Brianne
ik loop door het bos op weg naar het dorp. Vroeger waren hier mensen aan het werk maar nu was er niemand te zien. Vroeger kwam ze vaak in het dorp. Het was er veel gezelliger dan in het kasteel. Mijn vader nam me altijd mee. Ik zat dan voor hem op het paard. De dorpelingen waren altijd heel vrolijk. Ze zongen en dansten voor ons. Ik speelde spelletjes met de meisjes in het dorp. Iedereen was dol op me en ik was dol op het dorp. Maar toen mijn vader naar het front moest ging ik alleen naar het dorp. Iedereen probeerde me op te vrolijken en bijna niemand lukte dat. Ik was verdrietig en sinds de dood van mijn vader was ik er niet meer geweest. Ja, één keer toen we de kist van mijn vader en moeder naar de kerk toebrachten. Iedereen had berouw getoond. En ik was heel verdrietig. De meisjes waarmee ik speelde liepen mee en troosten me. Anita had me ook getroost. Mijn oom was hard geweest en had sommige kinderen weg geduwd. Daar was ik boos op geworden en was nog harder gaan huilen. Ik miste papa en mama zo veel. Ik schudde de gedachten uit mijn hoofd en liep vol goede moed het dorp binnen. Maar die moed verdween direct. Alles was vervallen. De mensen waren mager en kinderen huilden. Wat was hier gebeurd?! Een oudere vrouw struikelde. Ik pakte haar arm en hield haar omhoog. 'Gaat het' vroeg ik bezorgd.
Ze keek me aan en glimlachte. Haar grijze ogen waren dof en emotieloos. 'Ja hoor' zei ze 'ik lette gewoon niet zo goed op. Dank je wel.'
Ik liet haar los, 'wat is hier gebeurd?'
'Weet je dat niet?'
'Nee, vroeger toen ik hier kwam was iedereen heel vrolijk en nu.'
'Het dorp is vervallen. Er is te weinig geld om alles op te bouwen en niemand helpt ons. Maar waar kom je vandaan?'
'Ehm... ik woon in een ander dorp maar heb vroeger hier gewoont. Ik werk nu in het kasteel als keukenmeisje en was nieuwsgierig naar hoe het dorp was. Ik had verwacht dat het iets was veranderd sinds de koning is gestorven en zijn broer op de troon zit maar.... zo erg.'
Ik hoorde hoefgetrappel en reden wat ruiters de binnenplaats op. Twee kleine kinderen renden over de straat en een jonge vrouw trok ze weg voor de paarden. een van de mannen sprong van zijn paard en duwde haar achteruit, 'kijk uit jij.'
Ze keek hem kwaad aan, 'misschien moeten jullie eens uitkijken!'
Meerdere mensen schrokken en deden wat stappen achteruit. Terwijl ik erheen liep. De man hief zijn hand wat voor mij een teken was om ervoor te springen. 'Laat haar met rust' riep ik.
'En wie ben jij' vroeg hij kwaad.
'Doet er niet toe' zei ik kwaad 'laat haar met rust. en vertek nu!'
'Jij gaat mij niet bevelen!'
Er kwam een man aanlopen. Ik wist wie het was. De rechterhand van mijn oom en generaal, Edan. 'Wat is hier aan de hand' vroeg hij kwaad.
Ik rende weg. Als hij erachter kwam wie ik was had ik een probleem. Ik rende naar het kasteel. Zodra ik in de keuken was kwam Anita geschrokken naar me toe: 'prinses?'
Ik begon te huilen. Ze trok me in een omhelzing en wreef over mijn rug. 'O meisje' zei ze 'wat is er?'
'Het is zo erg in het dorp. alles is er treurig en niemand is meer vrolijk. Ze zingen niet, ze dansen niet, ze lachen niet. Alles is... is...'
Ze zuchtte, 'o liefje. Sorry dat ik je niet waarschuwde daarvoor maar ik wist het ook niet.'
Ik snikte, 'het geeft niet. Ik heb tenminste iemand gered van een pak slaag.'
'Wie?'
'Een van de dorpelingen. Een soldaat wilde haar slaan omdat ze niet uitkeek volgens hem. Ik sprong ervoor en beval hem weg te gaan en toen kwam Edan. Ik moest wel weg anders had hij me ontdekt.'
Ze knikte, 'je hebt het goed gedaan. Je hebt de aandacht afgeleid van de dorpeling. Dat is goed.'
Ik knikte, 'en nu?'
'Wil je me helpen?'
Ik knikte, 'graag.'
JE LEEST
uncle king
Fantasyhet kleine meisje kruipt bij haar oma op schoot. 'Oma' zegt ze 'wil je een verhaaltje vertellen.' De oma knikt en schuift het gordijn opzij. Op de berg staat het kasteel van de koning. De oma begint te vertellen: 'daar in de hoogste toren woont een...