15

194 12 2
                                    

Na 15 minuten loop ik de keuken binnen.
Mijn ogen vallen meteen bij mijn zusje die in elkaar gekropen tegen een keuken kastje aanzit.
Ik kniel bij haar neer.
"Maartje? Ik ben weer thuis."
Ze zegt niks en staart voor zich uit.
"Maartje? Wat is er?" vraag ik dan.
Ze kijkt me aan en ik kijk in een gezicht zonder emoties.
"Maartje" vraag ik nogmaals maar dan wat onrustiger.
Ze kijkt weer naar de grond en begint te praten.
"Mam...mama.....ze ligt heel de dag al op bed..."
Ik kijk haar onbegrijpelijk aan.
"Ik heb trek" mompelt Maartje.
Ik sta zuchtend op. Er staat een stapel vaat.
Ik zet de kraan aan en doe wat sop in een tijltje. Ik begin schoon te maken.
"Waar is Tim?" vraag ik dan.
"Weet ik niet" krijg ik als antwoord.
Een rilling gaat door me heen.
Ik loop snel naar boven en laat me zusje alleen achter.

"Nee mam! Niet Tim!" schreeuw ik angstig. "Mam nee!"
Woedend draait ze zich om naar mij toe. "Jij moet je grote smoel houden, die kinderen kunnen niet normaal doen door jou! Jou schuld Lisa!"
Tim zit angstig in elkaar gedoken in een hoekje en me moeder blijft maar schreeuwen tegen hem.
Ze haalt uit....doet drijgend een arm de lucht in en geeft hem een klap in zijn gezicht.
Met grote ogen van schrik spring ik op een geef mijn moeder een stomp in haar maag. "Stom wijf! Blijf met je tengels van Tim af!" roep ik naar haar.
Ze draait zich om en pakt me stevig beet. Ze duwt me hard tegen de muur aan.
Ze zucht diep "jij Lisa! Jij moet je bek houden! Je haalt het bloed onder mijn nagels vandaan"
ik kijk haar woedend aan en ze smijt me tegen een andere muur aan. Met een klap beland ik op de grond.
Ik tril van angst en zie dat mijn zusje met tranen in haar ogen toe staat te kijken.
Me moeder pakt me weer beet. "Naar je kamer!" schreeuwt ze.
Ik ren zo snel als ik kan naar mijn kamer , maar me moeder is me voor...ze heeft een soort van touw in haar hand.
Ze slaat er hard mee op me rug.
De duwt me naar de grond en trapt me.
Zo laat ze me achter. Opgesloten.
Pijnlijk grijp ik naar me boven arm. Beneden hoor ik mijn moeder roepen naar me broertje.
Ik hoor een gil van me zusje.
Snel sta ik op en probeer de deur te openen. 'Straks slaat ze hem dood' gaat er door me hoofd heen.
Glasscherven hoor ik beneden vallen..... Het lijkt wel oorlog.
Ik bons zo hard als ik kan op de deur totdat me handen pijn doen van het slaan.
Er komt weer bloed uit mijn hand. De wonden zijn weer open gegaan.
Vermoeid laat ik me vallen op de grond.
Me broer ben ik kwijt , straks ook nog Tim en Maartje.

vechten voor het levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu