Hoofdstuk 1

64 2 2
                                    

"Lief dagboek" ik ben zo blij eindelijk mag ik van mijn ouders naar het grootste feest in de stad, het is over 2 weken, XXX Anna. "Ting dong" Anna er staat iemand voor de deur en het is denk ik voor jou. "Oké mam" ik rende als een gek naar beneden ik viel bijna over de autootjes van mijn broertje heen. En voor de deur stond mijn beste vriendin Jenne voor de deur. "Hey Anna ik ga naar de stad iets moois kopen voor het feest wil je mee?" Ja graag, mama ik ga naar de stad met Jenne! Is goed schat wel om twaalf uur terug zijn!
Ik liep door het huis maakte de achter deur open en liep naar mijn fiets, ik liep met de fiets in mijn hand het steegje uit. toen ik uit het steegje was stond Jenne ongeduldig te wachten. ben je nou eindelijk zo ver zei Jenne met een geïrriteerde stem. We stapte op onze fietsen en reden de straat uit, zoals altijd begint Jenne met hoe goed het gaat met haar liefde Roy. Gelukkig is het maar een korte afstand om te fietsen. ik was zo in gedachten, ANNA hallo aarde aan Anna, ja wat is er? Nou ik vroeg jou al paar keer hoe je Roy vind? Ik vind hem bij jou passen het zou niet mijn type zijn denk ik, mooizo want niemand mag hem van mij afpakken En zeker niet een vriendin! Ze zei dit op een boze en ook wel bange toon omdat ze stapel gek op hem is, dat snap ik ook wel. We parkeerde onze fietsen in het fietsen rek en we liepen naar een mooie winkel met allemaal jurkjes. Ik keek in de etalage en zag een mooi roze jurkje met kant aan de onderkant en aan de boven kant met glitters, ik ben helemaal in de wolken van die jurk. Ik keek om me heen maar zag Jenne nergens ze was opeens verdwenen uit het niets, ik twijfelde even om haar te gaan zoeken maar ik liep toch naar binnen om die jurk te passen, "mevrouw mag ik wat vragen mag ik die jurk in de etalage passen?" Ja tuurlijk ik pak hem voor je. Ik had de jurk gepakt en hij zat heel mooi, ik kleedde mij weer om, en liep naar de balie en kocht de jurk. Ik liep de deur uit en keek op de kerkklok ik schrok het is vijf minuten voor twaalf uur. Ik rende naar de fietsen straling zonder er aan te denken waar Jenne zou zijn. Op school aangekomen zag ik Jenne bij Mary en Hanne staan. ik rende naar ze toe, hey waar was je waarom was je opeens weg? Jij was zo in gedachten van dat jurkje en toen belde Mary en die zei dat ik naar school moest komen, sorry dat ik je niet heb geroepen. Maar waarom zitten jullie niet in de les? We hebben uitval dus je kan nu weer naar huis de hele dag is uitgevallen. Oké maar waarom zijn jullie niet al weg? We gingen op je wachten zodat je niet in de war zou raken. Oké maar waar gaan jullie heen? Wij gaan naar het feest van Roy en wil je soms mee Anna? Nee sorry moet nog oppassen, ik liep naar mijn fiets en reed naar huis, ik plofte op bank en ging slapen.

VerlorenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu