9. Fiore

27 2 0
                                    

Meneer Ferganz vraagt de koetsier wat er allemaal aan de hand is in het dorp. Het blijkt dat ondertussen het hele dorp al verwoest is. Ik moet ineens aan Rex denken. Die was nog thuis toen wij weg gingen! Ik ren naar moeder en vertel haar wat er is. Ze knikt begrijpend, maar we kunnen niks doen. Dan ga ik naar mijn vader. Ook hij zegt dat er niets is wat we kunnen doen. Verslagen loop in naar de kamer van Fernàndez. Hij zit achter zijn bureau een boek te lezen en ik plof boos neer op het bed. 'Wat is er Fiore?' Ik heb niet gemerkt dat Fernàndez naast me is komen zitten. 'Rex was nog thuis toen de aanval was en nu willen mijn ouders niet terug om te kijken of hij er nog is.' Ook hij kijkt me begrijpend aan. 'Misschien heb ik wel een idee,' zegt Fernàndez na een tijdje, 'De staljongen heeft vrij vanwege de aanval, dus we kunnen zo bij de paarden komen zonder dat iemand het merkt of vraagt wat we gaan doen.' Ik kijk hem blij aan. Hij is toch niet zo slecht als ik dacht.

Als we bij de stallen aankomen, zie ik dat ze wel 8 paarden hebben. 'Schrik niet van de vele paarden die we hebben. Er zijn ook mensen die hun paarden bij ons op stal zetten voor geld. Zo verdienen wij nog wat extra geld en hebben die mensen een verblijfplaats voor hun paarden. Fernàndez loopt naar een stal waar een prachtig zwart paard in staat. 'Haar naam is Ala. Ik heb haar gekregen voor mijn achttiende verjaardag.' 'Hoe oud ben je dan?' vraag ik. 'Bijna negentien,' antwoord Fernàndez. 'Aah...' 'Heb je ooit op een paard gezeten, Fiore?' Ik schud nee. 'Dan wordt dit je eerste keer.' Angstig kijk ik naar het paard. Hoe moet ik daar ooit op komen? Fernàndez legt een zadel op het paard en bind hem strak vast. 'Doet dat voor een paard niet enorm zeer?' 'Nee, ze zijn het gewend en het is zo gemaakt dat het niet zeer doet voor een paard.' Ik knik. Hij pakt een krukje welke hij nast het paard zet. Dan klimt hij op het paard. 'Jij kunt er via het krukje op klimmen. Ik houd je wel vast.' Ik stap op het krukje en Fernàndez trekt me op Ala. Ik sla mijn armen om zijn middel en dan gaan we. Eerst lopen we rustig, maar dan gaat het paard als sneller totdat we in galop zijn. Ik geniet ervan hoe de wind langs mijn gezicht strijkt en hoe het mijn haren laat golven. We rijden over de weg waar nu geen rij met koetsen en karren met mensen erop staan. Iedereen is gevlucht. In het dorp is het verlaten. Er staan alleen niog wet ruïnes van huizen en andere gebouwen. Hier en daar zie je wat mensen lopen die op zoek zijn naar de restanten van hun bezittingen. In de verte zie ik het boompje dat Melia en ik geplant hadden. Melia! Ik heb haar na dinsdag niet meer gezien en het is nu vrijdag! Snel spring ik van het paard af en ren ik naar het huis van Melia. Als ik daar aan kom staan er nog maar een paar muren. Voor de rest liggen er overal restanten van de rest van het huis. Ik gooi alle stenen aan de kant om te zoeken naar Melia. In de verte zie ik dat Fernàndez eraan komt rijden. Ineens zie ik iets roods liggen. Het lijkt wel op Melia haar favoriete jurk. Ik til de steen omhoog. 'AAAAAAAAH!!!' Ineens zie ik allemaal sterretjes en dan wordt het zwart.

'Fiore..? Fiore!?' 'Wa... waar ben ik?' 'Je was flauw gevallen.' Ik sta op en kijk om me heen. Dan weet ik weer wat er was. Ik tilde de steen op waar de jurk van Melia onder lag, maar het bleek dus Melia te zijn. Ik barst in huilen uit. Fernàndez slaat een arm om me heen. 'Rustig maar, ze is nu op een betere plek. Ik begin uit te huilen en dan heb ik alleen nog maar tranen in mijn ogen. Ik zie Melia daar liggen. Ze heeft een glimlach op haar gezicht. Ze wist dus dat dit zou gebeuren. Nu slaat Fernàndez zijn beide armen om mijn lichaam. Ik knuffel hem terug en zie vanuit mijn ooghoek iets aan komen lopen. Rustig verslapt mijn greep, totdat alleen hij mij nog maar vasthoud. Nu duw ik hem van mij af en kijk wat daar aan komt lopen. 'Miauw.' Ik val op mijn knieen neer en knuffel het wezen dat er net aan is komen lopen. Het is Rex! Ik kijk achter me en zie dat Fernàndez me met een glimlach aankijkt. Ik lach en sta op. Ik sla mijn vrije arm om hem heen en wil hem een kus opzijn wang geven, maar net op dat moment draait ook hij zijn hoofd en kussen we elkaar. Even verstijf ik, maar dan geef ik me eraan over.

Als we terug naar huis rijden moet ik denken aan wat er net is gebeurt. Ik vind hem niet eens leuk! Oké, misschien een beetje. Maar toch kuste ik hem. Allerlei verwarrende gedachten dwalen door mijn hoofd. Wat moet Fernàndez nu wel niet denken. Als hij straks denkt dat ik hem echt leuk vind, kan er wel iets enorm mis gaan. Straks vertelt hij het aan mijn ouders... Dan is er pas echt wat aan de hand, want zij geloven erin om je eerste zoen te bewaren voor het huwelijk. En ik ook... 'Fernàndez?' 'Wat is er Fiore?' 'Zou je alstjebieft niets willen zeggen over wat er net is gebeurt?' 'Is goed.' Ik zucht van opluchting en pak hem dan weer met één arm vast om zijn middel. Mijn andere arm druk ik tegen mijn buik, zodat ik Rex niet nog een keer verlies. Ik zie hoe we langs het meer komen, waar ik vroeger altijd kwam om te zwemmen. Die zorgeloze jeugd was zo heerlijk! Ik besluit dat is er binnenkort heen ga, om me weer een kind te voelen. In plaats van een meisje dat binnenkort gaat trouwen.

Als we terug bij de stallen zijn, brengt Fernàndez Ala naar binnen, terwijl ik buiten op een boomstam ga zitten. Ik hoor de vogels fluiten alsof er helemaal geen aanval was gisteren. Het is niet zo dat ik daar niet van geniet, want ik heb altijd al van fluitende vogels gehouden. Fernàndez komt naast me zitten. We praten niet en genieten alleen maar van het heerlijke weer. Dan staat hij op en loopt hij naar binnen. Ik heb geen idee wat hij gaat doen, maar ik denk niet dat hij weer naar buiten komt. Nog even blijf ik vol afwachting buiten zitten, maar dan loop ik ook maar naar binnen. Als ik langs de studeerkamer van meneer Ferganz loop, hoor ik twee mensen tegen elkaar schreeuwen. Ik hoor dat één van hen Fernàndez is, dus neem ik aan dat de andere mannenstem de stem van meneer Ferganz is. Ik blijf even staan om te kijken of ik kan horen waar ze het over hebben, maar ik kan geen woorden onderscheiden. Dus ik loop maar naar de keuken om de dienstmeisjes te helpen, want verder kan ik toch niets doen.

het verboden dagboekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu