Hoofdstuk 16 - Het Kan Anders

214 12 2
                                    

Close enough to start a war

All that I have is on the floor

God only knows what we're fighting for

All that I say, you always say more

(Adele - Turning Tables) 

(Vince) 

Ik lig rustig in mijn bed, kijkend naar de jongens die aan het ravotten zijn, als ik op mijn schouder word getikt. Met een vragend gezicht draai ik me om, terwijl ik rechtop ga zitten. 

Het is Valentine, die me een klein glimlachje schenkt. Haar ogen lachen niet mee. Wat is er? 

'Kun je even meekomen?', zegt ze zo zacht dat het bijna gefluister is. Ik volg haar naar buiten, waar je uitzicht hebt over de ene helft van de Koepel. Beneden is er licht te zien, waarachter Kimberley in het niets zit te staren. Oh, wat is ze mooi.

Wát?

'Vince', trekt Val mijn aandacht. Ik richt mijn blik terug op haar en probeer zo goed mogelijk mijn eerdere gedachten te verstoppen. 

'Ja?' Ik wil haar in mijn armen nemen, maar ze deinst terug. Wat is er toch met haar? Ik blijf dus maar op mijn plek staan en wacht tot mijn vriendin verder gaat. 'Wel... euhm...'

'Zeg het nou maar, liefje', zeg ik liefkozend. Hierdoor lijkt ze nog meer te aarzelen, wat ik vreemd vind.

Valentine haalt diep adem. 'Er gaat een gerucht dat je het uit wilt maken en ik geloof dat de geruchten gelijk hebben. Je bent erg anders de laatste tijd en dus...' Voor ik een reactie kan geven op haar geratel, praat ze al verder. 'Maak ik het uit.' 

Op dat moment lijkt er een grote last van haar schouders te vallen. Ik open mijn mond, maar sluit die weer. Wat hoorde ik? 

'Ik versta het als je me nu wil wurgen, Vince, maar ik voel niet meer hetzelfde voor je als maanden geleden.' Ze wacht op een antwoorde en kucht ondertussen ongemakkelijk, maar ik weet nog steeds geen antwoord te bedenken. 

Momenten later krijg ik er dit uit: 'Wa?' Het komt er als wind uit. Perfect. Ik heb niet eens een correct woord uitgesproken! 

Val fronst. 'Ik zei dat ik het uitmaak, simpel.' 

'Wáarom?'

'Omdat ik denk dat we niet meer van elkaar houden.' En als ik even denk, heeft ze inderdaad gelijk. Ik voel... niks. Leegte. Ik heb nog steeds de neiging om haar te beschermen als een zus, maar ik hou niet meer van haar. Ze heeft gelijk.

'Je hebt gelijk.' Ik laat mijn hoofd zakken en kijk naar mijn teentoppen. 

Valentine slikt. 'Ik weet het.' 

Ik druf terug op te kijken. 'Maar we blijven, vrienden, toch?' 

'Jawel.' Mijn beste vriendin grijnst en geeft me een knuffel. Stijfjes beantwoord ik hem. 

Die nacht is het erg stil in de Koepel, stiller dan gewoonlijk. Zelfs het water dat je op zeldzame momenten hoort, is nu muisstil. Maar mijn hoofd komt niet overeen met de buitenwereld.

Er speelt veel in mijn gedachten. Waarom maakte Valentine het uit? Er moet een andere reden achtergezeten hebben dan dat we niet meer van elkaar houden. Valentine is een gecompliceerd meisje, zo'n makkelijke reden kan niet de oorzaak zijn. 

  Het wordt me allemaal even te veel, al vind ik de breuk helemaal niet erg, dat ik uit mijn bed kruip. Ik spring even ter plekke, blaas mijn adem uit en adem daarna weer diep in. Niks helpt. 

R26Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu