Lights go out and I can't be saved
Tides that I tried to swim against
Have put me down upon my knees
Oh I beg, I beg and please singing
(Coldplay - Clocks)(Kimberley)
Ik haal mijn wijsvinger uit elkaar en steek hem weer op zijn plek, gewoon uit de zenuwen.
Ik sta voor de operatiezaal in het zelden gebruikte ziekenhuis. Hier gaan robots naartoe speciaal voor een nieuw leven te creëren. Zoals ik, een beetje.
Maar meeste gewoon omdat hun gezicht niet meer zo lekker zit of als ze iets niet zo fijn gedaan hebben en het willen vergeten.
Tja, iedereen zijn eigen levenstijl.
Ze gaan me straks uitleggen wat er gaat gebeuren, al wil ik het niet zo graag weten. Zou jij graag weten hoe ze je lichaam gaan opengooien en veranderen waarna ze het daarna weer dichtslaan en er een extra laag bijleggen?
Niet dus.
Maar tijd om er langer over na te denken krijg ik niet, want mijn naam wordt al afgeroepen. 'R26 Kimberley mag binnen komen.'
Het komt zelden voor dat ik Angst voel, maar deze keer ben ik wel erg bang. Wat gaan ze doen met me?
Met een grote hap naar adem duw ik de deuren open. Hier zijn ze niet zo modern, wie steekt er ook geld in een ziekenhuis?
Voor me verschijnt een klein zaaltje, erg kil. De muren zijn van beton, nergens een kleurtje. Ook de vloeren zijn van beton, maar in het midden staat een zetel. Grijs, zoals de ruimte.
Ook de televisie aan de muur is in het zwart. Wow, wat hangt hier een sfeer.
'Ga zitten, juffrouw', zegt een onbekende stem die uit de boxen aan de muur hangen. Niet zo modern, ik zei het toch.
Als ik in de zetel zit, heb ik zicht op de televisie, die automatisch begint te spelen.
Er is een wit scherm te zien, waar plots een tekst op sprint, waarna er voorgelezen wordt.
'Klaar voor een nieuwe start?' Nee. 'Een nieuwe uitdaging?' Nee. 'Dan bent u hier op de juiste plek!' Daar ben ik niet zo zeker van. 'Welkom bij MOU, wij wensen u een fijne reis.'
Voor de rest vertelt de band dat er Emoties gaan bijgevoegd worden - zoals Vreugde, waar ik erg op tegenzie - en mijn huid beter verzorgd zal moeten worden. Ook zal ik beter tegen water kunnen, al denk ik dat mijn systeem al waterdicht was.
Alleen maar nadelen dus.
Waarom doe ik dit ook alweer?
Oh ja, omdat zij mij uitgekozen hebben als proefpersoon.
Ze kiezen de beste, de sterkste. Op zich best een compliment, maar moet ik daarom zou een pijn ondergaan?Het antwoord op mijn vraag is dus ja, dat moet ik.
Zelfs nadat ik naar Stuurman Camèra, Stuurman Victor en Anna geweest ben om alle nadelen op te sommen, gaat het plan door.
Momenteel lig ik op de operatietafel en ze gaan elk moment mijn aan/uit-knop indrukken.
De operatierobots maken zich klaar. De lichtjes boven mijn hoofd worden groen.
Met als gevolg dat mijn zicht onscherp wordt tot er niks meer van overblijft.
Ook mijn gehoor heeft eraan te lijden. Zelfs mijn lichaam kan ik niet meer bewegen!
Dus zo moet het voelen om je einde in te gaan.
Maar er is een begin bij dit einde.
Tegen mijn zin, natuurlijk, toch nog liever voor eeuwig uit dan een... mens te worden. Snap je? Ik wil ze dan niet vermoorden slash een nieuw leven geven, maar ik haat ze tot in mijn ijzeren processor. Over mijn hart gesproken...
Alles valt stil.
Tijd om een laatste gedachte te bedenken, heb ik niet.
Ik voel mijn hart stoppen met draaien.Is dit hoe het voelt om dood te zijn? Als er al zoiets bestaat als de dood voor robots.
Maar waar mag ik dan zijn? Het antwoord komt al snel: Mijn chip.
Er zijn vele verhalen over hoe het er is, maar niks van wat ik gehoord heb, kan dit beschreven.
Waar stond er dat ik alleen maar leegte zou voelen? Als ik terug in mijn lichaam zit - wow, dat klinkt eng - ga ik hier zwaar over klagen.
Als ik dat tenminste nog kan, met "Vreugde" als standaard Emotie. Ook hebben ze me verteld dat ik al de menselijke gevoelens zal ingebracht krijgen. Volgens mij neemt dat veel geheugen in beslag, dus wat zal ik niet meer weten? Of heb ik zo een groot geheugen?
Maar even terug op "Vreugde", want die zal ik snel genoeg laten verwijderen. Zodra de test over is, geloof me.
En - aargh! - kan iemand dat irritante gezoem stoppen?
Wacht... wat?
Op mijn netvlies komt er een rode tekst: 'Welkom terug, Kimberley R26.' Erachter komt nog een smiley die me dom aankijkt. Gek genoeg heb ik de neiging om te lachen.
Echt te lachen, met gemeende... Vreugde?
Laat het stoppen, laat het stoppen, ik word gek!
Met een hap naar adem ga ik rechtop zitten. Maar dat gaat niet zo makkelijk, want een stalen arm drukt me terug op de operatietafel. 'Laat me hier uit! Ik wil hier uit! Haal het weg!'
Ik kan wel huilen. En - verdomme - voel ik daar nou een traan op mijn... huid? Ik kijk geschokt naar mijn handen, die nu nagels hebben en een melkwitte kleur. Ik weet waarom het zo wit moet zijn, maar hadden ze me geen tijdelijke kleur kunnen geven? Om dit alles beter te maken?
Dan merk ik ook mijn haren op, die kastanjebruin en lang zijn. Wat een volume zit er in!
Mijn gezicht wil ik voorlopig niet zien... Ah, te laat. Voor me hangt een reusachtige spiegel op het plafond, onmogelijk om naast te kijken, en een knap meisje staart terug.
Ik kan mijn ogen nog steeds inzoomen, maar het is best eng geworden. Alsof mijn helblauwe irissen... draaien. Ik had liever mijn zwarte ogen, daar leek het allemaal normaal.
In dit menselijke lichaam niet.
In dit bleke lichaam lijkt niks normaal, snel samengevat. Een smal gezicht bij een smal lichaam, waar licht spieren te zien zijn - hoe hebben ze die er nu weer op gekregen? - en smalle voeten.
Alles is te smal en te breekbaar! Ik wil terug in mijn oude lichaam, hoe kan het dat dit de nieuwe mode is?
Aan de andere kant, ik ben nooit meegeweest met de mode.
Toch nog iets wat hetzelfde is gebleven, mijn kleren die ik aanhad toen ik mijn oude leven eindigde.
Het witte kleedje, waar ik met mijn handen langs strijk, voelt zacht aan. Voel ik ook beter, of is het alleen mijn verbeelding?
'Hoe voelt je nieuwe lichaam?', vraagt een stem als de deur opengaat. Ik draai mijn hoofd naar de stem en zie daar Tweede Stuurman Camèra staan, die naar me glimlacht.
'Beter, als die robotarm van me af zou zijn', antwoord ik met mijn hoofd knikkend naar de arm. Oh, jech, heb ik nu ook van die vlezige tenen?
Niet op letten... niet op letten...
Hij lacht humorloos en beveelt de robotmachine om de arm van mijn buik te halen. Hij volgt het bevel zonder aarzelen op. Maar best dat de machine geen gevoelens heeft, want anders had ik hem ingemaakt zodat hij zou willen dat hij geen Emoties had.
Na mijn gruwlijke gedachte ga ik rechtzitten en strijk over mijn zachte huid. Er staat overal haar! Ik grimas en kijk smekend naar de Stuurman, die zijn hoofd schudt. Camèra snapt de boodschap.
'Dit is nodig, en jij bent hier de beste man... euh, vrouw voor.' Ik zeg niks en grijp nu naar mijn haar.
Ook dit voelt zacht, maar ik mis mijn stalen hardheid nu al.
Terwijl ik in alle bestaande manieren het woord "mode" uitscheld, stapt Camèra naar me toe.
'En nu een serieus antwoord op mijn vraag, alsjeblieft.'
Ik kijk hem aan, verstoord, maar geef hem al snel een antwoord. 'Vreemd, eng, waardeloos.'
Hij knikt begrijpend, maar ik weet zeker dat hij er niks van snapt. Waarom is hij de Tweede Stuurman als hij zelf nooit iets doet?
