hoofdstuk 16 🤍✨

141 2 0
                                        


Ik zit met mijn handen voor mijn gezicht geslagen op de bankjes, in de gang van het ziekenhuis. Ik heb even zin in niks en niemand en ik heb mijn oortjes ingedaan. Matthyas zit zwijgzaam naast me terwijl hij van alles op zijn telefoon doet, en Senna staat tegenover mij tegen de muur aangeleund. We praten niet.

Robbie zit nog in de kamer bij Rosa. Ik heb spijt van mijn gedrag. Hij kon er niks aan doen, toch? Maar als ze dood gaat, zal ik hem voor altijd de schuld geven. Altijd.

Dan komt hij de kamer uitlopen. 'Is er nieuws?' vraagt Senna gelijk. Voorzichtig druk ik het geluid van mijn muziek iets uit, zonder het idee te wekken dat ik wil weten wat hij te vertellen heeft. Robbie zucht hoorzaam. 'Ze-ze is in een kritieke toestand. Ze gaan haar nu naar de OK brengen, omdat ze nog steeds teveel bloed verliest.' zegt hij zachtjes.

'OK?' hoor ik Matthyas naast me vragen. 'Operatie Kamer. Ze willen gaan onderzoeken hoe ver de kogels zijn gekomen, ze heeft er 2 gekregen, een in haar arm en een in haar hoofd. Het is een wonder dat ze het heeft overleefd.' zegt Robbie. 'Oké, en wanneer wordt ze verplaatst?' vraagt Senna. 'Zo snel mogelijk. Jullie kunnen haar nu nog even gedag zeggen, maar ze is nog in een coma.' 

'Ik wil Rosa nog wel zien, voordat, voordat.' Senna moet even slikken. 'Nou ja, voordat ze naar de operatie kamer gaat.' We weten allemaal dat het misschien ook wel gedag voor de laatste keer ooit zou kunnen zijn, maar dat spreken we niet hardop uit. 

Ik knik en loop met haar mee naar de kamer. Matthyas pakt me nog even bij mijn arm vast. 'Hey, ik blijf even buiten wachten, dit is wel een beetje privé. Neem je tijd maar, oké? Ik zal hier blijven.' Ik kijk hem dankbaar aan en duw de deur open. Rosa ligt nog op dezelfde positie in bed.

Senna zit al naast haar en houd voorzichtig haar hand was. Nu kan ik haar pas goed bekijken. Rosa heeft allemaal snoertjes op haar liggen, en er zit een infuus in haar neus. Ze is gekoppeld aan een of ander apparaat, die allemaal informatie over geeft. De bloeddruk, en dat soort dingen.

Er lopen nog steeds een paar verpleegers rond en dokters zijn druk aan het praten. Dan merk ik pas dat Robbie ook nog buiten staat. Wel beleefd van hem. Ik kom ook naast Rosa zitten, aan de andere kant van het bed, terwijl ik voorzichtig haar hand streel en een pluk haar uit haar gezicht veeg. Dan komen ineens de tranen. Ik voel ze eerst niet, totdat ik zie dat Rosa's shirt nat wordt, en ik veeg ze weg.

Naast me moet Senna voorzichtig lachen. 'Wat?' vraag ik. 'Wat ben je ook een oen, nu wordt haar kleding vies. Dat gaat ze je nooit vergeven' lacht ze en vormt een klein lachje om mijn mond. We weten beiden dat dit precies is wat ze zou zeggen, als ze niet in een coma lag. We denken terug aan alle leuke momenten met haar, wetende dat dit onze laatste wel eens zou kunnen zijn.

Dan wordt het weer een ietsjes serieuzere stemming, en ik zie ook dat Senna geluidloos moet huilen. 'Oh Lex, ik hoop toch zo dat haar beter kunnen maken.' snikt ze. 'Ik ook Sen, ik ook. Ik-ik zou niet weten wat ik aan moest zonder haar' huil ik mee. 'Ik-ik, het moet gewoon goed komen toch? Dat kan niet anders.' 'Ze is sterk, Rosa is al door zoveel gegaan, dat is vergeleken met dit, helemaal niks. Het komt goed.' zeg ik, maar ik hoor duidelijk de twijfel in mijn stem.

Dan komt er een verpleegster die duidelijk maakt dat ze het bed weg wil rollen, naar een andere verdieping, waar ze haar gaan onderzoeken. Ik hoop zo dat Rosa nog een kans heeft. Senna en ik geven haar beide nog een zachte kus op haar voorhoofd en ik geef nog voorzichtig een kneepje in haar hand. 'Stay strong, weet je nog?' fluister ik zachtjes in oor, ook al kan ze me niet verstaan. Senna knikt instemmend en dan verlaten we de ruimte.

Als ik terug op de gang kom, is Matthyas verdwenen. Robbie staat nog op ons te wachten. 'Ik weet niet hoe het verder gaat, maar ik kan jullie wel op de hoogte houden. Vandaag werk ik natuurlijk officieel niet, maar ik kan wel bij haar blijven, als jullie willen.' stelt hij voor. Het liefst wil ik zeggen dat hij moet oprotten, maar in plaats daarvan zeg ik iets heel anders. Wat heeft deze jongen ons misdaan? Helemaal niks. Ik heb geen reden om boos te zijn.

'Ja, dat zouden we fijn vinden, als er iemand over haar waakt.' zeg ik zachtjes en Senna is het daar mee eens. 'Dan ga ik maar snel achter haar aan. Ik app jullie wel zo snel als ik nieuws heb.' zegt hij en hij loopt de gang uit. Senna en ik blijven nog eventjes in de gang staan. 'Wat een facking heftige dag' zegt ze en ik knik. Dan beseft ze dat Matthyas weg is. 

'Hey, moet je je lover niet gaan zoeken?' vraagt ze, om de grimmige sfeer een beetje te verbreken. Ik haal mijn schouders op. 'Weet nie. Hij zei dat hij hier bleef wachten, ik heb geen idee waar hij naar toe is.' 'Nou kom op, hij kan nooit ver weg zijn. Misschien is hij wel koffie gaan halen ofzo. We moeten toch sowieso iets gaan doen. Rosa zou niet willen dat we de hele dag verdrietig om haar zouden zijn.' zegt Senna en we beginnen met lopen.

Ineens hoor ik een bulderend gelach en dan iemand die heel hard 'stt' roept. We lopen de gang in waar het geluid vandaan kwam, en we zien een klein ziekenhuis restaurant, waar Matthyas zit. Eromheen zitten 3 andere jongens. 

'Kijk, daar is hij al' zegt Senna en ze wijst naar de plek toe. 'Maar wie zijn die jongens?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik heb ze nog niet eerder gezien.' zeg ik. We lopen erheen en ik tik Matthyas op zijn schouders. 'Waar de fack was je heen gegaan. Ik dacht dat je weg was.' zeg ik zachtjes. Ik kan elk moment weer in huilen uitbarsten.

Ik kan de schrik in zijn ogen zien. 'Wat, nee, natuurlijk niet. Ik zou nooit zomaar weggaan. Ik had je een berichtje gestuurd, maar ik denk dat je die niet hebt gelezen.' zegt hij. Ik knik, terwijl ik vragend mijn hoofd naar de 3 jongens toe kijk. 'Dit zijn mijn vrienden, de andere Bankzitters, weet je nog wel? We moeten vanmiddag weg, terug naar Nederland.' zegt hij. Oh shit, dat is waar ook. Wanneer is de volgende keer dat ik hem weer zie.

'Nou, gaan jullie jezelf nog voorstellen, of hebben jullie geen stem ofzo.' vraagt Senna ongeduldig, die duidelijk geen zin heeft in deze jongens. 'Sorry, je hebt helemaal gelijk. Ik ben Raoul, aangenaam' en hij schudt beleef onze handen. Hij lijkt me wel aardig. 

'Koen' zegt een ginger. Nou makkelijke prater, hoor ik Rosa in mijn hoofd zeggen en ik moet zachtjes grinniken. 'En ik ben Milo, en wie mag jij dan wel zijn sunshine?' vraagt hij, maar voordat ik hem een klap op zijn hoofd kan geven, zie ik dat hij naar Senna kijkt, die voorzichtig moet blozen. 'Senna, en noem me alsjeblieft nooit meer sunshine.' zegt ze blozend. 

'Prima, dan noem ik je wel schatje ofzo. Ik verzin wel een andere bijnaam' zegt hij lachend. Hij schuift een stoel van een andere tafel bij voor haar, en Matthyas doet hetzelfde voor mij. 'Gentelman' hoor ik Senna zeggen en Milo moet lachen. 'Let jij maar eens op' zegt hij en hij zegt tegen haar dat ze haar ogen dicht moet doen.

Ze doet braaf wat er van haar wordt gevraagd, en Milo pakt een bloem, die in het vaasje midden op de tafel staat. 'Doe ze maar weer open.' zegt hij en hij haalt zogenaamd de bloem van achter haar oor en geeft hem aan haar. Senna moet weer blozen. 'Oké Milo, doe de bloem nu maar weer terug.' zegt Koen en Milo geeft hem een stomp.

Ik moet lachen om het hele tafereel. Je kan duidelijk zien dat deze jongens vrienden zijn. 'Dus, hoe nu verder?' vraagt Matthyas, en als ik hem verbaasd aan kijk, verduidelijkt hij. 'Met Rosa?' 'Ooh, nou, Robbie houdt ons op de hoogte en tot die tijd kunnen we niks anders doen dan wachten.' zeg ik en gelijk valt de hele tafel stil. 'Matt heeft ons net even op de hoogte gebracht, ik vind het echt heel erg voor jullie' zegt Raoul en Senna en ik kijken hem dankbaar aan.

'Thanks'

Vallende sterren ft. BankzittersWhere stories live. Discover now