~18~

2K 106 42
                                    

Harry Styles P.O.V.

Ik voelde me stom. Ik had echt een laffe actie begaan door zomaar weg te rennen van Louis, toen ze op ons scholden. Ik had mezelf als de Niet-Schelende Badass kunnen opstellen en met mijn ogen kunnen draaien. Of misschien had ik wel een onfortuinlijk gebaar kunnen maken naar ze, dat had ze misschien wel afgeschrikt.

Maar nee, meneertje Harry-de-laffe-lafaard-Styles, was gewoon weggerend.

Momenteel was ik thuis, mijn haar zat in een slordig knotje terwijl ik nadenkend met mijn vingers speelde achter mijn bureau.

Ik had het voor Louis op kunnen nemen, hij zou vast heel trots op me zijn. Het idee aan een Louis, die mij prijsde was bevredigend, gelukzalig. Maar uiteraard werd dat idee verdoezeld door mijn eigen stomme actie die weer als een dramatische film in mijn hoofd af speelde.

Ik ging op mijn handen zitten toen ik besefte dat ik op mijn nagels beet.

Waar zou Louis nu zijn? Het voelde verkeerd dat ik het jammer vond dat hij niet hier was om mij te troosten. Want dat had ik uiteraard veel liever gewild, een Louis die beschermend een arm om mij heen sloeg, lieve woordjes in mijn oor fluisterde en me vertelde dat alles goed kwam.

Maar dat was slechts een fantasie, een fata morgana, een verbeelding.

Ik vroeg me af of Louis misschien bij Liam was, hij had het vaak over Liam. Niet dat dat erg is, ik bedoel, hij gaat om met wie hij om gaat, maar om eerlijk te zijn heb ik het niet zo op die Liam. Zijn altijd vergevende, versterkende Liam.

Misschien was ik wel jaloers. Dat ontkende ik mezelf natuurlijk, maar waarschijnlijk zat dat me dwars. Louis ging veel vaker om met Liam. Maar Liam had een vriendin, en Louis was hetro.

Ik voelde me teleurgesteld, ik wilde zo graag dat Louis voor mij hetzelfde zou voelen als ik voor hem.

Er werd luidruchtig op mijn deur geroffeld en er stampte iemand de trap af, Gemma. "Harold! Eten!" gilde ze dwars door het hout heen.

"Ik komen!" gilde ik en ik stond kreunend op van mijn bureaustoel. Ik wist dat ik beneden een ondervraging zou krijgen. Ik was namelijk thuis gekomen, had met deuren gesmeten en ben naar mijn kamer gestampt. Elke fatsoenlijke moeder ziet dat er dan iets niet klopt. Tenzij dat normaal gedrag is.

Met een gezicht alsof er iemand dood was, strompelde ik naar beneden. Ik wist niet precies wat me zo dwars zat dat Louis er niet was. Ik miste hem. Ik miste hem elke dag, elk uur en elke minuut. Ik miste het dat we nu niet samen waren. We hadden op zijn kamer kunnen zitten, aan zijn bureau. Hij zou niet lachen om mijn grapjes of sarcastische opmerkingen, omdat hij ze serieus nam. Hij zou me zijn verzameling van schelpen en stenen laten zien, die allemaal op grootte gesorteerd waren en hij zou alle deskundige namen van die voorwerpen noemen en zo ongelooflijk trots kijken. Ik zou hem knuffelen, hij zou zich oncomfortabel voelen. Maar het niet erg vinden omdat ik het was.

"Harry, wil je aardappels?" mijn mijmeringen werden onderbroken doordat mijn moeder me bezorgd vroeg wat ik wilde eten.

"Ik niet trek hebben," murmelde ik terug, maar ik schoof wel aan.

"Echt niet?" overbezorgde moeders waren bloedirritant.

Er viel een ongemakkelijke stilte terwijl mijn moeder en zus aten en ik voor me uit staarde. Af en toe vroeg mijn moeder me iets, maar ik reageerde niet. Mijn hoofd zat bij Louis.

Ik was echt achterlijk. Ik zat veel dieper dan een gewone crush.

En op dat moment ging de bel.

ContactWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu