Hoofdstuk. 7

66 4 6
                                    

Een poot porde klimopkit in de zij, klimopkit probeerde te knipperen, hij zag niet veel, bloed had zijn ogen bedekt, hij dacht dat het de kater was die hij de vorige dag was tegengekomen. Hij had pijn over heel z'n lichaam. "Klimopkit?" was het gefluister van de oude grijze kater. "J..ja" probeerde klipokit uit te brengen, toch, de scheur in zijn keel bedwong hem te zwijgen. "Ik weet dat je het niet graag zult hebben, maar je gaat mee naar mijn huismensen, zij zullen jou helpen." woedend spartelde klimopkit tegen, toch wist hij dat het zijn enige kans was. Hij voelde hoe tanden in zijn nek vastgeklampt werden, en hoe hij in een tweebeenhol gebracht werd. Hij verkrampte van schrik toen hij twee handen voelde, die hem van de grond haalden. Maar hij kon geen grom laten, als hij zich niet zou laten doen, ging hij sterven. hij voelde hoe een middel op hem werd gespoten, bij elk spuitje verkrampte hij "Rustig blijven klimopkit, dit zijn heus heel lieve huismensen." miauwde de kater rustig. Klimopkits hele flank begon te bibberen, zou hij dit overleven? Hij voelde een zachte pels naast hem "niet verschieten" was een zachte stem naast hem, hij was al zo ver, dat hij zelf niet voelde hoe hij in een bad gelegd werd, en het bloed uit zijn pels gewassen werd. Zijn keel was toe geplakt met een plakkerig spul, nu moest hij rusten, dit... Dit was zijn enige kans.

Klimopkit opende slaperig zijn ogen, hij lag in de warmte, in een stoffen huisje, naast zijn vriend. "Hallo, gaat het al beter?" vroeg de grijze oude kater "ja... Ik ben gewoon nog wat misselijk." was klimopkits antwoord "Een tijd, dacht ik dat je dood was, na het bad ademde je niet meer..." fluisterde de grijze kater, klimopkit huiverde, hij was bijna dood. "Ben ik nu in zekerheid?" vroeg hij "ja, maar je moet nog enkele dagen rusten, buiten is het te koud" het antwoord van de kater was deze keer heel duidelijk. "Ja, het is raar om het te zeggen, maar jou huismensen hebben mijn leven gered." klimopkit was niet meer bang, de sterrenclan kon denken wat het wou, maar als de tweebenen er niet waren, was hij er nu niet meer. Toen hem duidelijk werd hoe dik en mooi z'n haar stond, begon hij te snorren, het golfde, het was zacht... Moest klauwkit hem zo zien... Ja, wat zou ze fier zijn als hij de reis overleefde... Maar alles, alles van de clans zat zo ver, een steek van droefheid beving hem, wat als hij nooit meer terug zou keren?

Warrior Cats Klimopkits Profetie ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu