Het was een gewone dinsdagavond op de spoedeisende hulp van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. De vertrouwde hectiek hing in de lucht, een combinatie van rinkelende telefoons, haastige voetstappen en het gedempte gepraat van verpleegkundigen en artsen. Matthy werkte inmiddels al vijf jaar op de SEH, en hoewel hij talloze trauma's had gezien, raakte hij nooit gewend aan de onverwachte stroom van patiënten die de afdeling binnenkwam. Iedere dag bracht nieuwe uitdagingen, nieuwe gezichten, en soms ook bekende.
Die avond was het echter anders. Terwijl Matthy zich concentreerde op de papieren voor zich, werd hij plotseling opgeschrikt door een dringende stem over de intercom: "Trauma incoming, man van ongeveer 30 jaar, aangereden door een stadsbus. Ernstig letsel, meerdere fracturen, mogelijk inwendige bloedingen. ETA drie minuten."
Matthy voelde zijn hart versnellen, zoals altijd wanneer een ernstig trauma werd aangekondigd. Hij trok snel zijn handschoenen aan en haastte zich naar de trauma-ruimte, waar het team zich al aan het voorbereiden was. De ruimte was helder verlicht, de apparatuur piepte zachtjes, klaar om te worden gebruikt.
De ambulance arriveerde en het team zette zich schrap toen de brancard naar binnen werd gerold. Het was een chaotisch tafereel, met paramedici die razendsnel hun verslag gaven en de verpleegkundigen die zich voorbereidden om in actie te komen. Matthy stapte naar voren, klaar om het over te nemen, zoals hij dat al zo vaak had gedaan.
En toen keek hij naar de patiënt.
Een ijskoude rilling trok door zijn lichaam toen zijn ogen de gebroken, bebloede man op de brancard ontmoetten. Het gezicht was gehavend, maar ondanks de verwondingen herkende Matthy hem meteen. Zijn adem stokte, en voor een fractie van een seconde voelde het alsof de grond onder hem wegzakte. Robbie.
"Dokter, we hebben hem nodig," klonk de stem van een van de verpleegkundigen scherp, en Matthy werd terug in het moment gesleurd. Hij knikte kort en zette zijn professionele houding op, hoewel zijn handen licht trilden.
"Wat is zijn status?" vroeg Matthy, terwijl hij dichterbij stapte. Hij hield zijn stem zo kalm mogelijk, maar zijn hart bonkte in zijn borstkas. Het was jaren geleden dat hij Robbie voor het laatst had gezien, en nu lag hij hier, vechtend voor zijn leven.
De paramedicus begon de lijst van verwondingen op te sommen: "Meerdere ribfracturen, pneumothorax links, vermoedelijke miltruptuur, en een diepe hoofdwond. Hij was kort even bij bewustzijn, maar is nu weer buiten bewustzijn. We hebben hem gestabiliseerd voor transport, maar hij is er slecht aan toe."
Matthy knikte terwijl hij de informatie in zich opnam, zijn blik gefocust op Robbie's verwonde lichaam. Alles in hem wilde stoppen, de tijd terugdraaien, maar hij wist dat er geen ruimte was voor emoties op dit moment. Robbie's leven hing aan een zijden draadje, en hij moest nu handelen als arts, niet als de jongen die ooit van hem had gehouden.
"Oké, we starten met een spoed-thoraxdrain en bereiden hem voor op een laparotomie. We moeten de inwendige bloedingen zo snel mogelijk onder controle krijgen," instrueerde Matthy. Zijn stem klonk vastberaden, maar vanbinnen was hij een chaos.
Terwijl het team in actie kwam, boog Matthy zich over Robbie heen, zijn blik snel onderzoekend, op zoek naar tekenen van bewustzijn. Robbie's gezicht was bleker dan hij zich herinnerde, zijn borst ging onregelmatig op en neer onder de zuurstofmasker. Matthy voelde een knoop in zijn maag terwijl hij zich voorover boog om een duidelijke luchtweg te bevestigen.
"Ik weet niet of je me kunt horen, Robbie," fluisterde hij zacht, buiten gehoorsafstand van de anderen. "Maar ik ben hier, en ik ga alles doen wat ik kan om je hier doorheen te helpen. Je moet blijven vechten, oké? Geef niet op."
De woorden voelden ontoereikend, leeg in vergelijking met het overweldigende gevoel dat door hem heen raasde. Het was alsof hij zichzelf moest overtuigen, zichzelf moed moest inspreken om niet te breken onder de druk van de situatie.
De uren die volgden, waren een uitputtingsslag. Matthy en zijn team werkten koortsachtig om Robbie te stabiliseren, de bloedingen te stoppen en zijn lichaam weer bij elkaar te houden. Elke stap voelde als een eeuwigheid, en toch verliep alles in een waas. Matthy's focus was messcherp, maar tegelijkertijd voelden zijn emoties als een storm die op het punt stond los te barsten.
Eindelijk, na wat een eeuwigheid leek, was de operatie voorbij. Robbie werd overgebracht naar de intensive care, nog steeds in kritieke toestand, maar hij leefde. Matthy stond even stil voor de deur van de operatiekamer, zijn lichaam zwaar van de vermoeidheid, maar het was niets in vergelijking met de emotionele uitputting die hij voelde.
Hij wist dat hij niet veel langer zijn façade van kalmte kon volhouden. De herinneringen aan hun laatste momenten samen, de pijn van hun afscheid, alles kwam met een verwoestende kracht terug. Hij moest zich herpakken, moest verder met de volgende patiënt, maar diep vanbinnen voelde hij hoe het verleden hem langzaam inhaalde.
Hij keek nog een laatste keer naar Robbie, die nu veilig in de handen van de IC-verpleegkundigen was, en voelde een eenzaam soort troost. Misschien was dit het lot, dat hen na al die jaren weer samenbracht, al was het op de meest pijnlijke manier denkbaar.
Met een zucht draaide Matthy zich om en liep langzaam weg, zijn gedachten een wirwar van gevoelens. Het was nog te vroeg om te weten of Robbie het zou redden, maar een ding was zeker: niets zou ooit meer hetzelfde zijn.
JE LEEST
About you | Mabbie
FanfictieWat als je het op 17 jarige leeftijd uitmaakt met je eerste vriendje omdat je aan de andere kant van het land gaat wonen, en je hem 13 jaar later ineens weer tegenkomt