(Jurken hierboven zijn de jurken die ze aanheeft of waar ze is)
Ik keek naar buiten. Uit de hoge toren. In het grote kasteel. Ik zuchtte en opende het raam. De frisse lucht haalde de benauwde lucht uit mijn kamer weg. Er kwam een vogeltje aanvliegen. Ze landde op het hek wat voor het raam zat. Ik liet haar op mijn vinger springen en kriebelde haar achter haar hoofdje. 'Hallo kleintje.'
Het vogeltje tsjirpte. 'Ga maar snel naar buiten' zei ik 'niemand hoort opgesloten te zitten.'
Het vogeltje vloog weg. Ik zuchtte en draaide me om. Ik ging op mijn bed zitten en keek naar de bovenkant van mijn hemelbed. Vroeger had ik het eens beschilderd. Samen met mijn vader. Nu zijn mijn ouders er niet meer. Mijn vader overleed in de oorlog. Mijn moeder stierf kort daarna aan een ziekte. Mijn oom had zichzelf tot koning benoemd en ik was sinds mijn zesde bijna altijd in mijn kamer te vinden. Wat ik hier nog deed? Weinig. Ik naaide, zong, verzorgde gewonde diertjes, stofte af en las. Maar ik had bijna alle boeken al gelezen. Er werd geklopt. 'Binnen' zei ik.
Anita kwam binnen. Ze was de beste vriendin van mijn moeder en had me min of meer verder opgevoed. Ze glimlachtte, 'goedemorgen prinses.'
'Goedemorgen Anita.'
'Wat ga je doen vandaag?'
'Niets. Wachten totdat ik mijn kamer uit mag van mijn oom.'
'Liefje, ik denk dat hij het niet eens merkt als je hier weg gaat.'
'Echt niet?'
'Nee, ga naar het dorp en kijk daar een beerje rond. Zoek uit wat mensen over je denken. Want volgens mij denkt de halve bevolking dat je dood bent.'
Ik knikte, liep naar mijn kast en pakte mijn mantel eruit. Die deed ik om. Ik keek haar aan, ze glimlachtte. 'Ga via de deur bij de keuken. Dan is de kans heel klein dat je hem tegen het lijf loopt.'
Ik knikte en liep achter haar aan. In de keuken waren alle kokkinen bezig met lunch en avondeten. Ze pakte mijn handen, 'zorg dat je voor het eten terug bent.'
Ik knikte en liep de trap op.
Anita
Het laatste wat ik zag was een klein stukje mantel. Ik zuchtte en draaide me om. De koning stond achter me. 'M-majesteit' zei ik geschrokken. Ik maakte snel een reverence.
'Anita' zei hij 'jij kent mijn nichtje het beste. Ik wil even praten over haar.'
'Ik sta tot uw dienst majesteit.'
Hij knikte kort en liep weg. Ik liep snel achter hem aan. Hij liep naar zijn werkkamer en liet me naar binnen lopen. De werkkamer muren waren blauw. Het bureau was van hout. Hij sloot de deur en ging achter het bureau zitten. 'Goed' zegt hij 'waar is mijn nichtje nu heen?'
'Ze is...'
'Zeg niet dat ze in haar kamer is want ik zag iemand weg glippen.'
Ik sloeg mijn ogen neer, 'ze is naar buiten. Ik weer niet zeker waarheen, majesteit.'
Hij knikte, 'mooi. Over een week word ze toch zestien?'
'Dat klopt majesteit.'
'Dan wil ik haar zien.'
'Dan moet u naar haar toe, majesteit.'
'Waar is ze meestal te vinden?'
'Haar kamer.'
'Haar kamer, en...?'
'Ze blijft in haar kamer majesteit. De hele dag lang.'
'Waarom kwam ze er nu uit?'
'Omdat ik haar dat zei. De meisjes uit de keuken en ik maken ons zorgen om haar. Ze was vroeger zo vrolijk en sinds haar moeder, de koningin, stierf, is ze treurig.'
'Mmh, en waarom zou jij je zorgen om haar maken?'
'Omdat de koningin mij op haar sterfbed vroeg om op haar dochter te letten.'
Hij knikte langzaam, 'nou ja. In ieder geval wil ik dat je haar meeneemt naar de keuken volgende week. dan zie ik haar daar.'
Ik knikte, 'ja majesteit.'
'Je kunt gaan.'
Ik maakte een reverence, liep achterwaarts weg en liep weer terug naar de keuken. Wat wilde de koning van de prinses? Ze had hem niets misdaan toch?
JE LEEST
uncle king
Fantasyhet kleine meisje kruipt bij haar oma op schoot. 'Oma' zegt ze 'wil je een verhaaltje vertellen.' De oma knikt en schuift het gordijn opzij. Op de berg staat het kasteel van de koning. De oma begint te vertellen: 'daar in de hoogste toren woont een...