Hoofdstuk 10: Topdag

59 0 0
                                    


De wedstrijd zou na de gele kaart van Luca niet echt meer op gang komen en uiteindelijk in een 0-0 eindigen. Het viel me op dat alle spelers van het team van Luca zo ver mogelijk bij hem uit de buurt bleven. Of was dat maar schijn?

Evelien had na de overtreding van Luca weinig meer gezegd. Ze leek nog steeds geschokt door de overtreding en verbaasd door mijn reactie. Meteen nadat de wedstrijd was afgelopen stond ze ook op. Ze keek me nog even aan, zei doei en liep daarna van de tribune af naar de uitgang van het sportpark. Lichtelijk verbaasd over dat abrupte afscheid keek ik haar na.

Ik dacht voor de zoveelste keer na over wat ze allemaal had gezegd. Ze gaf me wel veel stof tot nadenken, dat was wel duidelijk. Nou ja, zo kwam ik in ieder geval wel makkelijker de tijd door. Best jammer eigenlijk. Mijn tijd hier was tot nu toe prima, alleen werd het een beetje zo nu en dan verpest door Luca. Maar het intimideerde me verder niet. Integendeel, ik weigerde gewoon om me bang te laten maken door iemand die, tot zover, niets meer bleek dan een ordinair schoffelaartje. Niet onder de indruk. Dat hij zo duidelijk maakte dat hij niet wilde dat ik dat prijzengeld won, maakte het voor mij overduidelijk. Dat prijzengeld ging ik winnen. Daar bestond voor mij geen twijfel meer over. Al brak Luca allebei mijn enkels, ik zou winnen. Ik zou koste wat het kost winnen. En het liefst in de finale tegen Luca. Ik wilde hem heel graag duidelijk maken dat ik absoluut niet bang voor hem was. Dat hij mocht proberen wat hij wilde. Dat hij me niet kon stoppen. Niet op een voetbalveld. Ik weigerde dat te laten gebeuren. Ik weigerde om zo iemand als hem te laten winnen.

Zonder dat het me echt opgevallen was, was er alweer een volgende wedstrijd begonnen. Maar ik had geen zin meer om naar voetbal te kijken. Ik stond op en begon zonder te kijken waarheen te lopen. Het laatste wat ik echt in de gaten had, was dat ik van het sportpark afliep.

Daarna liet ik mijn voeten de weg wijzen, zoals ik dat thuis ook zo vaak had gedaan. Thuis kon ik met gemak een paar uur door het bos lopen. Muziek op, rustig lopend, denkend aan alles wat de wereld je had gegeven. Hoe vaak ik dat wel niet had gedaan. En nu, nu ik dat voor het eerst hier in België, een land wat totaal onbekend voor mij was, deed, besefte ik dat ik dat juist had gemist. Lopen, gewoon lopen, zonder een doel. Ik liep gewoon rechtdoor, sloeg geen enkele keer af. Dan wist ik tenminste zeker dat ik niet zou verdwalen. Want zoals ik al eerder zei, was mijn coördinatievermogen niet zo sterk ontwikkeld. Laten we het daar maar op houden. Dus liep ik aan één stuk door rechtdoor. Al snel had ik het bebouwde deel verlaten en liep ik door een groot weiland. Letterlijk erdoorheen, want de koeien deden geen moeite om de weg te ontwijken. Ze liepen heel rustig over de weg. Ik bleef er net zo rustig achter te lopen, kijkend wanneer ze me in de gaten zouden hebben. Toen ze dat uiteindelijk hadden, liepen ze nog altijd rustig door. Die beesten maakten zich nergens druk om, dus waarom wel over mij. Dus bleef ik ook maar achter ze aan lopen. Handen in mijn zakken, muziek zo hard als mogelijk, en lopen. Niks meer en niks minder. Verder niks bijzonders. Nadenkend over alles. Niet alleen Luca, nee, over alles. Alles wat er tot nu toe hier was gebeurd. Alles wat daarvoor is gebeurd. Alles. En alles terwijl ik aan het lopen was. Met koeien voor me. Of dat het beeld nou compleet maakte weet ik niet, maar ik vond het wel grappig. Grappige beesten.

Het begon een klein beetje te schemeren, daarom besloot ik om maar weer terug te gaan. Ik probeerde om een koe te imiteren, om te zien hoe de koeien zouden reageren. Sommige van de groep keken enigszins verbaasd op. Maar ze hadden zo te zien al snel in de gaten dat het niets meer was dan weer zo'n mensfiguur die dacht dat hij een koe kon nadoen. Eentje beantwoordde mijn slappe imitatie, waarschijnlijk om te laten horen hoe het wel moest. Daarna werd ik weer genegeerd, net als daarvoor. Lachend draaide ik me om en begon aan de terugreis. Het was inmiddels half 6 en ik had al behoorlijk wat honger gekregen. ik besloot om maar eens naar de McDonalds te gaan. Niet dat het gezond was, maar ik had gewoon honger en dat kon de McDonalds goed stillen, wist ik uit ervaring. Kwam er thuis vrij vaak namelijk. Met mijn nicht vooral. Dan kreeg ik weer een smsje, of ik zin had om een stukje te rijden. Ze had net haar rijbewijs gehaald en wilde daar van profiteren. Maar om de één of andere reden kwam het stukje rijden altijd weer bij dezelfde McDonalds terecht. En eigenlijk bestelden we ook altijd hetzelfde. Zo kwam het voor dat ik in een vakantieweek waarin we beiden niks te doen hadden vierentwintig kipnuggets had weggewerkt. Nou ja, heel dik werd ik er gelukkig niet van. Moest waarschijnlijk nog komen.

Ik had de McDonalds inmiddels bereikt. Toen ik binnenkwam zag ik dat er een paar jongens van het veldje aan een tafeltje zaten. Luca leek er niet bij te zijn. Ik bestelde mijn eten en vroeg of ik er bij mocht komen zitten. Gelukkig mocht het. Zo had ik dus in ieder geval geen saaie maaltijd, want de jongens waren zo te horen tevreden over de 0-0 van vanmiddag en waren vrolijk en uitbundig. Ik deed gezellig mee, terwijl ik aan het eten was. Dit waren mensen waar ik prima mee op kon schieten. Eigenlijk had ik in België tot nog toe maar 1 persoon meegemaakt waar ik echt niet mee op kon schieten. Dus de groep jongens en een leuk en aardig (en knap) meisje tegenover 1 minder sympathiek persoon. Zo erg was die balans toch niet. Toen ik daaraan dacht werd ik zelf ook een stuk vrolijker en begon ik zelf ook vrolijk met de jongens mee te praten. Toen ze vroegen of ik mee uitging twijfelde ik ook geen moment. Ik had nog altijd al het vertrouwen dat ik volgende week dat toernooi ging winnen, ik had op zich nog een redelijke hoeveelheid geld en ik had op zich ook wel zin om weer eens een lekker koud biertje te drinken. Dus besloot ik om mee te gaan. Vrolijk vroeg ik of er buiten deze groep nog mensen mee zouden gaan. Natuurlijk hoopte ik daar maar één naam te horen. Die naam werd ook genoemd. Evelien zou meegaan, samen met nog een aantal van haar vriendinnen. De naam van Luca werd niet genoemd. Top. Dit zou een hele leuke avond kunnen worden. Ik had er nu al zin in, terwijl de klok pas half 7 aangaf. Ik moest dus nog wel even wachten. Nadat we alle gebruikelijke afspraken hadden gemaakt, gingen we buiten weer uit elkaar. We zouden lopend gaan, omdat het centrum niet zo ver weg was. Ik moest gewoon langs Evelien gaan, daar zou iedereen zijn. Want haar ouders waren nog altijd op zakenreis, dus we hadden daar eerst een klein feestje, werd me verteld. Dat scheelde ook weer, hoefde ik niet te lang te wachten, want dat feestje begon al om 8 uur. Goede zaak. Ze legden me ook netjes uit waar Evelien woonde. Ik probeerde zo neutraal mogelijk te kijken. Ik liet niet merken dat ik dat natuurlijk allang wist.
Toen ik de deur van het hotel opendeed, besloot ik om Evelien even snel te smsen. Ik had haar nummer wel gekregen, maar had haar nog niet gesmst of gebeld. Zij mij trouwens ook niet. We bleven volhouden dat we buiten voetbalaangelegenheden geen contact hadden. Ik smste dat ik er ook bij zou zijn vanavond. Het antwoord kwam razendsnel. Het was het meest enthousiaste smsje wat ik ooit had gelezen en ook dat maakte mijn humeur er niet slechter op.

Ook deze dag gebeurde er weer van alles nog wat. En ging er waarschijnlijk ook nog van alles en nog wat gebeuren. Het zorgde er in ieder geval voor dat het niet saai werd hier. De gebeurtenissen volgden elkaar op.

Voetbal als levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu