14. Zac: familiezaken

2.3K 196 11
                                    

14. Zac: familiezaken

Hij schrok wakker van een of ander nummer. Liv begon wild naar iets te graaien, het bleek haar telefoon te zijn. Voor een moment luisterde hij naar het gesprek.
'Nee, hij ligt op de bank.' Ze zei het zo laconiek. Er laaide een woede op in zijn borst. Hij stond op van het bed, trok zijn boxer aan en liep naar de woonkamer. Ze had hem verbaasd aangekeken en naar zijn arm gegrepen, maar ze kon hem moeilijk roepen met Matt aan de andere kant.
'Ik zal je missen,' zei hij, in een stem die op haar stem moest lijken. Ze zou hem helemaal niet missen. Het enige wat ze deed was liegen. Tegen hem, tegen Matt en misschien wel tegen zichzelf. Hij vond een deken op de leuning van de bank en trok die over zich heen. Morgen was hij weg en het was beter als hij haar een tijdje niet zou zien.

'Zac?'
Er werd aan zijn arm gesjord, maar hij wilde niet wakker worden.
'Zac, kom op.'
Hij bromde wat en draaide zich om.
'Wakker worden nou, ik moet met je praten en we moeten over een uur naar het verzorgingshuis.'
Zodra hij zijn ogen opende keek hij recht in Livs gezicht. Hij kreunde en kneep zijn ogen dicht. 'We hebben niks te bespreken en jij hoeft nergens naartoe.' De deken gooide hij van zich af en hij stond op. In de slaapkamer ging hij op zoek naar zijn kleren.
'Hou op nu!' Liv kwam voor hem staan met haar handen in haar zij.
Hij zette haar aan de kant en greep zijn broek van de vloer. 'Waarmee? En hou zelf op. Huppel lekker terug naar dat vriendje van je.' Hij trok zijn broek aan en begon hem dicht te knopen.
Een vlakke hand landde tegen zijn wang en hij keek verschrikt op. Voor hem stond Liv, rood aangelopen. 'Serieus Zac? Dat is niet eerlijk.'
De tranen stonden in haar ogen en voor een moment voelde hij zich schuldig. Voor een moment. 'Dat is wat je wilt toch?' vroeg hij toen met een ijskoude stem. 'Naar hem toe, doen alsof er niets gebeurd is?'
'Dát is niet wat ik wíl,' gilde ze. 'Je weet helemaal niet wat ik wil of wat ik voel.' Er rolde een traan over haar wang. 'Ik wilde ... ik wilde dat je me niet had gezoend, maar ook weer wel. En dat ik Matt niet had, maar toch wel.' Liv ging op het bed zitten en wreef de traan weg. 'Het is zo verdomd ingewikkeld. Ik wil hem geen pijn doen, Zac. Dat heeft hij niet verdiend en ik ga hem zo verschrikkelijk veel pijn doen.'

Zac keek haar onderzoekend aan. Langzaam liet hij zich naast haar op het bed zakken. 'Denk je dat ik dat niet weet? Hoeveel pijn je hem gaat doen? Hoe denk je dat ik me voel, als jij bij hem bent?'
Ze keek hem geschrokken aan, een verwilderde blik in haar ogen. 'Weet ik veel, Zac. Op dit moment weet ik niks meer.' Haar handen liet ze vallen, waardoor de ene hard op de rand terechtkwam. Ze slaakte een kreun van pijn. Het liefste wilde hij haar tegen zich aantrekken, maar hij besloot dat hij dat beter niet kon doen

Samen zaten ze in een koffietentje met de papieren die de verpleegster gister had gegeven. Zac nam een slok van zijn koffie en staarde naar de papieren.
'Ik heb geen idee hoe ik dit moet betalen en of mijn opa hiervoor verzekerd was.' hij zuchtte en haalde zijn hand door zijn haar.

Liv pakte zijn andere hand vast en gaf er een kneepje in. Hij staarde er een tel naar, om vervolgens zijn hand los te trekken. Gepijnigd keek ze naar hem op. 'Zac, doe niet zo ... '
'Ik doe niet zo ... Jij bent degene die-'
'Kappen nou!' Er laaide vuur op in Livs ogen toen ze hem onderbrak. 'Ik weet heus wel dat ik fout zit.' Ruw schoof ze haar stoel achteruit en ging staan. 'Maar doe niet alsof jij zo heilig bent.' Ze prikte met haar vinger in zijn richting, waarna ze wegliep.

Zuchtend liet hij zijn hoofd in zijn handen zakken.

Ze zat op een bankje in de straat. Zijn oog viel op haar, toen hij het café verliet. Met lood in zijn schoenen liep hij op haar af.
'Hey,' mompelde hij en schoof met zijn linkervoet over de klinkers.
Haar ogen waren rood, net zoals het randje rond haar neus. Zijn hart zakte bij het lood in zijn schoenen. Zijn handen sloten zich om de hare en hij hees haar omhoog, trok haar dicht tegen zich aan.
'Het komt wel goed,' suste hij.
Ze snikte in zijn shirt. 'Ik moet zijn hart in duizend stukjes breken,' jammerde ze.
Hij aaide over haar haar. 'Je zult er één moeten breken, meisje. Het is aan jou welke.'
Ze duwde zich van hem af en knikte. 'We moeten die papieren ophalen.' Haar vingers vlocht ze door de zijne en begon hem mee te trekken. Hij staarde naar hun handen en trok toen de zijne los. Liv stond abrupt stil en richtte haar blauwe ogen op hem.
'Waarom-'
'Ik kan dit niet,' kapte hij haar mompelend af. 'Niet zolang ... '
Ze beet op haar lip en liep toen verder.

Roberts #3: She's got a boyfriend anywayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu