Hoofdstuk 20

23 1 0
                                    

Pov Femke (de moeder)
"De telefoon ging" ik nam op. (Het sterretje is de moeder van Anna het rondje is een mevrouw achter de balie van het ziekenhuis).

Gesprek:
* hallo met Femke Smit
• hallo mevrouw Smit met het ziekenhuis
* is er iets gebeurd?
• nou, Anna heeft van een onbekend persoon een prik gekregen. Die prik heeft ervoor gezorgd dat ze een hart stilstand kreeg.
* WATT, leeft ze nog?
• mevrouw Smit alles is nu goed de dokters hebben haar gered. Ze ligt nu op de IC.
* kan ik nu al komen?
• nee, mevrouw Smit daar is ze te zwak voor momenteel.
* oké bel mij als wij langs mogen komen
• ja, mevrouw Smit
* oké heel erg bedankt dat jullie mij dochter gered hebben.
• graag gedaan, fijne dag mevrouw.
* doei.

Ik ben opgelucht, maar ik vraag me af wie dit haar heeft aangedaan? Maar opeens bedacht ik me. Ik ben vergeten uit te checken in het vakantie park op het strand. Ik ging het vakantie park bellen, en ik vertelde het hele verhaal.

Pov Anna
Flash back:
Ik zag dat iemand de ambulance stond tegen te houden. Ik zag een rode auto die stil stond midden op de weg. Er was een ongeluk gebeurt. Ik zag iemand op de motor kap liggen, maar wie is dat? Nee ik ben het die op de motor kap lag. Ik zag dat de auto opeens de berm in reed. Ik viel van de motor kap in een laagje sloot water. Mijn hoofd zat onder het bloed en met mijn gezicht lag ik in het water. Er kwam iemand aan lopen en pakte mij. diegene tilde mij eruit, legde mij op de straat. Er kwamen vage schimmen op mij af, maar ik was niet bij bewustzijn. Toen de vage schimmen steeds dichterbij kwamen schrok ik wakker. Ik had erg gedroomd, maar er spoken vragen door mijn hoofd. Waarom krijg ik steeds van dit soort dromen? Zijn het eigenlijk wel dromen? of is dit echt gebeurt...

VerlorenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu