Hoofdstuk 1 - Deel 2

245 22 9
                                    

Zijn handen pakken me stevig beet en trekken me overeind. Ik val tegen hem aan. Nog net op tijd vangt hij me op. Hij tilt me op alsof ik een klein kind ben en draagt me de straat door, naar huis. Mijn gezicht bonkt tegen zijn schouder. Mijn lichaam schokt door het huilen. De mensen staren ons na. Mijn vader kijkt koppig terug tot ze hun blik afwenden.

Ik voel dat pap de drie vertrouwde treden op loopt naar de voordeur. Ik zie de witgeschilderde muren van ons huis, de houten raamkozijnen, de bloembakken die tegen de muur hangen. Pap trapt de deur open en draagt me naar binnen. Hij roept mijn moeders naam. Ze komt de keuken uitgelopen met een theedoek in haar handen. Ze laat haar adem langzaam ontsnappen en kijkt heel verdrietig als ze mij ziet in mijn vaders armen. Ze zegt iets, maar ik kan haar niet verstaan.

Pap legt me voorzichtig op de bank neer, waar ik opgekruld als een klein balletje blijf liggen. De tranen stromen nog steeds over mijn wangen. Mam komt naast me zitten en aait over mijn bruine haar. Ze sust wat dingen om me te kalmeren, maar ik begrijp niet wat ze zegt. Zachtjes vraagt ze iets aan pap, die zijn schouders ophaalt.

Heel langzaam kalmeert het schokken van mijn lichaam een beetje. Na een hele tijd kan ik weer redelijk normaal ademhalen en krijg ik mijn handen weer onder controle. Ik moet nog een paar minuten wachten tot het huilen stopt, maar dan ben ik weer relatief rustig. Mam helpt me overeind. Ik verberg mijn knikkende knieën door mijn handen erop te leggen, zodat mijn ouders ze niet zullen opmerken.

Mam aarzelt en kijkt me bezorgd aan. Ik knik om haar te laten weten dat weer een beetje gaat. Ze glimlacht, maar haar ogen staan nog steeds vol bezorgdheid. Ze zucht, knippert een paar keer met haar ogen en vraagt dan: ‘Hailey, wat is er gebeurd?’

Ik slik. Alle details komen weer boven, maar ik duw ze weg, naar een plek waar ik ze kan negeren, maar niet vergeten. Ik ga even met mijn hand door mijn haar, slik nog een keer en maak dan de gebaren.

‘Een vrouw vroeg gewoon de weg aan me. En… nou ja, toen ik niet antwoordde, werd ze boos en… en….’

Mijn moeder trekt even met haar mond. ‘En wat?’

Er rolt een traan over mijn wang. Ik duw de anderen terug. ‘Ze… sloeg me en ik viel. Toen…’ Ik zwijg en til mijn shirt een beetje op. Mijn vader schrikt en vloekt als hij de beginnende blauwe plek ziet op mijn zij.

Mijn moeder schrikt ook, maar houdt zich in. Voorzichtig legt ze een vinger op de plek. Ik klem mijn kaken op elkaar en dwing mezelf om niet ineen te krimpen van de pijn. Ik hoop vurig dat mam me niet heeft zien worstelen, maar ze is mijn moeder, dus natuurlijk heeft ze het gezien.

‘Wacht even,’ en ze loopt naar de keuken. Ik hoor het water uit de kraan stromen en even later komt ze terug met een natte doek in haar handen. Zachtjes drukt ze hem tegen mijn zij. Ik hap even naar adem omdat het zo koud is, maar daarna neemt de pijn af. Als de doek door mijn lichaamswarmte wat warmer wordt, draait mam hem om drukt de koude kant weer op de plek. De pijn trekt nog verder weg, totdat ik alleen nog een zeurende, irritante pijn voel, die ik met een beetje inspanning kan negeren.

Ik zwaai om mams aandacht te krijgen en wijs op mijn gezicht de plaats aan waar de vrouw me geslagen heeft. De pijn daar was minder dan die van de trappen, maar nu begint deze ook grondig vervelend te worden.

Pap raakt mijn wang aan. ‘Daar ook?’ Ik knik.

Pap pakt de doek uit mijn moeders handen. ‘Ik houd hem even weer onder de kraan.’ Als hij terugkomt, geeft hij hem weer terug aan haar. Zij geeft hem op haar beurt aan mij en staat op. ‘Sorry, Hailey, maar kan je deze zelf even doen? Ik hoor Daniel, volgens mij.’ Ze werpt me een verontschuldigende blik toe en snelt naar boven, naar mijn kleine broertje.

Mijn vader komt zwijgend naast me zitten. Er hangt een stilte tussen ons in, en we vinden het allebei niet erg. We praten allebei niet veel. Dat vind ik zo fijn aan mijn vader. Hij probeert niet het gesprek gaande te houden als we de dingen die we wilden zeggen al gezegd hebben. Met mijn moeder heb ik soms van de ongemakkelijke momenten waarin we beiden niets zeggen – of liever, waarin zij niet zegt en ik niet praat met mijn handen. Maar ik kan gewoon naast mijn vader zitten zonder dat we praten, en dat vind ik heerlijk.

Op een gegeven moment slaat pap zijn arm om me heen. Ik kruip tegen hem aan en eindelijk, eindelijk word ik helemaal rustig. Zo blijven we een poosje zitten. Ik slaak een diepe zucht, geef pap een kus op zijn wang en maak me dan van hem los. Hij kijkt me even bezorgd aan, maar als ik glimlach, verdwijnt de spanning uit zijn ogen.

We horen allebei geluiden komen van de verdieping boven ons en draaien ons om naar het trapgat. Zachtjes horen we mijn moeder praten, en het gebrabbel van een peuter.

Mam komt de trap afgelopen, met mijn kleine broertje voor haar uit. Hij loopt trots zelf de trap af. Mam houdt zijn handjes stevig vast en zorgt ervoor dat er geen enkele kans is dat het zich kan bezeren.

‘Hij was toch wakker,’ zegt ze. ‘En hij begon te krijsen toen ik hem weer in bed legde, dus…’

Ik steek mijn armen uit naar Danny en wenk hem. Lachend komt hij op me afgerend. Ik druk hem tegen me aan en til hem op mijn schoot. Hij stribbelt even tegen. Ik kijk hem quasi smekend aan. Hij glimlacht en blijft zitten. Zijn gezicht begraaft hij in mijn nek. Zijn adem kietelt me. Ik lach en prik met mijn vinger in zijn buik. Schaterend buigt hij achterover, zijn hoofdje in zijn nek.

‘Nie doe, nie doe!’ gilt hij, gierend van het lachen.

Mijn lach verdwijnt van mijn gezicht. Ik druk een kus op zijn voorhoofdje en trek hem weer tegen me aan. Zachtjes wieg ik heen en weer. Danny ligt rustig tegen me aan. Ik ga met mijn hand door zijn donkere haartjes. Daniel, oftewel Danny. Mijn kleine broertje van twee. Het kleine jochie dat voorzichtig begint te praten, maar dat al veel eerder geluidjes maakte.

Ik schud mijn hoofd met een ruk. Hij kan er ook niets aan doen. Hij is een schat. Ik houd van hem. Maar soms herinnert hij me er ook aan dat ik anders ben dan alle andere mensen. Dat mijn mond nooit een geluid zal kunnen produceren, en dat hij dat wel kan.

Danny kijkt me vragend en onschuldig aan. ‘Isse, Hai-ie?’

Ik glimlach en schud mijn hoofd. ‘Niks, lieverd.’ Hij begrijpt de gebaren nog niet, maar van pap en mam moet ik nu al beginnen met in gebaren tegen hem te praten, zodat hij het zo snel mogelijk leert te begrijpen.

Danny is blijkbaar gerustgesteld, want er verschijnt weer een brede glimlach op zijn gezichtje. Hij deponeert een nattige zoen op mijn neus en wurmt zich uit mijn omhelzing. Vrolijk kwebbelend loopt hij op pap af, zijn armen uitgestoken. ‘Pap-pa. Pap-pa!’

Mijn vader glimlacht en tilt hem op. ‘Zo, jongen, jij wordt al groot!’ Voorzichtig gooit hij Danny een stukje de lucht in. Danny proest het uit. Hij wordt weer de lucht in gegooid, waardoor hij nog harder moet lachen.

‘Nog keer! Nog keer!’

Pap schudt lachend zijn hoofd en zet Daniel weer op de grond. Het kleintje kijkt even beteuterd omhoog, maar is zijn verdriet al snel weer vergeten. Hobbelend op zijn kleine, mollige beentjes loopt hij naar zijn speelhoek, waar hij een knuffelbeest pakt en hem begint te molesteren.

Ik blijf nog even naar Danny kijken, die in de weer is met zijn knuffel. Dan sta ik op en loop naar de keuken, mijn ouders achterna. Ik hoor ze fluisteren. Stil blijf ik in de deuropening staan. Ze hebben me niet gezien en praten zachtjes door, met hun hoofden dicht naar elkaar toe gebogen.

‘Je hebt die plek op haar zij toch gezien? En haar gezicht!’

‘Ja, schat, natuurlijk heb ik die gezien. Ik kan gewoon niet geloven dat mensen tot zoiets in staat zijn.’

‘Dat arme kind. Ik…’

Ik kan hier niet langer naar luisteren. Ik zet een paar stappen terug, zodat mijn ouders me niet kunnen zien en tik hard met mijn knokkels op de deur, om ze te laten weten dat ik eraan kom. Snel draaien ze zich om.

‘Wat is er, Hailey?’

‘Ik ga even naar mijn kamer.’

‘Ja. Ja natuurlijk, schat. Ik roep je wel als we gaan eten.’

Ik knik en loop de keuken uit. Als ik nog even een blik over mijn schouder werp, zie ik mijn ouders elkaar beschaamd aankijken. Ik zucht en loop de kamer door naar de trap. Dachten ze nou echt dat ik hen niet gehoord had.

Nobody Hears MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu