Hoofdstuk. 5

53 5 1
                                    

Klimopkit sloot zijn ogen, en liet de wind zijn vacht plat strijken. Een rilling liep over z'n rug en woede sloot zich om hem om "muizenstront!" huilde hij uit. Hij voelde zich leeg, hij keek naar de maan "klauwkit, ik... Ik hou van je, en ik zal je nooit vergeten, hoe ver ik ook van je ben, en hoe zwak ik er ook van word." murmelde hij, hopend dat de wind zijn woorden zou verder brengen. Hij ademde diep in, het was tijd om een slaapplek te vinden. En hij moest eten... Jah eten. Hij kromp in elkaar, hij had nog niet leren jagen! "Ik ga verhongeren!" huilde hij zo luid dat een vogel voor hem wegvloog. Hij besloot morgen te leren jagen, maar of dat zou lukken... Hij kroop in een diep hol, en hij miste het zachte lichaam aan zijn zij.

Hij stond in een woud en een bruine kater zat voor hem zijn blik was donker, hij zei "ik ga je leren jagen, en vechten iedere nacht opnieuw, dit is een gevaarlijke reis dus nu ga je mij na doen, zie je die vogel daar?" "ja die zie ik." antwoordde klimopkit "goed, kijk hoe ik hem ga vangen." murmelde de kater. Hij drukte zijn lichaam diep tegen de grond en sloop tot hij een staartlengte van de vogel zat, en toen plots sprong hij hoog in de lucht, ontblote zijn klauwen en sloeg de vogel tegen de grond "gezien?" mauwde de kater. "Nu jij" voegde hij eraan toe. Klimopkit knikte en concentreerde zich op de muis voor hem, hij drukte zijn lichaam dicht tegen de grond, en sloop naar de muis toe. 'Knak' hij was op een takje gestapt, de muis liep weg. Klimopkit sprong op en liep de muis achterna, ontblote zijn nagels en wierp zich naar voor, en voelde dan hoe zijn klauwen zich in het zachte lichaampje boorden, fier stond hij met de muis in zijn mond en keek de bruine kater aan. "Je leert snel, maar je moet opletten waar je stapt, en zie dat de wind jouw richting uitblaast." mauwde hij streng. "Ja, ik zal erop letten." antwoordde klimopkit. Klimopkit keek even rond en zag dan dat niet in de sterrenclan zat, een rilling liep over zijn ruggengraat. "Wie... Wie ben jij?" vroeg klimopkit. De bruine kater keek hem langdurig aan, en dan keek hij naar de grond. "Ik ben Coby, een zwerver." voegde hij eraan toe "de sterrenclan kan je niet meer bereiken, daarom ben ik hier, om jou te leren." zijn stem klonk rauw. "Dus ik ben buiten bereik van de clans en ook van de sterrenclan?" vroeg klimopkit ongelovig. "Ja dat ben je, tot morgen." dat was het laatste wat Coby zei. Hij vervaagde. Klimopkit bleef in het woud achter, keek naar zijn muis, en dacht: waar was hij in zijn dromen? Maar zijn gedachten werden verstoord door een gehuil dat uit het andere gedeelte van het woud kwam. Voor het eerst viel hem op hoe duister het was, geen sterren, geen maan... Hij stapte naar de richting vanwaar het gehuil kwam, hij stond achter een braamstruik en keek tussen de bladeren naar de plaats vanwaar het gehuil kwam, hij kromp in een, er lag een kat, hij sprong op naar de kat, die in een plas bloed lag. "Pas op, voor deze plek..." zei de kat opeens, maar het was zwak, de geur van dood hing rond deze plek. "Hoe.. Hoe bedoel je?" vroeg klimopkit "kom hier nooit meer..." was het laatste wat witte poes zei en sloot dan haar ogen. Ze was dood.

Warrior Cats Klimopkits Profetie ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu