Hoofdstuk 26

47 8 5
                                    

"Taylor... Taylor," van een zachte fluisterstem werd ik wakker. Slaperig knipperde ik met mijn ogen. Toen ze een beetje aan het donker gewend waren, zag ik een schim naast mijn bed staan. Even dacht ik diep na, en vroeg me af waarom er, terwijl mijn kamer nog helemaal donker was, een schim naast mijn bed stond. "Taylor, wakker worden!" Het was Florencia, ik herkende haar stem. Langzaam begon er iets te dagen in mijn slaperige hoofd.
Het was zover. Het was die éne dag. De dag waar ik tegenop had gezien, maar waar ik tegelijkertijd ook naar uit had gekeken. De dag waarin ik, als alles goed zou gaan, weer naar huis zou gaan. Meteen voelde ik dat nare gevoel weer in mijn buik. Een gevoel van twijfel en verdriet. Op dit moment voelde ik vooral verdriet. Want ik wist dat het al vast stond dat ik vandaag weg zou gaan en waarschijnlijk nooit meer terug zou keren. 

Ik probeerde mijn gevoelens en gedachten uit te schakelen en ging overeind zitten. Ondertussen waren mijn ogen al beter aan het donker gewend, en zag ik Florencia op mijn bed zitten. Ze keek me weemoedig aan en ik slaakte een diepe zucht. Ze leunde iets naar voren en sloeg haar armen om me heen. Ze wist dat dit vreselijk moeilijk voor mij was, maar ze zette haar plan voort. Ik kon dat niet en dat wist ze. Ik zou allang weer teruggerend zijn naar hier, waar ik nu was. Maar zij kon het en daarom liet ik alles aan haar over en volgde ik haar.

Ze liet me weer los en stond op. "Kom" fluisterde ze, "ga je snel aankleden, anders is het te laat..." Even schoot er door mijn hoofd om gewoon te blijven liggen in mijn bed, en weer in slaap te vallen. Op een normaal tijdstip wakker te worden en door te gaan met wat ik elke dag deed. Maar het kon niet. Elke dag was er weer een, en elke dag werd het mensje in mij, een stukje groter. En dit was mijn enige kans voor een toekomst voor mij en mijn kind. Dus vermande ik me en stond op. Ik liep naar de stoel naast mijn kledingkast, waar ik de vorige avond mijn kleren al had klaargelegd. Het waren warme kleren, aangezien we op de motor gingen. In gedachten verzonken kleedde ik me aan. Er flitste van alles  door mijn hoofd. Met name een vraag, die steeds weer terug kwam. Zou ik ooit weer normaal door kunnen gaan met mijn leven? Zou ik het weer op kunnen pakken? Het zou nooit meer hetzelfde zijn, aangezien het kleine mensje, dat nu nog in mijn buik leefde, een grote rol in mijn leven zou gaan spelen. Ik moest voor hem of haar zorgen. En dan was er ook nog school... Het was heel lang geleden dat ik daar was geweest, en ik liep nu heel veel achter. Beschaamd moest ik toegeven dat ik de laatste tijd nog amper aan mijn vriendinnen had gedacht. Ik had zoveel aan mijn hoofd... Wat ik ook besefte, was dat ze me waarschijnlijk nooit zouden kunnen begrijpen. Dat ik verliefd was geworden op Leon bijvoorbeeld. Dat kon ik dus ook nooit met hen delen. En dat deed me pijn. Dat niemand me zou begrijpen en dat ik dat dus, en nog heel veel andere dingen, voor mezelf moest houden.
Ik werd uit mijn gedachten gehaald door Florencia, die me in mijn zij prikte. Ik keek naar haar en zag dat ze me wenkte met haar vinger op haar mond. Zachtjes opende ze mijn slaapkamerdeur terwijl ik haar volgde. Op de overloop bleef mijn blik hangen bij de kamer van Leon. Ik stopte en twijfelde. Het liefst zou ik zijn kamer binnenstormen en in zijn bed kruipen. Zijn sterke armen om me heen voelen en voor altijd in slaap vallen, maar dat kon niet.
Ik voelde hoe mijn ogen nat werden. Driftig wreef ik over mijn ogen en maakte mijn blik los van Leons deur. Ik hief mijn hoofd op en liep achter Florenia aan naar beneden. Ze liep naar de keuken en ik ging aan tafel zitten. Eenmaal aan tafel staarde ik voor me uit en hoorde hoe Florencia pistoletjes smeerde en in een zak stopte. Het enige wat ik deed was voor me uit staren, met een naar gevoel in mijn buik. Na een paar minuten kwam Florenicia ook aan tafel zitten en gaf ze me een pistoletje. Ik had geen idee hoe ik dat nu door mijn keel zou moeten krijgen, maar toch pakte ik het aan. "Kom lieverd, je moet echt wat proberen te eten. Je kunt straks een paar uur niks eten en je moet ook bedenken dat je goed voor het mensje in je buik moet zorgen!" zei Florenicia toen ze zag dat ik geen aanstalten maakte om een hap te nemen. Met het oog op het kindje in mijn buik nam ik een hap. Ik kauwde langzaam en met veel moeite slikte ik het door. Toen Florencia haar pistoletje op had, stond ze op en zei: "Kom, ik gooi de rest wel weg. Het is goed zo en anders komen we in tijdnood." Een beetje opgelucht gaf ik mijn pistoletje aan haar en stond ook op. Ze gooide het weg en pakte de zak met broodjes. We liepen naar de hal en we trokken onze jas aan. Florencia pakte haar sleutels en keek of ze niks vergeten was. Toen ze alles had, liep ze zachtjes naar de deur, opende hem en liep naar buiten. Ik slaakte een diepe zucht, keek nog voor een laatste keer om me heen, en liep toen achter haar aan. Heel zachtjes deed ik de deur dicht en pakte Florencia's hand die ze naar me had uitgestoken. Hand in hand liepen we naar de schuur. Ze maakte de deur open. Ik liet haar hand los terwijl ze naar binnen liep en wachtte buiten. Ze reed de motor naar buiten en gaf me een helm. Ik rolde de helm door mijn handen terwijl ik me omdraaide en staarde naar het huis. Het huis waar ik me zelfs thuis begon te voelen. Het was donker, maar omdat mijn ogen aan het donker gewend waren kon ik het huis goed onderscheiden. Mijn blik bleef hangen bij het raam van Leon. Ik verstijfde toen ik zag dat de gordijnen bewogen. Mijn hart bonkte in mijn keel. Als hij ons nu zou zien. Ik werd er misselijk van en probeerde niet te denkenk wat er dan zou gebeuren. Secondenlang staarde ik naar zijn raam. Tot mijn verbazing werd het gordijn niet open gedaan en deinde het steeds hetzelfde op en neer. Ik fronste. Totdat mijn blik viel op het raam. Het stond open. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Het gordijn bewoog gewoon door de wind. Bijna kwam er een glimlach op mijn gezicht, totdat ik bedacht waarom ik hier buiten stond. Snel wendde ik mijn blik van het raam af en draaide me om. Ik liep terug naar Florencia. Ze gaf me een knuffel en fluisterde in mijn oor: "Kom meis, we gaan." Ze liet me los en zette haar helm op. Ik gooide mijn haar naar achter en zette ook mijn helm op. Ze haalde haar motor van de standaard af en duwde hem naar de straat. Florencia liep door en duwde de motor voort naar het einde van de straat. Ik wierp nog een blik op het huis, toen ik me snel omdraaide en achter Florencia aanliep. Ik wist dat ik in tranen uit zou barsten als ik nog langer naar het huis staarde. Wetende dat Leon binnen van niks wist... We liepen niet heel hard aangezien de motor zwaar was om te duwen. Maar het kon niet anders. Anders zou Leon  wakker worden.
We kwamen aan het einde van de straat. We liepen de hoek om. Na nog een poosje lopen, stond Florencia stil en keek naar me. Het was zover. Het moment waarop ik zou ontsnappen. Allemaal zinnen schoten door mijn hoofd. Maar ik probeerde ze te negeren. Ik liep naar de moter en stapte achterop. Florenica ging ook zitten en startte de motor. Toen scheurden we weg. Terwijl er steeds een zin door mijn hoofd speelde.
Je gaat hier spijt van krijgen...

WeggeruktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu