Twee uur later heeft Mary me langs allerlei mensen geloodst, met wie ze een praatje maakte, en zijn we aanbeland bij ene Noah. Zijn rode haar hangt steil over zijn voorhoofd en zijn neus staat een beetje scheef. Zijn zachte gepraat geeft hem een wat schuwe uitstraling, maar zijn donkere ogen stralen. Als ik hem voorzichtig vraag hoe hij ons kan verstaan zonder de gebaren, vertelt hij me dat hij sinds een paar maanden een gehoorapparaat heeft.
'Het is geweldig om weer te kunnen horen, maar het is toch nog wel wennen. En eigenlijk miste ik het hier een beetje, dus heb ik met de directie kunnen regelen dat ik gewoon nog een zomer hier mocht doorbrengen.'
'Bovendien,' voegt Mary er lachend aan toe, terwijl ze even met haar hand door Noah's haar woelt, 'is het veel gezelliger als deze gozer hier ook is. Vorig jaar hebben we de hele tijd samengewerkt tijdens de cursussen.'
Cursussen? denk ik, maar dan schiet me plotseling iets te binnen. Verbaasd kijk ik Mary aan en hef ik mijn handen. 'Noah sprak. Hij hield zijn handen stil... Hoe kan je dat verstaan?'
Mary grijnst en volgt met haar wijsvinger de lijn van haar mond. 'Liplezen.' Glimlachend laat ze haar hand weer zakken. 'Na zo veel jaar heb je het wel redelijk onder de knie.'
'O. Ja. Natuurlijk.' Een beetje beschaamd trek ik mijn schouders lichtjes op. Stomme actie, Hailey. Niet slim. Wat moeten ze wel niet denken...
Verbaasd trekt Noah zijn wenkbrauwen op. 'Ik dacht dat de cursussen iets waren dat ze maar één jaar zouden doen?' Deze keer beweegt hij zijn handen tegelijkertijd met zijn mond.
Mary schudt haar hoofd. 'Blijkbaar werd het zo goed ontvangen dat ze gaan proberen het ieder jaar te doen. Ze hebben zelfs een heel nieuw deel laten aanbouwen, zodat de cursussen daar gegeven kunnen worden. Zoiets vertelde Kevin in ieder geval toen ik aankwam.'
'Wat voor cursussen zijn dat?' waag ik te vragen.
'Noem een standaard cursus en hij zit er vast wel bij,' antwoordt Mary. 'Ze hebben een cursus EHBO, een cursus Spaans, een cursus ...'
'En vergeet de cursus handwerken niet,' mompelt Noah binnensmonds.
Niet-begrijpend trekt Mary haar wenkbrauwen op. 'Nog één keer, alsjeblieft?' Deze keer beweegt Noah zijn mond duidelijk en maakt hij de gebaren erbij. Meteen schiet Mary in de lach. 'O god, ja.' Met lachrimpeltjes rond haar ogen richt ze zich tot mij. 'Vorig jaar heb ik Noah meegezeuld naar een cursus handwerken. Je had hem moeten zien, met die bol wol op schoot en twee breipennen! En die oude vrouw maar blij zijn dat er eindelijk ook eens een jongen was die de cursus volgde.'
'Ik vond het eerst verschrikkelijk,' gaat Noah verder, 'maar uiteindelijk heb ik me er maar bij neergelegd en toen was het best te doen. En ik kan nu ook fatsoenlijk averechts breien.'
'Dan gaan we dit jaar vragen of we kabels kunnen leren. Kan je mooi een wintertrui voor jezelf breien,' knipoogt Mary. Noah werpt haar als antwoord een vuile blik toe.
Op dat moment begint er een groen lampje aan het plafond te knipperen. Verward focus ik me op het kleine opflitsende lichtje. Vanuit mijn ooghoek zie ik nog iets groens flakkeren, verderop in de gang.
Mijn hart begint te bonken als ik een smalle hand in de mijne voel glippen. Noah's schouder drukt even tegen mijn arm aan, en dan trekt hij me mee. 'Kom,' zegt hij. 'Zometeen is al het lekkere al op.'
Angstig kijk ik achterom naar Mary, op zoek naar opheldering, maar zij lijkt de nervositeit in mijn ogen niet te zien en knikt me alleen maar vrolijk toe. Met haar lange benen haalt ze mij en Noah al snel in, die me nog steeds meezeult. Ik wil wanhopig graag mijn handen gebruiken om mijn taal te kunnen spreken, om om uitleg te vragen, maar de roodharige jongen heeft me te stevig vast. Voorzichtig probeer ik mijn hand los te wrikken, maar zijn greep is te sterk. Ik zet de gedachte aan gebaren van me af, doe in plaats daarvan een poging om mijn mond te bewegen en geluidloos de woorden te vormen om te vragen wat er allemaal gebeurt. Ik frons mijn wenkbrauwen, tracht de betekenis van het onzinnige getrek van mijn mond in mijn ogen te leggen en hoop dat Mary de boodschap begrijpt. Mimen gaat me nog steeds niet altijd even goed af, omdat ik geen flauw idee heb hoe mijn mond de bedoelde klanken moet vormen.
'Wat bedoel je, Hailey?' vraagt Mary, me wegtrekkend uit mijn chaotische gedachten. 'Noah, laat Hailey eens los, zometeen breek je haar vingers nog. Bovendien hinder je haar om met me te praten.'
Noah werpt een blik op onze handen en laat die van mij acuut los, alsof ik hem een elektrische schok heb gegeven. Een rode kleur verspreidt zich over zijn gezicht, terwijl hij aan de zoom van zijn shirt friemelt. 'Sorry,' mompelt hij, 'dat was niet de bedoeling.'
Ik knipper twee keer en glimlach dan voorzichtig naar hem, voor ik me tot Mary richt. Ik voel een blos van... ik weet het niet eens, van schaamte of van opluchting of van verwondering, opkomen, maar ik negeer hardnekkig de warmte die van mijn wangen af straalt.
'Wat gebeurt er allemaal?' vraag ik Mary. 'Wat betekenen die lichtjes?'
'O, dat!' antwoordt ze, terwijl ze aanstalten maakt om verder te lopen. 'Dat licht is er, zodat we weten dat het eten klaarstaat. Normale gebouwen hebben misschien een bel of iets dergelijks, maar wij hebben lichtjes. Er zijn verschillende kleuren, die ook allemaal iets anders betekenen.'
'Zo is groen dus eten,' onderbreekt Noah haar, de gebaren erbij makend.
'Inderdaad. Dan heb je nog oranje. Dat is voor als er een belangrijke mededeling is.'
'Dan moeten we allemaal naar de kantine komen om te horen wat er is,' vult Noah aan.
'En dan is er nog het rode licht. Dat brandt als er iets aan de hand is.'
'Kortweg gezegd betekent het gewoon, zo snel mogelijk uit het gebouw zien te komen.'
'Wat nou als er iemand de lichten niet ziet? Wat gebeurt er dan?' vraag ik langzaam.
'Er lopen altijd twee mensen van het personeel rond om iedereen naar buiten te bonjouren in geval van rood licht. Of ze sturen je naar de kantine, als het oranje of groen is.' Mary werpt een blik op Noah, wiens rode kleur net zo snel weer verdwenen is als het tevoorschijn kwam. 'Maar laten we maar gaan, voordat Noah omkomt van de honger,' plaagt ze. Met zijn schouders lichtjes opgetrokken lacht hij terug.
De twee lopen zwijgend door, ik wandel er langzaam achteraan. Mary torent boven Noah uit. Hij is niet erg groot voor een jongen, maar nog steeds groter dan ik. Uit andere gangen en kamers komen er nu ook meer mensen die zich bij ons aansluiten, op weg naar de kantine. Op mijn tenen probeer ik Mary's pluizige en Noah's rode haar te blijven zien tussen de massa kinderen. Op dat moment draait Noah zijn hoofd en ziet hij me reikhalzend turen. Een lach kruipt over zijn gezicht. Hij reikt met zijn hand naar achteren en zijn vingers sluiten zich weer om mijn hand. Deze keer plet hij mijn vingers niet.'Kom nou!' lacht hij, en gebaart met zijn hoofd richting Mary. 'Je komt toch wel bij ons zitten, hè?'
Stil staar ik hem aan. Je komt toch wel bij ons zitten, hè?
Ik kan het niet geloven.
Ik knik.
Dit hoofdstuk is een beetje random, maar ach.
En Cassis, deze is voor jou ;) omdat je me geholpen hebt met de titel en gewoon omdat je een awesome vriend bent.
Thanks for reading
-xx-

JE LEEST
Nobody Hears Me
General FictionIk ben zestien, en ik ben alleen. Begrepen word ik niet. Niemand hoort mij. Ik kan mensen niets vertellen. Ik kan niet praten. Er wordt op mij neergekeken door mensen die het niet weten, door degenen die denken dat ik alleen maar een arrogant en vre...