Hoofdstuk 17

617 11 0
                                    

Je hoort je wekker gaan en je wordt rustig wakker. Je stapt snel uit bed en gaat je gezicht even wassen en doet daarna een joggings broek aan en een makkelijke trui om beneden wat te gaan eten. Voordat je naar beneden loop check je nog even je telefoon, maar het is nu alweer veel rustiger geworden. Alle berichten op insta gaan weer over de vrije trainingen en kwalificatie. Je loopt dus daarna naar beneden en gaat even wat ontbijt klaar maken. Je broers zitten beneden al Netflix te kijken, dus nadat je je ontbijt klaar heb gemaakt, ga je naast hun op de bank zitten om het op te eten. Ze zijn een serie aan het kijken en meestal vindt je het ook wel leuk om mee te kijken. Nadat je klaar bent met eten loop je weer naar de keuken toe om je boord weg te leggen en daarna ga je weer naar boven toe. Je gaat eerst heel even snel nog wat mascara op doen en je haar goed doen. Je doet niet iets heel speciaals met je haar, alleen een klein knotje met wat plukjes. Daarna loop je naar je kast toe om je te gaan omkleden. Je pakt een strakke spijkerbroek met een gat op je knie en je doet er een wat korter zwart topje zonder mauwen boven. Je pakt daarna je zwarte sneakers en doet die alvast aan en je doet ook nog een riem om. Je pakt je race jasje en je telefoon en je loopt weer naar beneden. Als je beneden aan komt zijn je vader, Levi en Charlie er wel al klaar voor, maar Noah nog niet. "Wow gewoon niet de laatste Flo" zegt Levi dan ook. Je geeft hem een stomp op zijn arm en daarna komt Noah ook aanlopen, dus lopen jullie met z'n alle naar buiten. Jullie besluiten om vandaag weer met 2 auto's te gaan want anders zitten jullie allemaal heel erg krap. Jij rijdt met Levi mee en Noah en Charlie rijden met je vader mee. Je vader rijdt voorop en jullie rijden er achteraan. Het is heel gezellig in de auto en jullie zingen altijd heel hard met de muziek mee. Jullie komen aan bij de baan en het is al heel erg druk. Het lukt jullie gelukkig nog om een parkeerplaats voor beide auto's naast elkaar te vinden. Jullie stappen allemaal uit en lopen naar de ingang toe. De kaartjes worden gecontroleerd en jullie mogen naar binnen toe. Jullie zitten op de zelfde plek als vrijdag en zaterdag en vanaf daar is alles heel goed te zien. Je doet je jasje uit omdat het toch best wel warm blijkt te zijn. Je hangt hem over je stoel heen. Je bent zo blij dat je hier bent. Je kijkt naast je en je ziet dat je broers en vader met grote glimlachen op hun gezichten zitten.

De drivers parade is net afgelopen en de race gaat over 2,5 uur beginnen. Je merkt dat je heel nodig naar de wc moet en dat je dat dan beter nu nog heel even snel kan gaan doen. "Ik ga heel even naar de wc, ik ben zo weer terug. Let op mijn jas, die laat ik heel even hier" zeg je dus tegen je vader en daarna sta je op en loop je van de tribune af. Je volgt de bordjes waarop staat waar de wc is, want je heb helemaal geen idee waar je naartoe moet. Je heb een beetje het idee dat je een soort rondjes aan het lopen bent, want je komt telkens langs het zelfde punt lopen. Je kijkt om je heen en je ziet ook niet meer zoveel mensen lopen, want de meeste mensen zitten al op de tribune om naar de dingen te kijken wat er allemaal nog voor de race gebeurt en naar alle interviews. Je kijkt achter je en je ziet een man lopen die je denk net ook al zag. Je begint wat sneller te lopen. Je vertrouwd dat nooit. Na een tijdje kom je eindelijk bij de wc's aan. Je ziet de man niet meer dus je gaat de wc in. Nadat je klaar bent trek je door en je loopt uit de wc. Je wast je handen nog snel en je moet nu gaan bedenken hoe je weer terug gaat komen bij je vader en broers. Je loopt uit de ruimte met alle wc's en probeert weer iets van een boordje te vinden waar de weg terug op staat. Je ziet nergens iets, dus je loopt eerst een stukje terug en misschien weet je de weg wel helemaal terug als je het allemaal ziet. Opeens zie je de man die jou eerst ook aan het achtervolgen was op je af komen lopen. Je kijkt om je heen, maar je ziet helemaal niemand anders lopen. Je draait je dus om en loopt nu weer de andere kant op. Je gaat ook in een sneller tempo lopen. Je heb geen idee waar je naar toe moet lopen en je heb ook het idee dat je steeds verder weg begint te raken van de tribune waar je vader en je broers zijn. Je kijkt af en toe nog wel heel even over je schouders, maar je ziet dan telkens dat de man je blijft achtervolgen. Je vindt het ook heel erg raar dat je helemaal geen andere mensen ziet lopen. Je kijkt weer achter je en je ziet dat de man nu steeds dichter bij komt. Hij heeft een enge glimlach op zijn gezicht. Je wilt weer voor je kijken maar opeens bots je tegen iets aan. Je valt gaat door je enken en daardoor val je hard op de grond. Je voelt even helemaal niks meer je valt dan ook even weg.

He was always the one |Lando Norris & Dutch|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu