Hoofdstuk. 15

36 3 0
                                    

Zijde aan zijde liepen klimoppels en schors naast elkaar. "Het is goed dat jij gekomen bent" zei ze zacht "ik had geen keus, maar ik snap het nu nog altijd niet zo goed." antwoordde hij. "Het word allemaal wel duidelijk, maar kom we zijn er bijna." zei ze terwijl ze naar voor sprintte. Vlug haastte klimoppels zich achter haar, ze verdween in een donkere grot. Haar amberkleurige ogen lachten in het donker ''je moet niet bang zijn hoor'' murmelde ze liefdevol. Ze hielp klimoppels denken aan klauwstroom. "Ok, ik kom" murmelde hij. Ze stapten de grot binnen, voor hem lag een grote steen, met een meer ernaast. "De twee verloren clans heten de wolkenclan, en de maanclan. Het waren edele en sterke katten, de sterkste van het woud, maar op een dag verdwenen ze." fluisterde ze. "Leg je neus maar tegen de steen, samen met mij zullen we in onze dromen bij de sterrenclan komen, hun moeten we overhalen, de waarheid te zeggen aan de vier overgebleven clans, en dan moeten we de aanval van de 'verloren clans' verhinderen, doen we dit niet, gaat de sterrenclan en de vier clans waarschijnlijk kapot'' mauwde ze, haar stem was zeker, maar klimoppels proefde een beetje angst, wat ook normaal was, want als zij faalden, ging alles kapot... Hij ging naar de steen liggen, en nam diep adem, dit zou geen droom zijn voor een nacht... Plots herinnerde hij zich zijn hele reis, met Coby, de huismensen, en de oude Charley. Hij legde zijn neus, tegen de steen, en sloot zijn ogen, hij verstijfde, van de kilheid, dat uit de steen kwam.

Klimoppels opende zijn ogen, hij stond in een grote weide, waar dauw hing, naast hem zag hij Schors, de lieve, mooie poes. Maar nergens was er sterrenclan te zien... Ongerust liep Klimoppels heen en weer. "Klimoppels!" hoorde hij achter hem, een zilveren poes liep naar hem toe, het was Klauwstroom. "Klauwstroom!" begroete hij haar, en liep naar haar toe. "Klimoppels! Blijf van haar af, en denk aan de missie!" schreeuwde Schors. Klimoppels bleef staan waar hij stond, en keek Klauwkit aan. ''Kan ik iemand van de sterrenclan spreken?" vroeg hij. "Waarom? En ja, ik ben een sterrenclankat." kaatste Klauwkit een beetje chagrijnig terug. ''Een kat die al wat langer hier is.'' murmelde klimoppels, die wist dat de profetie op dit moment belangrijker was. Klauwstroom keek verergerd naar Schors, en dan naar Klimoppels, dan bleef haar blik rusten op Klimoppels. "Ik haal leeuwenster, de oude leider van de donderclan." zei ze dan droog, en liep weg. Klimoppels vacht tintelde van opwinding. Als hij een goudkleurige kat uit de struik zag verschijnen, slikte hij, het massieve grote en sterke lichaam, dat naar hem toe stapte, was Leeuwenster. Klimoppels boog zijn hooft voor de leider. "Kan ik u even spreken?" vroeg Klimoppels ''Ja'' antwoorden de kater. "Er... Er waren ooit zes clans he?" vroeg Klimoppels. De ogen van de kater verdonkerden. "Dat... Dat waren clans.''

Warrior Cats Klimopkits Profetie ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu