Deel 9

6 2 2
                                    

Ik weet dat je er niet bent.

Ik weet dat je weg bent en dat ik je nooit meer zal zien.

Maar toch, toch blijft dat kleine stemmetje in mijn hoofd spreken tegen mij. Vind hem. Zoek hem. Vertel hem wat er is gebeurd en kus hem.

Maar het stemmetje snapt niet dat ik dat heb geprobeerd.

Het stemmetje snapt niet dat jij er niet meer bent, en dat ik door moet gaan, zonder jou. Hoe lastig dat ook is.

~

Ik weet nog toen we samen bij het zwarte meer steentjes aan het gooien waren.

Jij, Alyssa en Avina waren net in het quidditch team gekomen en Avina kon niet blijer zijn.

Mijn stenen bleven stuiteren, terwijl jij ze volgde met je ogen, de rimpelingen in het water nastarend terwijl je haar in de luchtige wind bewoog. De zee reflecterend in je ogen, maar waar de zee meestal woest en wild was, was hij in die korte secondes kalm. Ontspannen.

Alyssa's steentjes volgde de mijne en jij werd steeds gefrustreerder toen jouw stenen niet bleven stuiteren, de frons op je gezicht zorgde voor een glimlach op mijn gezicht die in een lach veranderde toen je een steen in het water gooide die je hele voorhoofd en haar nat maakte.

Je haatte het altijd als je haar nat was, maar voor mij was er geen look die jou natuurlijker stond.

~

Ik herinner onze eerste kus nog.

En onze tweede.

Onze derde, vierde, vijfde, fuck ik herinner ze allemaal.

Maar aan ze denken brengt me meer verdriet als blijdschap, terwijl ik nergens anders aan lijk te kunnen denken.

Waarom? Waarom?

Waarom moest ik alleen overblijven?

~

Hey,

Ik mis je nog steeds, iedere dag.

Maar ik denk dat het beter wordt.

Langzaamaan.

Ik heb het gevoel dat alles opschrijven het meer uit mijn hoofd haalt, en de frisse lucht doet me goed.

Castor en Hazel weten mijn leven altijd wel zuur te maken, en het daarna beter te maken als voorheen. Soms word ik ze zo beu, maar dan realiseer ik me dat ik het erger had kunnen hebben.

Laatst hadden ze de wasmachine volgedaan met wasmiddel en was hij overspoelt door bellen.

De hal aan mijn en hun kamers stonden helemaal onder bellen en Castor en Hazel moesten alles opruimen.

Nou, wat een straf moest zijn werd een bellengevecht met de hele familie.

Ik weet niet waar je bent, maar weet dat als je ooit een thuis nodig hebt, dat je altijd hierheen kan komen.

~

Ik mis Hazel en Castor.

Ik snap dat ze terug naar school moesten, maar nu heb ik alleen in dit huis en voelt het alsof de muren me onderdrukken tot ik geen adem meer halen kan.

Ik help zoveel ik kan met de winkel, maar mijn vaders maken zich zorgen om me omdat ik zoveel werk.

Ze sturen me nu bijna dagelijks naar Rose om samen met haar iets te gaan doen.

Will we meet again (The Lucy universe) (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu