"Ik snap er niks van, Milo. Wat wil je nou zeggen? Dat je hier spijt van gaat krijgen? Dat je mij niet wil? Dat we elkaar niet meer willen zien?" Hij schudt zijn hoofd en kijkt opnieuw naar beneden. "Wat ik wil zeggen is dat als ik nu nog bevriend met je blijf, ik mezelf niet meer in ga kunnen houden met je. Zo sterk zijn mijn gevoelens naar jou, Matthyas. Ik vind je leuk, verschrikkelijk leuk. Maar dat kan niet..."
Ik druk mijn lippen op elkaar, maar proef daardoor een traan die op mijn lippen was gerold. "Ik kan je vriend niet meer zijn. Het is het beste voor ons beiden als we... als we doen alsof we elkaar niet kennen""Alsof we elkaar niet kennen? Milo, we zijn ons hele fucking leven beste vrienden geweest. Dat ga je allemaal opgeven omdat je zogenaamd niet met me kan zijn?" Nu ben ik nog net niet aan het schreeuwen, want mijn woede komt steeds meer omhoog. "Dat moet wel! Wij..." Hij wisselt zijn wijsvinger tussen ons terwijl hij een stap achteruit zet. "...Wij gaan nooit werken, oke?"
Ik slik opnieuw, en probeer me te beseffen ik welke situatie ik mezelf heb gewerkt. Ik sta op het punt om mijn beste vriend te verliezen omdat... ja, waarom nou eigenlijk precies? Volgensmij kan ik het nog 300 keer vragen, maar ik denk dat ik nooit een duidelijk antwoord van hem zal krijgen.We vallen stil. Ons geschreeuw uit onze monden is opgehouden, maar ik durf te wedden dat het ook in zijn hoofd aan het doorgaan is.
Met betraande en vooral wazige ogen door de druppels die erin zijn gevormd, kijken we elkaar aan. "Is dit e-echt wat je w-wilt?" Snik ik dan. Hij slikt, maar knikt voorzichtig. "Ik zou het liever anders willen. Je betekend alles voor me, maar-" "stop maar. Het is over dan" Concludeer ik.Ik kan het niet laten, en open mijn armen. Zijn tranen binnen houdend geeft hij mij een knuffel.
Ik besef het me niet. Ik probeer steeds in mijn gedachtes te herhalen dat het over is; dat hij zojuist aan heeft gegeven dat hij geen vrienden meer met mij wilt zijn. Dat hij niet meer wilt dat iemand van ons afweet...
Ergens snap ik dat hij dit zegt. Het is over een paar dagen zomervakantie, en daarom is dit voor zoiets het perfecte moment.
Ik vind het kut dat ik het snap, maar ik denk dst ik geen keuze heb dan het accepteren. Hij wilt het niet. Of zoals hij het zegt: 'ik kan het niet' En dat moet ik accepteren..."I-ik moet gaan" Mijn eigen rugtas en de rugtas van Koen in Koen's armen, zonder ook maar een beetje naar hem om te kijken. Ik moet met hem praten. Nu.
Ik loop richting Milo toe, en tik hem dan op zijn schouder. Verbaasd draait hij zich om, maar nog verbaasder is hij als hij ziet dat ik het ben. "Ik moet met je praten" Zeg ik. Milo kijkt even opzij, en dan weer terug naar mij. "Kom mee dan" Zegt hij kil en grijpt me bij mijn arm vast. Het is enorm druk op de kermis dus we moeten ons tussen de mensen heen wurmen. Om me dicht bij hem te houden glijd zijn hand van mijn arm naar mijn hand, waar hij zijn vingers in de mijne verstrengeld. Een vertrouwd gevoel overspoeld me. Zijn aanraking voelt goed, fijn.
Nadat we door tientallen mensen heen zijn gelopen trekt Milo me een hoekje om. Het is een donker straatje, en we staan dus ook tussen twee stenen muren in. Alleen een lantaarnpaal belicht ons aangezien zelfs het maanlicht ons niet kan bereiken in dit straatje.
Het geluid, de muziek en de lichen van de kermis zijn gedempt hier waardoor je ons over het grindpad onder ons goed hoort lopen.Ik heb geen idee waarom hij helemaal hier heen wilde lopen, maar ik gok en hoop dat het allemaal goed komt tussen ons. Vooral omdat ik eigenlijk nog niet precies weet wat ik tegen hem ga zeggen...
JE LEEST
Weer als toen || Bankzitters
Fanfiction'Precies de jongen die een aantal jaar geleden dit terras voorstelde komt nu naast mij zitten. De bruine gevlochten stoel wordt naar achter geschoven waarna hij gaat zitten. "Wij zaten vanmiddag naast elkaar toch?" Niet doen, Milo. Speel dit spellet...