Aan s.

7 1 0
                                    

Als kind was ik bang van vuur
En de hitte die mijn huid zou verschroeien,
Kaarsen bleven uit terwijl duisternis bleef,
Want ik dreef niet, nee, ik zweeg,
Maar gisteren speelde vuur tussen mijn vingers,
En ik huilde, ik huilde niet, enkel woorden
Lachend van tongen, en geen gedachte
Aan die woordeloze pijn van mezelf.

VogeltjeswindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu