Aan B.

26 7 2
                                    

Onze huiden elkaar zachtjes aanrakend,
Op twee flinterdunne stukjes stof na,
Ik durf niet te kijken naar je, je lichaam,
Vlak naast me, duurt dit moment eeuwig?

Ik kan je ademhaling voelen, rustig,
Terwijl je hele lichaam zich mee roert.
Geen beweging mag dit verpesten,
Wat dit ook mag zijn, dit zijn van ons.

We hebben geen naam, geen term
Die ons wezen, ons bestaan, erkent,
Toch is het meer dan twee vriendinnen,
Meer dan een vrouwelijk samenzijn.

Maar het beste is dat je hier bent, dat
Je werkelijk naast me zit, en ademt,
En zucht en beweegt en dat je leeft,
Dat je niet slechts een fantasie bleef.

VogeltjeswindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu