hoofdstuk 19 🤍✨

35 1 0
                                    


Het is veel te stil in de lift als Robbie op het knopje drukt. We zijn allemaal extreem gespannen. Het idee dat Rosa er op dit moment misschien niet meer is, maakt me gek van binnen, en het feit dat Matthy nu naar buiten loopt en in de taxi zit, nog veel meer. Oh God, wat mis ik hem nu al. 

Het plingen van de lift geeft aan dat we op de 3e verdieping zijn aangekomen. Ik zie er blijkbaar zenuwachtig uit, want Senna geeft me een hand aan, die ik aan neem. Ik ben zeker niet de enige.

 Robbie weet waar we moeten zijn, dus hij loopt vooruit. Wat er voor mij uitziet als een doolhof, ziet er voor hem uit als een woonkamer.

We lopen vele gangen in en uit, als we eindelijk voor een deur stil komen te staan. Ik voel Senna's grip op mijn hand sterker worden. 'Is dit het?' vraag ik zachtjes. Ze haalt haar schouders op en in plaats daarvan antwoord Robbie. 'Dit is de kamer waar ze is geopereerd, dus ik kan aan de artsen vragen die hier nog zijn, waar ze -uhm-' hij stopt even in zijn zin. 'Waar ze nu is, zeg maar' maakt hij af.

In de hemel of ergens anders op deze verdieping, denk ik bij mezelf. Alleen daar kan ze zijn. Hij loopt naar binnen en sluit de deur achter hem. Het valt in het slot met een zachte klik.

Het blijft stil tussen mij en Senna, en ik heb ook geen behoefte om te praten. Het enige wat op dit moment telt, is dat Robbie terug komt met een grijnzend gezicht, om te zeggen dat ze morgen weer fit is voor een concert. Maar dat gebeurd niet en de deur blijft dicht.

Wat voelt als een eeuwigheid, gaat de klink eindelijk omlaag van de deur. Maar het is niet Robbie de eruit komt. Het is een dokter, met daarachter 2 verpleegsters. Eerst snap ik niet wat er gaande is, maar dan zie ik dat de 2 dames een bed meetrekken, met daarop een lichaam. Ik kan niet zien of het Rosa is, want er ligt een witte doek voor het hoofd van de persoon.

Maar blijkbaar heeft Senna al een conclusie getrokken want haar grip verslapt en ze zakt op de grond. 'Oh God, nee toch, Roos' gilt ze uit. Zo snel als ik kan trek ik haar op. 'Je weet niet of het Rosa is' fluister ik maar ze kijkt me vreemd aan. 

De verpleegsters en dokter negeren ons. 'Natuurlijk is ze dat wel, er lag het afgelopen uur niemand anders daar.' En dan komt eindelijk Robbie de deur uit, terwijl het bed inmiddels is verder gereden.

'Is-is ze-' Ik kan het simpelweg niet uitspreken. 'Was het Rosa die daar lag?' vraag ik dan uiteindelijk. Robbie schudt zijn hoofd met een neerbuigend knikje. Dat is al genoeg. Rosa lag daar, met de witte doek voor haar hoofd. 'Ze is dood' gilt Senna uit en voor de tweede keer zakt ze weer op de grond en ik kan mijn tranen niet langer meer inhouden. 

Maar Robbie trekt haar van de grond af. 'Ze is niet dood, het is een standaard procedure, om te zorgen dat ze zo lang mogelijk onder narcose blijft, zodat ze niks van de pijn voelt.' zegt hij en ik staar hem verbaasd aan en mijn hersenen lijken niet mee te werken.  Ook Senna lijkt in de war te zijn. 

'Hallo! Ze leeft nog, ze is er boven op gekomen! De operatie is geslaagd.' zegt hij blij en ik en Senna vallen elkaar om de nek. Het besef moet eventjes in kicken. De hele situatie is veranderd. 'Ik wist het wel, ze zou niet zomaar opgeven' juicht Senna en ik kan niks anders doen dan lachen. 'Het is haar gelukt, ze heeft het gewoon gedaan.'

Uiteraard kunnen we Robbie niet vergeten dus vallen we hem ook om de hals. 'Ik kan niet geloven dat ik zo blij ben dat Rosa met een verpleeger heeft.' zeg ik lachend. 'Nou, nou, we hebben niks' zegt hij verlegen. 'Jaja, nóg niet' zegt Senna en dan rennen we zo snel mogelijk achter het bed aan, die al aan de andere kant van de gang is.


Matthy

Het begint al met schemeren als we als uit ziekenhuis lopen, maar de pers om de ingang heen is niet te missen. Er komen van alle kanten lichtflitsen en er worden microfoons naar ons uitgestoken. Ik hoor Koen: 'What the fuck' zeggen en ik zie Milo alleen maar grijzen. 'Zie je wel, zelfs die Amerikaanse chickies vallen voor ons'. Ik staar iedereen alleen maar met open mond aan. Ik zie de taxi aan de overkant van de straat staan.

'Jongens, we weten niet of het voor ons is. De meiden zijn ook nog binnen, en die zijn hier ook bekend. Laten we gewoon doorlopen, we moeten die taxi halen, probeer niet op te vallen' zegt Raoul verstandig en we lopen snel door, maar niet zonder dat ik word aangesproken. 'You were here with Lexi Winters, right?' vraagt een journalist. Ik heb geen idee wat ik moet doen en ik kijk Raoul hulpeloos aan. 

'Gewoon negeren en doorlopen Matt' zegt hij. 'Is your name Matt? Where are you from? What were you doing with Lexi this afternoon? 'Do you guys have a relationship?' hoor ik van alle kanten. Tyfus, hou je bek, kan ik alleen maar denken. Er worden allemaal microfoons in mijn gezicht gestoken, en het enige wat ik kan doen is ze wegduwen. 'No comment' zeg ik zwakjes. 

Ik weet dondersgoed dat we allebei deze relatie graag privé willen houden, dus ik hou hierna mijn lippen stijf op elkaar. 

Koen sleept me mee naar de taxi terwijl ik overal licht zie flitsen. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat Milo ook wordt aangesproken. Er wordt een camera beeld aan hem vertoont en ik zie hem duidelijk geschokt kijken.

'Milo, lopen' schreeuwt Raoul en hij komt in beweging en schiet snel de taxi in. Ik dump snel mijn tas en koffer in de achterbank en neem dan ook plaats op de achterbank. Ik tel de jongens en zie dat we compleet zijn. 'Gassen' roept Koen, maar de chaffeur verstaat dat uiteraard niet. 'Go, go to the airport' geef ik aan en hij begint met rijden.

We kijken elkaar allemaal verbaasd aan. 'Was dat voor ons?' vraagt Koen na een tijdje. Ik haal mijn schouders op. 'Daar leek het anders wel op. Maar Lexi, Senna en Rosa zijn daar ook binnen,  het zou best kunnen dat de pers wil weten hoe het met de beschieting van Rosa zit' zegt Raoul.

'Nee, dat lijkt me niet logisch. Ik werd alleen maar ondervraagt over Lexi, ik heb de naam Rosa niet voorbij horen komen.' zeg ik. 'Dat is vreemd. Misschien dat ze daar dan wél voor ons waren.' deelt Koen mee. Dan valt het me pas op de Milo opvallend stil is, terwijl hij normaal gesproken altijd aanwezig is.

'Miel, wat is er?' vraag ik. 'Wat zag je op die camera?'. Hij lijkt even over zijn antwoord na te willen denken. 'Wij waren het. Wij stonden op die camera. Senna op mijn schoot, terwijl ik mijn hand op haar heup heb.' Ik voel dat hij niet alles verteld. 'Wat nog meer' dring ik aan. 'En op het andere shot stond jij, met Lexi. Zoenend.' zegt hij zachtjes. Ik trek bleek weg.

Fuck. 

Vallende sterren ft. BankzittersWhere stories live. Discover now