11. Fiore

27 3 0
                                    

Als we die avond aan het diner zitten, is iedereen stil. Er hangt een rare sfeer. Een spanning. Een draad dat elk moment kan breken, maar iedereen probeert het te voorkomen. Een dienstmeisje komt naar binnen om wijn bij te schenken. Omdat meneer Ferganz zijn glas weg pakt, morst ze wat op het tafelkleed. 'Dom mens!' Hij springt op van zijn stoel. 'Pas eens op! Dit kleed is meer waard dan het loon dat jij in een jaa-' 'Julio!' Mevrouw Ferganz snoert hem de mond. Meneer Ferganz gaat weer zitten en het dienstmeisje rent half huilend de eetzaal uit. Ik kijk mijn moeder angstig aan, maar haar blik zegt dat alles goed is.

Na het diner blijven mijn ouders en de ouders van Fernàndez nog even zitten terwijl ze ons wegsturen. We besluiten om maar even naar onze slaapkamer te gaan. 'Ik heb jullie gehoord vanmiddag.' Fernàndez kijkt me verbaast aan. 'Toen jij met je vader in de studeerkamer was. Waarover ging het?' 'Fiore, ik wil dat je me begrijpt.' 'Hoe bedoel je?' vraag ik. 'Ik heb tegen mijn vader gezegd dat ik niet met je wil trouwen. Je bent nog zo jong en je wilt nog zo veel van de wereld zien.' Voor dat ik het weet sla ik mijn armen om het lichaam van Fernàndez heen. 'Dank je,' Fluister ik. Ik hoor dat hij een beetje lacht, maar dan slaathij ook zijn armen om mij heen en zo blijven we een tijdje staan.

De volgende middag gaan Fernàndez en ik een stukje rijden. Of, hij leert me om te rijden. Fernàndez zit weer op Ala en ik zit op het kastanjebruine paard van zijn moeder. Ze heet Luca. Hij leert me hoe ik moet sturen en hoe ik het paard harder of langzamer moet laten lopen. Het is echt geweldig! Totdat we in de verte schoten horen. Ze komen als dichterbij! Straks trekt de oorlog ook nog hier naartoe. En dat terwijl dit huis buiten elk dorp staat! Fernàndez wijst richting het huis als teken om terug te gaan. Ik knik en we rijden samen terug. Halverwege blijft hij stilstaan. Ik kom naast hem staan. 'Fiore?' Ik kijk in zijn bruine ogen. Ze passen zo goed bij zijn bruine haren. 'Je hoeft niet bang te zijn. We hebben verderop in het bos een schuilhuis staan. Niemand weet dat het bestaat.' Ik knik terwijl ik nog steeds in zijn bruine ogen kijk. Fernàndez glimlacht en draait zich om. 'Misschien is het slim als we nu verder gaan.' Ik bloos, maar gelukkig ziet hij dat niet, omdat hij ondertussen al een paar meter voor me rijdt. Als we bij het huis aankomen zien we dat mijn moeder en de moeder van Fernàndez ongerust aan het wachten zijn. We zetten de paarden in de stal terwijl we achtervolgd worden door de moeders. 'We hoorden de schoten en dachten dat jullie gewond waren!' Zegt mijn moeder. Ze knuffelt me helemaal dood. 'Ik ben zo blij dat er niets aan de hand is.' 'Moeder, we snappen het nu wel hoor.' Meteen laat mijn moeder me los. 'Sorry...' Allebei lachen we en Fernàndez doet samen met zijn moeder ook mee. Binnen zitten mijn vader en meneer Ferganz aan de eettafel. We gaan er bij zitten, want we hebben het vermoeden dat ze iets moeten vertellen. 'Meneer Ferganz en ik hebben overlegd,' begint mijn vader, 'we denken dat het slimmer is als we naar het schuilhuis gaan, omdat de oorlog als dichterbij komt. Ik schrik, er zit iets aan mijn been, maar als ik kijk zie ik dat het Rex is die opgetild wil worden. Ik zet hem op mijn schoot en aai hem terwijl mijn vader en meneer Ferganz het plan uitleggen. We mogen allemaal 1 handkoffer vullen met de nodige spullen en mevrouw Ferganz pakt samen met mijn moeder ook een koffer waar de houshoudelijke artikelen in komen. Ik leg mijn koffer op het bed en klap hem open. Er zitten nog best wel wat spullen in aangezien we hier kwamen met wat spullen. Ik haal alles eruit en versprijd het op het bed. Het eerste wat ik erin doe is mijn dagboek. Die mag ik niet verliezen. Daarna doe ik er wat ondergoed in. Niet teveel, want de moeders kunnen wel wassen. Ik doe er nog 2 extra jurken in en een extra paar schoenen. Ook doe ik mijn nachtjapon erin, want het is niet al te fijn om in een strakke jurk te slapen. Ik heb nog best wel wat ruimte in mijn koffer, dus ik doe het kleedje van Rex er ook in. Dan heeft hij ook wat om op te slapen. Dan doe ik mijn koffer dicht en ik zet hem bij de andere spullen neer. Het zijn niet veel spullen, want ten eerste moeten we het met de hand dragen en ten tweede liggen er ook al redelijk wat spullen in het huis. Meneer Ferganz heeft de dienstmeisjes naar huis gestuurd, maar de meisjes die in hetzelfde dorp woonden als wij, gaan met ons mee. Het zijn er drie.

Als we bij het huis aankomen, begeleid Fernàndez me naar onze kamer. Het bed is kleiner, maar het maakt me niet uit. Ik ben er nu toch al aan gewend. De dienstmeisjes slapen op de zolder. Daar staan vijf extra bedden. Mijn ouders slapen op de tweede slaapkamer. Fernàndez verteld me dat dat eerst de kamer van zijn broer was, maar die is nu in Griekenland opzoek naar zijn geluk. Hij is ook getrouwd. Met een vrouw uit Griekenland. Ook uitgehuwelijkt. Ik schuif mijn koffer onder het bed. Fernàndez en ik besluiten om de paarden te halen. Niet alle acht, maar alleen zijn paard en het paard van zijn moeder. Het paard van zijn vader is een paar maanden geleden voor een fortuin aan iemand anders verkocht, dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken. We rijden rustig tussen de bomen door en kijken af en toe achterom om te kijken of we niet achtervolgd worden. gelukkig is dat niet het geval en als we de paarden in de schuur hebben gezet kunnen we gelijk aan tafel aanschuiven. Hoewel de keuken niet zo groot is als in hun "echte" huis, smaakt het eten wel net zo lekker.

Die avond liggen Fernàndez en ik weer samen in hetzelfde bed. Het voelt alsof we al getrouwd zijn. Ik weet niet of dat goed is of niet, want het voelt niet verkeerd. Ik kijk naast me, recht in zijn bruine ogen. Hij glimlacht. 'Waar denk je aan?' 'Het voelt net alsof we al getrouwd zijn.' 'Eigenlijk wel en het voelt heerlijk. En dat komt allemaal door jou.' Snel draai ik me weer om. Ik voel hoe mijn wangen warm worden. Ik suit mijn ogen en Fernàndez blaast de laatste kaars uit. Dan slaat hij een arm om me heen. Het voelt echt alsof we getrouwd zijn. En het voelt goed.

het verboden dagboekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu