Lennons blik gleed de ruimte rond om bij Declan te landen. De man lag levenloos op de grond. Naast hem stond een in het zwart gekleed figuur. Naceans stem galmde opnieuw door zijn hoofd. 'Doe het.'
Om hen heen klonk geschreeuw, gekreun en andere vechtkreten van de vier Vantra die de monsters proberen af te weren. Het zag er niet al te rooskleurig uit. Het zou hier eindigen. Tenzij...
Niemand lette op hem, alsof ze wisten dat hij geen bedreiging was. Hij zou naar Rynn moeten luisteren, maar zijn voeten leken aan de grond vast geplakt. Hij mocht hier niet weg, alles wat hij kon was vooruit. Langzaam stapte hij richting Declan. Het voelde alsof hij op dun ijs liep. 'Doe het!' Naceans stem klonk dwingend.
'Rynn!' riep Amora, die oog in oog stond met Pishet. 'Help.'
Rynns blik ging naar het wolfachtige beest en weer terug naar Lennon. 'Maak dat je hier wegkomt. Buiten even verderop staat een auto. Pak die als het nodig is!'
Hij keek haar aan. Er was een ding aan hem dat ze nooit zou begrijpen. Hij had geen keuze. Zijn magie gunde hem maar een antwoord op de opdracht. 'Nee.' Toen rende hij de chaos in, hij dook tussen de vechtende mensen door. Bloed spatte op zijn gezicht.
'Lennon!' riep ze met een gebroken stem. Op dat moment besprong Pishet haar. Ze gilde. Dit was al de tweede keer dat ze met het beest in gevecht moest. Een vliegend object werd haar kant op geworpen. Het stootte tegen het beest aan dat luid begon te grommen.
Hij wilde zich omdraaien om zijn vrienden te helpen, maar zijn magie had de keuze al gemaakt. Zijn ogen waren gefixeerd op de schaduw van de persoon die hij ooit had gekend. Delano. In zijn hand hield de Rever een wapen. Het was op Declan gericht en bedoeld om te doden.
Een schreeuw welde op van Lennons borst, maar het geluid kon de knal niet overstemmen. Een gat vormde zich in het met bloed doordrenkte shirt van de man.
Toen brak hij. Een barst schoot als een bliksemflitst door zijn hart. De muur die hij had gebouwd, beefde bij elke bons van zijn magie. Delano's kille ogen boorden zich in de zijne. Zijn oude Revervriend had geen spijt. Lennon ook niet.
Nacean ging zangerig mee met het ritme van zijn gave. 'Doe het, doe het, doe het.'
Declans ogen ging een heel klein beetje open. Zijn ogen waren waterig en een enkele traan, vermengd met bloed, gleed over zijn wang. 'Lennon,' fluisterde de man. Ineens leek hij tien jaar ouder. Zijn lippen bewogen nauwelijks. 'Doe dit niet. Het is... mijn tijd.'
Lennon beet hard op zijn lip. Vechtend tegen de stem van Nacean en het kloppen van zijn magie. 'Lennon, vertrouw me.' Haar stem klonk warm, al had diezelfde warmte hem al eens eerder verraden.
Tranen biggelden over zijn wangen. 'Ik hoop dat je me dit vergeeft,' fluisterde hij tegen Declan. Toen schoot de scheur in zijn hart richting de muur van van zijn magie. Het wankele bouwwerk viel in duizend kleine stukjes uiteen. Groen licht stroomde uit zijn lichaam, recht op de man af. Pijn overspoelde Lennon, het drukte hem tegen de grond en liet zijn wereld vervagen. Het was sterker dan hij ooit zal zijn. Toch voelde het bevrijdend.
JE LEEST
Het monster in jouw ogen
FantasyMonsters bestaan. Net als magie. Het is geen sprookje dat je ouders je vertellen waar alles goed eindigt. Nee, monsters zijn echt, magie is echt en het is gevaarlijk. Dat beseft een groep magie gebruikers goed. Vanwege hun kracht moeten deze Vantra...