Met mijn nagel volgde ik de regendruppels van de tram en luisterde naar het gesprek achter me, wanhopig op zoek naar enige afleiding. Gedurende de gehele reis - die dertig minuten in beslag nam - bonkte mijn hart als een trommel in mijn keel en trilden mijn vingers. Het besef dat ik gestaag dichter bij mijn bestemming kwam, verergerde dit proces.
Dus ja, afleiding was alles waar ik naar verlangde.
Gelukkig waren de mensen achter me zeer schappelijk. Het jongetje vroeg zijn opa naar de oorsprong van de regen, en de beste man leek duidelijk geen behoefte te hebben aan feiten. Ik gniffelde om het verhaal van de wolkenelfjes die tijdens elke bui op en neer sprongen.
Stiekem koesterde ik de hoop op een extra verhaal, maar helaas. De tram hield halt bij mijn bestemming en mijn hart duikelde van mijn keel naar mijn voeten. Met lood in mijn schoenen stapte ik het voertuig uit en stond daar. Buiten. In de regen.
Shit.
Ik wierp een blik over mijn schouder, aanschouwde hoe de deuren zich sloten en de tram weg denderde, mij achterlatend. Buiten. In de regen.
Shit.
Ik vouwde mijn hand om het hengsel van mijn schoudertas en trok er enkelen keren aan. er was geen weg meer terug - of... ik kon natuurlijk wachten op de volgende tram, maar ik was geen lafaard. Tenminste, dit keer niet.
Dus begaf ik me aarzelend naar het adres dat Senna me had gegeven. Het was een grijs flatgebouw met vier verdiepingen. Ik drukte op de bel en hoorde niet veel later zijn stem door de intercom.
"Ik ben er," lachte ik zenuwachtig.
"Aha, wacht even. Ja, je kunt binnenkomen."
"Top."
Ik stapte naar binnen, haastte me de trap op en trof hem in de gang aan. Met zijn arm leunde hij nonchalant tegen de deur, waardoor deze zachtjes heen en weer zwaaide. Een verwaarloosde lap lag over zijn schouder, en zijn haren stonden alle kanten op. Het deed me denken aan en verstrooide professor en, om de één of andere reden, kwam het woord schattig in me op.
Ik stak mijn hand naar hem op en zwaaide. Hij knikte naar me en friemelde aan de vuile lap. Hij liet het tussen zijn vingers door glijden en staarde ernaar, alsof het alle antwoorden van het universum in zich verschool. "Wil je wat drinken?"
Ik schudde mijn hoofd. Naast wat getintel lag er ook een steen in mijn maag. Het was dus verstandiger om daar geen vocht aan toe te voegen.
"Mag ik... mag ik binnenkomen?"
"J," hij drapeerde de lap weer over zijn schouder en maakte ruimte voor me door opzij te gaan. "Dit is dus mijn huis."
Zijn woning was niet bijzonder groot. Het had een vierkante vorm, met een klein aanrecht dat was voorzien van een kookplaatje. Verder stonden er een tweepersoonsbed, klerenkast en keukentafel die tevens als bureau diende. Alle meubels waren afkomstig van de Ikea en waren lichtbruin van kleur. Met enkele accessoires had hij wat kleuraccenten toegevoegd.
"Leuk, gezellig, ordelijk."
De keuken was uitmuntend verzorgd en zijn bed was opgemaakt en gladgestreken. Alleen de tafel was bezaaid met allerlei voorwerpen: kranten, kwasten en olieverf stonden door elkaar. Tussen deze rommel lag een nieuw project te wachten.
"Indrukwekkend," met mijn hoofd wees ik naar het doek waarop hij een sinister konijn had afgebeeld. "Wat is het achterliggend concept?"
"Is dat niet duidelijk?"
"Mijn creatieve vermogen schiet tekort om de diepten van jouw artistieke geest volledig te doorgronden."
"Wauw, mooi gezegd," Senna boorde zijn elleboog in mijn zij, waarop ik met een scherp gesis zijn arm pakte om een volgende aanval te verijdelen. Hij trok een pruillip.
JE LEEST
Op zoek naar jou
ChickLitOntmoet Christine, Pip en Andy. Drie vriendinnen die in een wereld wonen, waar een nieuw geloof systeem is ontstaan. Eentje die vele volgen, want het bewijs is ijzersterk. Aimee, de godin van de liefde, heeft iedereen een pols tatoeage gegeven. Deze...