu