'Wat is er gebeurd?', vraagt mijn vader en hij kijkt me met strenge ogen aan. Hij is gekleed in een zwart pak met een roze hemd eronder. Hij was recht vanuit zijn werk hiernaartoe gekomen toen hij hoorde dat ik in het ziekenhuis was geweest. Paniekerig kijk ik Mike aan.
Ik kan het nu niet vertellen aan pap! Alsjeblieft Mike, help! Wanhopig stuur ik een beeld naar hem door. Hij haalt zijn schouders op en tuurt naar de vloer. Hij weet ook niet wat we kunnen doen.
'Krijg ik nog antwoord?', mijn vader tikt ongeduldig met zijn voet tegen de vloer. Ik sla mijn ogen neer en begin zachtjes te mompelen.
'Een jongen in de kantine viel Alec aan, hij knalde tegen me op, ik viel met mijn hoofd tegen de vitrines en toen zijn we naar ziekenhuis gegaan om het te laten hechten. Het doet er niet zoveel toe en alles komt goed. Mag ik nu gaan?'. Hoopvol kijk ik hem aan.
Mooie samenvatting zus, je bent alleen de woorden, hoofdwond, buitenbewustzijn en nieuw vriendje vergeten. Ik gooi een kwade blik Mike's kant op zodra ik zijn beeld doorkrijg.
'Nee! Niet 'alles komt wel goed'! Je hebt vier hechtingen Lynn! Dat ik niet oké!', mijn vader schreeuwt het half. Mike recht zijn rug en zet een arrogant gezicht op. 'Luister pap, jij weet niks van ons. Jij weet niet hoe wij 's nachts leven, je weet niet hoe wij op school leven, je weet niet eens hoe het is om een half wolf te zijn! Je hebt geen idee van de dingen die wij in ons dagelijkse leven moeten opofferen, alleen maar om er zeker van te zijn dat we niet betrapt worden! Je kunt ons niet helpen door naar ons te schreeuwen, zo zitten wij niet in elkaar. Helaas voor jouw leven wij in een roedel. Iedereen beschermt elkaar. Vlak na het ongeluk heeft Alec Lynn zowat de halve school doorgedragen, ik heb er voor gezorgd dat we van die jongen af waren en de rest heeft de kantine rustig gehouden. Dat is wat voor ons belangrijk is, onze roedel. Wij kijken niet naar het verleden, wij willen vooruit kijken. Dat jullie als ouders altijd maar de slechte dingen moeten herhalen voor ons is jullie probleem. Maar als ik jullie was zou ik ons vanavond maar met rust laten. En ik zou een wat research gaan doen naar roedelgedrag, want alleen daar kun je ons mee helpen!', zegt Mike en ik zie dat zijn gezicht serieus staat. Ik heb hem zoiets nog nooit van te voren horen zeggen en staar hem verbaasd aan.
Dan grijpt hij mijn arm en trekt hij me de woonkamer uit. In mijn ooghoeken zie ik mijn vader als een standbeeld staan. Zijn ogen zijn groot geworden en hij woelt met zijn hand door z'n haren.
Ik geef Mike een stevige knuffel en stuur hem een beeld toe.
Dankje, Mike, dankje! Mike zet een scheve grijns op en fluister terug. 'Ik moet even afkoelen oké, ga maar naar Carma ofzo, ik zie jullie straks wel bij Riverclosed'.
Nog voor ik iets kan zeggen verdwijnt hij de trap op. Voor deze ene keer laat ik hem de bevelen uitdelen, en gehoorzaam pak ik mijn jas. Ik glip stilletjes naar buiten zodat mijn vader me niet kan horen. Ik loop de hoek om blijf stokstijf stilstaan. Iemand roept mijn naam. Ik draai me om en zie Carma met een grote grijns op haar gezicht achter me staan.
'Lynn! Ik wilde net naar je toe komen!', ze geeft me een knuffel en kijkt me dan bezorgd aan.
'Gaat het wel? Ik heb je niet meer gezien sinds vanmiddag', vraagt ze bezorgd. Ik glimlach naar haar en verstop m'n handen in mijn mouwen.
'Ja hoor, alles gaat prima', antwoord ik. Carma lijkt nog steeds niet overtuigd. Ik zucht en praat verder.
'Ik heb vier hechtingen in mijn hoofd en dat is alles. Het komt goed, echt waar'. Daarmee lijk ik haar te hebben overtuigd.
'Jezus, het was me wel een dagje zeg! Eerst jij en Alec en nu dit', ze slaat een arm om me heen en we lopen richting de verharde weg.
Ze heeft gelijk, het was een heftige dag geweest. Daarom ben ik ook zo blij dat we dadelijk weer even wolf kunnen zijn. Even alle ellende vergeten en gewoon doen waarvoor ik geboren ben, leven in een roedel. Niet omkijken naar wat vandaag gebeurd is, maar juist vooruit. Zoals een wolf zou doen. Door mijn verlangen om een wolf te zijn krijg ik een wee gevoel in mijn buik. Wolf is wat altijd al ben geweest.
Mijn familie stamt af van een wolvenstam. De vader van Alec, Raff, ontdekte dat we allemaal nog een klein stukje wolf in ons hebben. Hij wist een amulet samen te stellen waar hij het stukje wolf in kon opslaan. Iedereen uit de roedel heeft een eigen amulet, met drie stenen erin. De stenen staan voor ons karakter.
Ik reik met mijn hand naar mijn amulet en voel de drie koude edelstenen langs mijn vingers glijden. We kunnen onze wolf uit het amulet halen wanneer we willen, als we dat doen dan komt ons mensenlichaam in het amulet te zitten, totdat we weer besluiten om terug te veranderen. Ik laat mijn amulet weer los en stop het weer onder mijn trui. Meestal verstop ik hem, maar ik heb hem altijd om.
'We hebben trouwens wel echt geluk gehad', zegt Carma opeens.
'Hoe bedoel je?', vraag ik.
Ze kijkt even weg en gaat dan weer verder.
'Nou, als Alec uit zijn zelfcontrole was verloren vanmiddag dan was hij veranderd. Dus op de een of andere rare manier is het juist goed dat jij viel, dat leidde Alec namelijk af van het bijna doden van die jongen', ze voegt er een klein glimlachje bij toe. Ik zucht.
'Ja, dat klopt. Het is nou eenmaal zoals het is gegaan, niks meer aan te veranderen. Laat het nou maar rusten. Ik ben niet doodgegaan ofzo', zeg ik glimlachend. Carma lijkt een klein beetje beledigd en gauw geef ik haar een knipoog om het wat luchtiger te laten klinken. Carma is eigenlijk een heel ver nichtje van me. Zo is bijna idereen in de roedel familie van me. Maar sommige, zoals Alec, Rena en Blaz, hebben zoveel aangetrouwde moeders of tantes of ooms en zo, dat ze niet meer familie zijn. Daardoor kan Alec bijvoorbeeld mijn vriendje zijn. We naderen het bos en Carma lijkt er net zoveel zin in te hebben als ik. Ik voel de wolf in me wakker worden. Haar amulet glinstert zachtjes, een teken van vernadering.
JE LEEST
Winterkou
Hombres Lobo"Hij gooit zijn hoofd naar achter en legt zijn oren in zijn nek. Even later volgt ook de rest van de roedel zijn voorbeeld. Ik ook. Acht prachtige tonen klinken door het bos en voor even lijkt de winter niet te bestaan. Wij laten het hele bos horen...