'Het is even wennen, dat zegt iedereen, maar na je proefperiode mag je beslissen als je wilt blijven of niet.' Moeten ze me die vraag echt nog stellen?
'Ik blijf hier niet in. Hoelang duurt die proefperiode?'
'Een maand, geloof ik, vanaf deze zondag gaat het in.'
'Ik krijg eerst een aantal dagen om te wennen voor ik aan mijn opdracht begin?' Tot mijn grootste verrassing schudt hij zijn hoofd. Nee? Krijg ik geen wen-tijd, hoe je dat ook noemt?
Mijn mond valt open, het is op dat moment dat ik voel dat ik ook tanden heb. Echte, nagemaakte tanden! Ik onderdruk een rilling.
'Je moet direct al aan je opdracht beginnen, er valt geen tijd te verliezen. Veel succes en vooral veel plezier.' Daarna stapt de robot zonder mensenhuid de kamer uit en laat mij alleen achter met de gevoelloze machine.Wel, weet je, eigenlijk valt de mode best nog mee.
Moest je een mens zijn, natuurlijk, want dit is hel.
Ik heb elk moment het gevoel dat mijn huid gaat scheuren, mijn ogen gaat uitpuilen en... dat ik elk moment vleugels kan krijgen van blijdschap als ik een eindelijk mijn drankje krijg.
Robots staren me vreemd aan, maar snappen dat ik geen mens ben. Ik heb een tattoo met mijn achternaam op mijn onderarm staan, weet je.
"R26" in sierlijke, zwarte letters. Maar ik heb het gevoel dat ik helemaal niet meer bij de familie hoor. Nog minder dan ik al deed.
Ik vraag me af... zou dit allemaal gebeud zijn moest ik nog een warme familie hebben?
Lang denk ik er niet over na, dat is niet goed voor mijn concentratie.
Binnen een uur vertrek ik naar Sector P, waar ik mensen zal moeten zoeken. Samen met Kris.
Ik heb zo mijn vermoedens waarom F14 meegaat, maar zeker is het niet. Zouden de mensen die hij kent daar wonen? Hoe kan het dat we ze nog nooit gezien hebben?
Mijn drankje drink ik in een teug leeg en zet hem met een grote klap terug op de toog. Met brede, zekere passen stap ik terug naar de lift, die me naar mijn appartement zal brengen.
Eens daar trek ik een donkere jeans broek aan trekken met een los hemdje boven. Ik moet er uitzien alsof ik al eeuwig rondzwerf, op zoek naar iets levends. Daarom is mijn haar ook zo warrig en vuil - zo moest ik het instellen - en zijn mijn nagels onverdragelijk. Ik ben dan geen mens, ik heb een hekel aan die vuile randjes onder de valse nagels. Hoe kan het dat ik irritatie voel voor zo iets pietluttigs?
Ik heb geen oortjes of microfoontjes ingekregen, er wordt verwacht dat ik foto's trek en informatie opsla. Dan een geschikt moment vinden om te onstnappen en klaar is Kees!
De planeet verlost van het kwaad - en daarmee bedoel ik het moorden - en mag ik een... modieuzer werk doen. Alleen maar pluspunten!
Maar dan moet er eerst iets geofferd worden en jammer genoeg zal ik degene zijn die hun ondergang betekent. Al ben ik een wezen van staal en ijzer, ik kan gevoelens hebben.
Mensen en robots... eigenlijk zijn we hetzelfde op veel vlakken.
Ooit vroeg ik me af als we de mensen eigenlijk niet moeten eren, want zij hebben ons gecreërd. Stank voor dank, is een oud gezegde van mensen.'Veel succes', zegt teamleider Jonas tegen ons, waarna hij terug naar Tweede Stuurman Camèra stapt. We knikken naar hem en draaien ons om.
'Laat het feest beginnen', grijnst Kris.
Ik voel mijn wangen rood worden - waarom heb ik die functie ook gekregen? - en glimlach verlegen. Dit is hel.
Van Kris wordt verwacht dat hij me beschermt, voor dergelijke ongevallen, maar ik weet niet als het bestuur weet wat hij weet.
Kris en ik lopen zelfzeker de steegjes in. Het schip verdwijnt onmiddellijk achter ons, maar we kijken niet om.
Dit is ons moment.