Hoofdstuk 17: Terug in karakter

158 10 1
                                    

De stilte die volgde op hun gesprek was doordrenkt van emoties. Matthy zat nog steeds naast Robbie, zijn hoofd vol van alles wat er net was gezegd. De eerlijkheid had hun gesprek verlicht, maar ook een onuitgesproken spanning achtergelaten. Matthy had zich nooit zo blootgegeven, en nu voelde hij zich kwetsbaarder dan ooit.

Maar dan, alsof hij zichzelf eraan herinnerde waarom hij hier eigenlijk was, schoot Matthy plotseling terug in zijn professionele rol. Hij rechtte zijn rug en keek naar Robbie met een serieuze blik. "Ik... ik moet nog bloed bij je afnemen," zei hij haastig, bijna alsof hij zijn emoties wilde wegduwen door weer de arts te zijn. "Voor de controle van je nieren."

Robbie knikte en liet Matthy zijn werk doen. Hij had wel gemerkt hoe Matthy zichzelf weer in zijn beschermende schulp probeerde te trekken, maar hij besloot er niets van te zeggen. Hij wist dat Matthy het moeilijk had, en hij kon hem niet dwingen om dat in één keer te verwerken.

Matthy pakte snel de spullen bij elkaar, zijn handen wat onhandig terwijl hij de naald in de juiste positie bracht. Hij hield zijn adem in toen hij de naald in Robbie's arm zette, bijna alsof hij zichzelf eraan herinnerde dat hij een taak had. Het bloed vloeide in de buisjes, en Matthy werkte nauwgezet, zijn blik strak gericht op wat hij deed, zich vastklampend aan de controle die zijn werk hem gaf.

Toen hij klaar was, verwijderde hij de naald en plakte een klein stukje gaas op Robbie's arm. "Klaar," mompelde Matthy, terwijl hij de naald opruimde en de buisjes met bloed voorzichtig neerzette. Hij stond op en schoof de stoel iets naar achteren, klaar om weer terug te keren naar de hectiek van de Spoedeisende Hulp.

Maar toen hij opstond, bleef hij even hangen. Zijn ogen gleden kort over Robbie, en hij aarzelde. Hij had zijn professionele plicht vervuld, maar iets hield hem tegen om zomaar weg te lopen. Robbie had hem net binnen gelaten op een manier die hij nooit had verwacht, en nu voelde Matthy een vreemd, onhandig verlangen om iets terug te geven.

Hij draaide zich langzaam om, zijn handen onrustig terwijl hij een beetje onzeker naar Robbie keek. "Ik... ik moet terug naar de SEH," begon hij, zijn stem breekbaar en onvast. "Maar... voordat ik ga... mag ik je... een knuffel geven?"

Robbie keek hem verbaasd aan, maar er verscheen al snel een warme glimlach op zijn gezicht. Hij knikte, zonder te aarzelen. "Natuurlijk, Matthy."

Matthy voelde een golf van opluchting door zich heen gaan, maar tegelijkertijd was hij gespannen. Voorzichtig, bijna nerveus, stapte hij dichter naar het bed en boog zich voorover. Zijn armen vouwden zich om Robbie, eerst een beetje stijf, maar toen hij de warmte van Robbie's lichaam voelde, ontspande hij langzaam. Het was een simpele knuffel, maar voor Matthy voelde het als een moment van troost en een kleine overwinning op zijn eigen onzekerheid.

Robbie sloeg zijn armen om Matthy en hield hem even vast, als een gebaar van begrip en steun. "Het komt wel goed," fluisterde Robbie zachtjes, bijna alsof hij wist wat Matthy nodig had om te horen.

Matthy knikte, terwijl hij zijn ogen even dichtkneep en zichzelf toestond om een fractie van een seconde echt los te laten. Maar dan haalde hij diep adem, stapte achteruit en rechtte zijn rug weer.

"Ik moet gaan," zei Matthy, zijn stem weer iets steviger. "Maar ik kom later terug om te checken hoe het met je gaat."

Robbie glimlachte bemoedigend. "Ik wacht hier wel op je."

Matthy draaide zich om en verliet de kamer, maar de knoop in zijn maag bleef. Hij moest terug naar de Spoedeisende Hulp, maar zijn gedachten zouden bij Robbie blijven, ongeacht hoeveel patiënten er die dag zouden binnenkomen.

About you | MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu