Pov ashton
Ik duw het meisje van me af en ren achter dagmar aan, Jezus wat kan ze snel rennen ze sprint de trappen op en ik ren haar achter na. Ze vlieft haar kamer in en gooit de deur dicht. Ik loop achter haar aan de kamer in en zeg haar naam zacht maar toch hoorbaar. Ga weg zegt ze gebrokken. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaap waarom liep ik niet gewoon weg bij die meisjes dan kon ik nu naast dagmar liggen en haar vast houden. Ga weg schreeuwt ze nu harder, ik schrik er van en loop huilend weg. Ik wil het haar uitleggen maar nu kan dat niet. Ik ga maar naar huis toe. Eenmaal thuis aan gekomen loop ik meteen door naar mijn kamer. Ik kan de jongen nu niet onder ogen komen. Ik hoor wat gestommel op de trap en daarna een klop op de deur. Ik negeer het, ik heb geen zin om te praten, calum komt binnen en gaat naast me zitten . Hij vraagt me wat er is en meteen komem de tranen weer na een tijdje kan ik het eindelijk vertellen. Calum zucht even en zegt dat ik dagmar haar tijd en ruimte moet geven die ze nodig heeft. Ja zo logisch had ik ook al wel nagedacht calum. Ik zeg niks en ga in bed liggen. Calum loopt weer naar beneden en ik hoor ze beneden wel praten over mij en dagmar maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik ben super moe maar slapen lukt niet mijn gedachten blijven maar bij dagmar en er komen allemaal verkeerde dingen in mijn hoofd wat nou als ze het weer probeert. Ik ben ook zo stom. Ik hoor de jongens naar bed gaan. Na een paar uur lig ik nog steeds wakker, ik pak mijn mobiel om te kijken of ik heel toevallig ook een berichtje heb van dagmar, maar dat is niet het geval. De zon komt op en het is nu 6 uur ongeveer. Ik stap uit bed en neem een lange douche maar veel verschil maakt het niet over hoe ik me voel. Ik draai de douch uit droog me af en trek wat kleren aan, ik maak wat eten maar krijg het niet door mijn keel. Ik schuif mijn bord weg pak een glas water en loop weer naar boven en ga weer in bed. De uren gaan langzaam voorbij en ik lig nog steeds in bed niks te doen. De jongens komen soms langs maar ik negeer ze gewoon. Telkens als mijn telefoon oplicht hoop ik dat het dagmar is maar het is nooit zo. De dagen gaan voorbij en ik blijf in bed liggen. Ik eet niks ik slaap niet en het zonlicht komt er niet in. Het enige wat ik wil is dat dit een droom is maar jammer genoeg is dat niet zo.