7. Fiore

63 5 0
                                    

Elke week kwamen Melia en ik op de dinsdag samen bij het boompje om hem te verzorgen. We praatten over van alles en nogwat en hadden het super gezellig samen. Ik ben samen met mijn ouders nog een paar keer bij Fernández op bezoek geweest, waar ik totaal geen zin in had, maar goed. Onze bruiloft is over twee weken en ik heb het Melia ook maar verteld. Samen hebben we gehuild en ze steunt me enorm. Gelukkig mag ze van mijn ouders wel op de btuiloft komen. Ookal was meneer Ferganz er eerst tegen, mijn vader bleef er op doorgaan totdat het mocht. Fernández probeert steeds contact te zoeken, maar ik probeer het zo veel mogelijk te negeren. Over een week is ons huwelijk. Ik zie er enorm tegen op. De jurk is bijna af. Hij heeft lila details, want dat is mijn lievelingskleur. De sleep en enkele details op mijn jurk zijn van kant. Ze geven een hele moderne touch aan mijn jurk. Toen ik de jurk aantrok om hem te passen rolden de tranen over de wangen van mijn moeder. 'Ik wil niet dat je met hem trouwt, ik wil dat je mijn kleine duifje blijft.' Ik lachte. 'Moeder, hoe groot of oud ik ook ben, ik zal altijd je kleine duifje blijven.' Ik geef haar een knuffel, er wel voor zorgend dat de jurk niet verpest wordt, want hoe erg ik ook tegen dit huwelijk ben, de jurk is te mooi (en duur) om te verpesten.

De volgende dagen hoorden we steeds meer gerommel in de lucht. We hoorden verhalen van koopmannen dat er oorlog is in het land en dat het langzaam deze kant op trekt. Ik zat bang, maar geinteresseerd te luisteren. Er worden allemaal onschuldige mensen gedood en niemand weet wat ze willen bereiken. Mijn vader is met allemaal bouwmannen aan het overleggen om een schuilplaats aan te leggen voor als de oorlog ons bereikt, maar niemand wil zijn familie verlaten tijdens deze cruciale momenten. Wie weet zien ze die nooit meer.

Die avond gingen we weer dineren bij Fernández. We gingen met zijn tweeën naar de studeerkamer van zijn vader om even rustig te praten. 'Waarom vind je het nou zo erg om met mij te trouwen Fiore?' vraagt hij. 'Ik vind het gewoon geen fijn gevoel dat ik met iemand trouw die ik net twee weken ken.' Hij knikt begrijpelijk, maar vind het moeilijk te accepteren. 'Maar waarom vind je het zo erg dan? We hebben nog lang genoeg de tijd om elkaar te leren kennen als we getrouwd zijn. Het is niet zo dat ik je dagboek ga lezen ofzoow.' Wacht even, dacht ik in mezelf, hoe weet hij dat ik een dagboek heb? Niemand weet dit! 'Hoe weet jij dat ik een dagboek heb?' vraag ik zo schijnheilig mogelijk. 'Dat leek me logisch. Bijna elk meisje heeft een dagboek. Het was niet bedoeld als een aanval.' Ik zucht en loop naar het raam. Buiten zie ik twee kleine meisjes achter een vlinder aanrennen. Ik wou dat mijn jeugd nog zo zorgeloos was. In plaats van zo'n verschrikkelijk huwelijk. Mijn moeder steekt haar hoofd om de deur. 'Fiore de koets staat klaar.' Ik geef Fernàndez een kus op zijn wang en loop naar buiten. Mijn moeder glimlacht trots naar me. Ik denk dat zij denkt dat ik het geaccepteerd heb, maar mijn woede borrelt zich alleen maar meer op.

Als we bijna thuis zijn zien we dat de weg is afgesloten. Er staat een enorme file richting het dorp. Mijn vader stapt uit de koets en vraag de koetsier wat er aan de hand is. 'Er is... Aanval... Verboden toegang.' Deze woorden zeggen genoeg. Aangezien ons huis aan de rand van het dorp is spring ik uit de koets en ren ik naar huis. Ik moet en zal mijn dagboek meenemen. De reservesleutel ligt nog op zijn plek, dus open ik de deur. Verderop in het dorp hoor ik allemaal geschreeuw. Ik ren naar boven en pak mijn dagboek. buiten zie ik allemaal vuur en hoor ik kanonnen in de verte. Ze zijn aan de andere kant van het dorp, dus ik moet opschieten. Als ik bij de koets aankom zie ik dat moeder ongerust langs de koets ijsbeert. Vader is de koetsier aan het overhalen om door de berm naar het dorp te rijden. Als ze mij zien aankomen rennen verlaat een enorme zucht van opluchting de mond van mijn moeder. Ze slaat haar armen om me heen en fluistert zachtjes dat ik nooit meer zoiets moet doen. We stappen de koets weer in en even later mijn vader ook weer. 'We gaan terug naar de familie Ferganz. Het is niet meer veilig in het dorp. Ik knijp mijn ogen samen als teken van frustratie. Moet ik nog langer met Fernàndez doorbrengen.

Als we daar aankomen komt meneer Ferganz ongerust naar buiten lopen. 'Waarom zijn jullie niet naar huis?' 'Ze zijn in het dorp. We worden aangevallen. Ons huis is bijna aan de beurt, dus we moesten wel weg. Kunnen we hier de komende dagen overnachten?' 'Ja, tuurlijk! Zo kunnen Fernàndez en Fiore elkaar ook nog beter leren kennen.'

Mijn ouders slapen in het gastenvertrek en ik ben verplicht om bij Fernàndez te gaan slapen. Hij heeft wel een ruim bed, maar het gevoel om in het zelfde bed als een jongen te slapen is gewoon raar. Ik trek mijn nachtjapon aan en wacht tot Fernàndez er is. Als hij binnen komt zakt zijn mond open. 'Fiore, je bent zo onbeschrijvelijk mooi. Je donkerblonde haren zijn zo veel mooier als ze als golven langs je lichaam hangen.' Ik moet blozen, maar reageer zo bot als maar kan. 'Je hoeft geen indruk op me te maken hoor, want we zitten toch al vast aan dit huwelijk.' Volgens mij deed dat hem wel zeer, want verslagen slaat hij zijn ogen neer en gaat slapen zonder nog maar een woord tegen me te zeggen. Ik moet echt beter op mijn woorden letten.

het verboden dagboekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu