Hoofdstuk 10: brand

1.6K 192 38
                                    

Ik werd wakker van een onrustig gevoel, alsof er iets niet klopte. Langzaam stond ik op en liep naar de badkamer, misschien als ik een slokje water dronk zou het gevoel weggaan. Maar hoe dichter ik bij de badkamer kwam, hoe heftiger het gevoel werd. Toen ik eenmaal de kraan open had stak ik in een opwelling mijn hoofd onder de koude straal. Meteen was ik wakker en kon ik het gevoel benoemen. Angst, hele erge angst. Ik was niet bang, dus meteen wist ik waar het vandaan kwam, van Jaemelynn. Ik rende zo snel als ik kon door de donkere gangen, naar buiten. Daar was ik net op tijd om het dak van de stal in brand te zien vliegen. Ik was als bevroren, bang voor wat er zou kunnen gebeuren met alle andere draken in de stal. Opeens werd het zwart voor mijn ogen.

"Ik heb Lara verteld dat ze hiervoor zou boeten." Ik zag Mirth voor me staan met een groot scherp mes in zijn handen, ik zakte door mijn poten heen. Zodat ik zo snel mogelijk kon wegrennen als dat nodig was.
"Meisjes horen hier niet." Langzaam kwam Mirth dichterbij, het mes flikkerde gevaarlijk in het licht van de lampen.
"We gaan even iets doen waardoor jij lang niet tot nooit meer zal kunnen vliegen." Opeens sprong hij op me af en pakte mijn vleugel vast. Geschrokken probeerde ik mijn vleugel weg te trekken, maar hij hield hem te stevig vast.
"Dit kan even pijn gaan doen, maar daar moet je maar even doorheen bijten." Hij zette het mes tegen mijn vleugel aan, er ontstond een klein sneetje. Zachtjes stroomde er wat bloed uit het sneetje, Mirth glimlachte. Opeens hoorde ik een harde knal tegen het tussenschot van mijn en Invis zijn stal.
"Geen zorgen Jaemelynn ik zal je helpen! Samen kunnen we die draken mishandelaar wel aan!" Dat was zeker weten Invis die probeerde om het tussenschot weg te beuken. Ik hoorde nu hoe ook de rest van de stal in opstand kwam, overal klonken grommen, piepen en dreunen.
"We vermoorden hem! Die gemenerik die zijn eigen draak mishandelt!" Alle draken in onze stal wisten van Mirths vernietigende kracht, een paar hadden zelfs de littekens op zijn draaks huid gezien. Hun woede maakte dat ik me opeens vol zelfvertrouwen voelde, ik kon Mirth wel aan. Ik merkte opeens hoe het mes door mijn vleugel heen prikte. Het deed ontzettend veel zeer. Met een enorme brul rukte ik mezelf los, weg van het monster dat voor me stond. Woedde verzamelde zich in me, ik had nog nooit een wezen zo erg gehaat als op dit moment. Je sneed niet iemands ledematen door, zelfs niet als je een hekel aan ze had. Je vermoordde ze of meteen of je liet ze leven, maar je ging niet zomaar een weerloze draak, of persoon, zijn ledematen ontnemen. Dat was een grove schending van de band die mens en draak al vele eeuwen hadden. De woedde bereikte een hoogtepunt en er klonk een luide piep in mijn oren. Opeens ontplofte er iets, wat weet ik niet. Er klonk gewoon een harde knal en opeens stond de halve stal in brand.

Ik deed mijn ogen open, ik wist wat er gebeurd was. Zo snel mogelijk krabbelde ik op en rende door naar de stal. Binnen stond het inmiddels vol met rook. Zo snel ik kon begon ik alle grendels voor de staldeuren weg te schuiven om zo de draken de kans te geven om weg te komen. Een voor een vlogen ze de stal uit, om na een paar meter tot stilstand te komen en te staren naar het brandende gebouw dat tot een paar minuten geleden hun thuis geweest was. Ik dacht niet meer na, het enige wat ik nog wist was dat ik ze allemaal moest vrij laten. Net toen ik achteraan in de stal gekomen was, kwam er iemand via de voorkant naar binnen.
"Hallo? Is hier iemand?" Ik wilde antwoordden, maar het bleef steken in mijn keel. Ik had zonder het door te hebben heel veel rook ingeademd. Ik begon hard te hoestten en mijn ogen begonnen te tranen, ik voelde toen hoe een paar sterke handen me de stal uit tilden. Buiten ging het langzaam beter, maar nog steeds deed mijn keel zeer en mijn ogen wilde niet stoppen met tranen waardoor ik alles door een vochtige waas zag.
"Iemand haal de dokter, hij kan haar helpen." Ik hoorde rennende voetstappen en een tijdje later de stem van de dokter. Er werd iets in mijn mond gegoten waardoor ik opeens voelde hoe ik wegzakte. Ik probeerde me ertegen te verzetten maar een warme adem tegen mijn hoofd liet me ophouden.
"Lara! Leeft je nog?" Jaemelynn klonk paniekerig.
"Ja, nauwelijks." Zelfs in gedachten communiceren was lastig met een versuft hoofd.
"Oke." Ik voelde hoe er een warme druppel op mijn hoofd viel en toen voelde ik niets meer.

---
Oke als ik heel eerlijk moet zijn, is dit waarschijnlijk een van mijn lievelingshoofdstukken. Dus ik wil graag weten wat jullie er van vinden.

Drakenrijders -deel 2-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu