Dankje aan @LenaMeekers!!!!
------
The meaning to
All words of love
Has disappeared
We used to love one another
Give to each other
Lie under covers so,
Are you friend or foeLove one another
Live for each other
So, are you friend or foe
Cause I used to know(t.A.T.U. - Friend or Foe)
(Kimberley)
Oh, wat heb ik die gast ingemaakt.
Oh ja, wat heb ik dat gedaan.
Ha!
Het enige wat ik kan doen, is genieten.
Genieten van de overwinning, maar ook van Vince zijn reactie.
Hij staat te koken van woede!
Hiervoor kan ik wel met Vreugde delen, al is het maar voor dit korte triomfantelijke moment.
De groep mensen - die ik even niet zo walgelijk vind - komen me feliciteren en herinneren Vince er aan dat het een simpel spelletje is.
Maar we weten beide dat het om meer gaat.
Sinds ik hier ben, ben ik aangestaard geweest, maar ook opgenomen in de groep. Dom van hen, maar Vince is er jaloers op.
Ik weet dat hij er alles aan gedaan heeft om er ook bij te horen, dat het hem zeker jaren moet gekost hebben om zijn huidige rang te bekomen en dan kom ik. En in een klap ben ik het populairste meisje van de Koepel. Weg populariteit, weg belangrijkheid, weg vrienden. Allemaal weg. Zijn status als "onklopbaar" is meegesleurd.
Hij wou zich bewijzen, maar dat doel heb ik hem de kop in gedrukt.
Oeps?
Echter geniet ik op dit moment teveel van zijn gezicht om er iets voor te voelen.
'Goed gedaan, Kimmy, doen we snel nog eens!', prijst Hope me. Ik ben er achter gekomen dat ze wel degelijk Hope heet, en niet een of andere lijfspreuk is.
'Ik wil, ik wil!', gillen er kinderen aan de rand van het krappe bureautje.
Met een grijns ga ik rechtstaan en toon aan dat het meisje mag gaan zitten.
Zo begint er een nieuw spelletje, maar na enkele minuten kijken weet ik dat dit me niet lang zal bezighouden.
Zelf spelen is altijd leuker.
Ik kan zo goed als "communiceren" met de computer, aangezien we van dezelfde soort zijn. Ik kan hem laten doen wat ik wil, gewoon door mijn ene vinger op zijn omhulsel te leggen.
Natuurlijk praten we niet of zo - daar is het oude ding niet in staat toe - maar ik kan hem zeg maar... Herprogrammeren. Daarbij, het gaat makkelijker met oude modellen.
Terwijl ik naar de sportzaal - dat ze het echt die titel geven, het is hem niet waardig! - wandel, besef ik dat dit deel van de Koepel wel erg stil is.
Tijdens mijn rondleiding was er overal geluid te horen. Aangezien iedereen nu naar het spektakel in het center kijkt, kan ik even tijd voor mezelf vinden.
In mijn appartement was dat mijn balkon, starend naar de sterren.
Maar hier...
Waar zijn de sterren?
En... Waar is de uitgang?
Door mijn drang om Vince te verslaan, ben ik mijn echte doel voor het oog verloren.
Misschien zal dat momentje voor mezelf wel later komen, nu moet ik eerst deze kans grijpen.
Oké, even kijken... Volgens mij kom je, als je deze hoek omslaat, uit bij de achterkant van het center.
Mijn plattegrond heeft zoals gewoonlijk weer eens gelijk. Vanaf hier heb ik een mooi zicht over het centrum, dus die uitgang kan niet ver zijn.
Val heeft me alles getoond, behalve de uitgang. Ze vertrouwt me ook niet voor honderd procent.
Nooit geweten dat vlezige wezens toch zo slim konden zijn.
Ik heb geen glimp opgevangen van een grote deur of van een kleine deur of zelfs van een normaal uitziende deur. Dus... Er moet iets zijn dat ik over het hoofd zie.
Jammer genoeg heeft mijn GPS hier geen bereik, maar we moeten dus of hoog in de lucht zitten of laag onder de grond.
Waarschijnlijk laag in de grond, want het luchtruim hebben we ook al veroverd.
Laag in de grond dus, maar waar? Ergens in de bergen? Onder de stad? Ik weet het niet.
Ik sluip rondom het plein - waar mensen nog steeds staan te joelen en te tieren - richting de overkant. De schaduwen omhullen me, wat vertrouwd is. Ik leef in het de schaduwen van de Ozonlaag, niet in het licht van de Koepel.
Misschien als ik de ijzeren randen van de schuilplaats volg dat ik de uitgang - of ingang - vind. Strak plan.
En hoe groot is de Koepel eigenlijk? Terwijl ik het probeer te berekenen, bots ik tegen een rondslingerend tafeltje. Dat maakt een heel kabaal, maar door het gejoel lijkt niemand het op te merken. Wat een geluk. Ik weet niet wat ik zou moeten zeggen als ze me hier vinden, voorovergebogen in de schaduwen.
En waarom staan er overal van die tafels met vreemde stoelen? Heeft die daar nou maar drie poten? Hoe kun je daar nog op zitten!
Ik passeer enkele tafels en zetels, plekken die Valentine me vergeten te tonen is, maar nergens vind ik een uitgang. Ook durf ik niet te vragen hoe ze me hier gebracht hebben, want dat zo onze Vince erg verdacht vinden.
Dus... Iemand ideëen?
Kris zou een idee hebben. Vreemd, waar kwam die gedachte nou weer vandaan? Ik heb niet aan hem gedacht sinds... sinds ik in slaap viel op Valentine's schoot?
Ik zwerf nog een tijdje door, maar geef dan op. De Koepel is veel te groot - en had Valentine niet gezegd dat hij eigenlijk heel klein was? - om nu nog te verkennen. Er zijn muren tot aan het hoogste punt gebouwd, die moeten dienen als gangen, en ik merk dat ik in de opslagplaatsen terecht ben gekomen. Ow, Jezus, ik wil naar de slaapkamers...
Op mijn Vizier is er te zien dat mijn batterij nog maar een streepje heeft. Ik kan nog ongeveer... anderhalf uur meegaan.
Tijd om terug te keren, dus.
En raad eens wie me daarbij gaat helpen?
Mijn platte... Vince?
'Wat doe je hier, tuig?', spuugt de jongen in mijn gezicht. Kan niet goed zijn voor mijn systeem, al dat bacterievolle water. Jech.
Ik grimas en als straf krijgt Vince geen antwoord van me. Stoute meid dat ik ben, pruil pruil.
'Hè? Vertel me dat eens, wat doet een nieuweling als jij direct al hier? Niemand die nieuw is, kan zoiets zomaar terugvinden. En aangezien er zelden nieuwelingen zijn - een keer om te twintig jaar - hebben we nog geen uitzondering meegemaakt. Ik geloof dat jij dat ook niet bent, meisje.'
Ik haal mijn schouders op en probeer langs hem heen te lopen. Vince houdt me tegen. 'Jammer dan.'
Hij komt heel dicht bij, zo dichtbij dat ik zijn adem kan voelen op mijn gezicht. 'Jammer dat je de uitgang niet kan vinden of jammer dat ik je zal vermoorden?', is zijn antwoord. Zijn stem is laag en mysterieus. En dat bedoel ik op de slechte manier, niet op de aantrekkelijke.
Ik kijk hem recht in de ogen. Even vergeet ik mijn antwoord als ik zijn magische ogen zie. Zo mooi...
'Jammer dat ik je eerst zal moeten vermoorden', is mijn zachte antwoord. Verdomme, het kwam er veel te zacht en zweverig uit. Hij grinnikt humorloos.
'Jij en welk leger?' Hij zou eens moeten weten.
Ik kom nog dichter te staan, zodat onze neuzen elkaar raken. 'Je vrienden', fluister ik.
Dat maakt hem woest en hij pint me onverwachs tegen de muur, die beeft van de slag. Misschien is dit ook een manier om de mensen onderuit te krijgen, als ik hun schuilplaats doe instorten en...
Vince houdt zijn hoofd schuin als hij ziet dat ik naar boven aan het staren ben, waar de muur overgaat in dak. 'Aan wat denk je, vreemd meisje?', fluistert hij. Vince lijkt het meer tegen zichzelf te hebben, maar ik vind het niet erg. Zo hoef ik geen antwoord te geven.
Ik bungel met mijn benen in de lucht, mijn nagels zet ik in zijn polsen, maar het lijkt niet te helpen. Ik wil mezelf weer zijn, aargh!
'Kun je niet beter, robot?' Dat laatste spuwt hij eruit.
'Maak er geen gewoonte van om me onder te spuwen, mens, het gevolg zou je wel eens kunnen choqueren.' Ik grinnik om mijn eigen grap, maar Vince lijkt hem niet door te hebben.
Oh, kom op, waarom kan hij de grap nou niet zien? Hij duwt me als reactie nog een harder tegen de muur en ik kreun. Dit hebben we al eerder gedaan en het heeft me een tijdje gekost om mijn bedrading weer juist te krijgen!
Niet. Nog. Eens.
'Geef je het toe?', grijnst hij.
'Als het jou gelukkig maakt, vriend, altijd.' Ik zeg het doodserieus, maar mijn blik drijft de spot met hem.
'Ik ben je vriend niet!' Hij schreeuwt zo hard dat het me verwondert dat we geen toeschouwers hebben. 'Ik ben godverdomme je vijand!'
Hij knippert met zijn ogen eens het er uit is. Ik moet grijnzen. 'Oh? Is dat zo? En vermoorden vijanden elkaar dan niet?'
Ik geef het op en spartel niet meer, zodat het lijkt alsof ik me volledig overgeef. Vince heft zijn vuist op. 'Dat klopt.'
Mijn blik daagt hem uit. 'Toe dan.' Hij opent en balt zijn vuist, terwijl hij zich klaarmaakt voor de slag van zijn leven. 'Sla een meisje.'
Dat doet hem twijfelen. Oh, jammer, ik had net zin in een goede vechtpartij. Ik voel zijn greep om mijn hals verslappen en ik geef hem een snelle trap in zijn maag.
Misschien krijg ik dan toch nog mijn zin. Vince valt achterover op zijn rug en ik zak tegen de muur in een. Lichtjes voel ik aan mijn hals en druk er op enkele plekken op, zodat de buis binnenin weer in de juiste positie zit. Veel schade is er niet, ik ben nog steeds gemaakt van het perfecte materiaal.
Vince springt met een verbazingwekkende energie recht en stormt op me af. Ik houdt simpelweg mijn handen voor me, zodat ik hem kan tegenhouden in zijn buik.
En, wauw, wat zijn die dingen sterk. En dan heb ik het niet over mijn handen, maar over zijn abbs. Ik ben nooit een meisje geweest die zich daar tot aangetrokken vond, maar het is echt verbazingwekkend hoe gespierd deze jongen is. En niet lelijk gespierd!
'Waarom mag je me niet, Vince?', vraag ik hem terwijl ik op mijn tanden bijt als hij mijn armen vastgrijpt en probeert ze van zijn buik te trekken. Ik laat het toe.
Vince geeft geen antwoord, maar lijkt zijn drang om me in elkaar te slaan te verliezen. Ik zucht, ergens vind ik dat wel spijtig, maar ik wil hem ook geen pijn doen.
Moorden is nooit echt mijn ding geweest, zoals je al wist.
Het enige wat hij doet, is met een snuif te vertrekken, mijn armen ruw los latend. Ik moet een sprintje trekken om hem bij te houden. 'Hallo? Heb je me wel gehoord? Ik vroeg je wat!'
Vince stapt nog steeds door, mij negerend. Met een mond vol tanden stop ik met doorzetten. Mijn Woede komt opeens erg fel op. Ergens in mijn onderbewustzijn weet ik dat mijn woorden loos zijn. En toch komen ze in mijn hoofd op.
Oh, wil je het zo spelen?
Oké, waarom niet, laten we eens zien hoe hard je kunt spelen.
En als je speelvaardigheden even roekeloos zijn als daarnet, dan ziet het ernaar uit dat de robot zal winnen.
Honderden keren.
En niet alleen een overwinning voor mezelf, maar voor mijn soort, mijn ras.
Je zult alles kwijtraken, Vince, let op mijn woorden.
En net zoals mijn gedachten kwamen, zijn ze weer vergaan. Moordlust heb ik nooit bezeten?
'Vince!', roep ik hem na. Deze keer draait de knappe jongen zich wel om.
Hij zegt niks, maar ik weet dat ik verder moet gaan. 'Waar is de slaapzaal?'------
A/N
Heb je dat sterretje al gezien? Ja, dat daar, helemaal in de rechterbovenhoek... Nee, niet jezelf bekijken, wat denk je wel niet? Ik bedoel dat sterretje daar! Heb je het eindelijk gevonden? Goed zo!Nu... Druk & kijk wat er gebeurt...
Ik verklap niks, maar het heeft te maken met 'grote grijns' en 'vreugdedansje'...
Gewoon doen.