Hoofdstuk 5: Waarschuwing

123 3 0
                                    

De dagen daarna ging ik elke dag voetballen op hetzelfde veldje. Er waren na de eerste dag nog een aantal mensen bijgekomen. Tien mensen uit de omgeving kende ik nu bij naam. Ik hield mijn zwijgtactiek nog altijd vol. Ik hield mijn gedachten zoveel mogelijk op het voetbal gericht. En op het voetbalveld werkte dat goed. Ik werd steeds eerder bij teams kiezen gekozen en kreeg dus het nodige respect voor mijn voetbalkwaliteiten. Van de tien spelers die er nu waren geweest kende ik de sterke en zwakke punten. Dat was dan weer een sterk punt van mij, mijn tegenstanders observeren. Ik had al met van alles te maken gehad: fysieke spelers, snelle spelers, doelgerichte spelers en spelers met een goede actie. Ik had zelf lang genoeg gevoetbald om ongeveer te weten hoe ik me op elk type speler in moest stellen. Dus verdedigend lukte het allemaal wel aardig. Nou was aanvallen niet echt één van mijn sterkste punten, dus dat liet ik veelal aan andere spelers over. Af en toe ging ik mee naar voren, maar verder bleef ik vooral achterin hangen. En aangezien er maar weinig spelers zijn die in hun vrije tijd graag achterin gaan voetballen, namen ze me ook dat in dank af.
Maar ik had nog steeds niet om geld gespeeld. Had het nog niet durven vragen. Dat was toch moeilijker dan dat ik vooraf had gedacht.
Het blonde meisje stond eigenlijk altijd langs te lijn te kijken. Steeds maar die glimlach… maar ik wist nog helemaal niks van haar. Maar misschien was dat ook wel beter, dacht ik. Ik moest me echt gaan concentreren op geld verdienen. En uit mijn ervaring is juist gebleken dat meisjes je gedachten dermate veel kunnen afleiden dat je jezelf totaal niet meer kunt concentreren. Daar had ik nu dus echt geen behoefte aan. Want geld verdienen begon nu toch echt wel hoogste prioriteit te worden. Niet dat ik al blut was of zo, nee. Integendeel zelfs, ik had op zich nog wel genoeg. Maar ik wist zeker dat ik mezelf zekerder zou voelen als ik geld verdiende.
Het was nu donderdagavond en ik liep weer naar het voetbalveld toe. Ik zag vanuit de verte het blonde meisje al staan. Maar toen ik dichterbij stond zag ik ook een nieuwe speler op het veld staan. Een behoorlijk grote, fors gebouwde jongen van een jaar of 18. Toen ik hem zag besloot ik onmiddellijk om zoveel mogelijk bij hem uit de buurt te blijven. Ik kon tijdens het voetballen wel merken dat hij in ieder geval niet de meest subtiele balkunstenaar was. Hij was een speler met een gigantisch hard schot en hij vocht de persoonlijke duels keihard uit. Gelukkig had ik vandaag nog geen duel met hem gehad, maar ik besloot wel om vanaf morgen de scheenbeschermers, die nog altijd ongebruikt in mijn tas lagen, morgen aan te doen.
Na het voetballen kwam het standaardritueeltje weer op gang. Ik ging aan de zijkant van het veld zitten en begon de veters van mijn voetbalschoenen los te halen. Terwijl ik ze uittrok, keek ik nog een keer naar de vertrekkende mensen. Niet vanwege de spelers maar vanwege het blonde meisje. Maar vandaag kwam er een verandering in het ritueel. In plaats van weg te lopen, kwam ze nu op me af lopen. Ze leek niet erg op haar gemak. Dan was ik in ieder geval niet de enige. Ik hield mijn aandacht volledig op mijn schoenen gericht. Toen de veters echt niet strakker dicht konden, keek ik of al mijn spullen nog wel in mijn rugtas zaten. Maar toen ik dat ook had gedaan, had ik geen reden meer om niet op te kijken. Toch keek ik haar nog altijd niet aan en bleef ik nog altijd naar de grond kijken. Ik was vastbesloten om het gesprek niet te beginnen. Zij was hierheen gekomen, dan zal ze vast wel iets willen zeggen. Laat haar het dan maar zeggen, ik had namelijk niets, maar dan ook echt niets, te zeggen. De stilte duurde steeds langer. Deze stilte was nou niet bepaald de meest gemakkelijke. Toen de stilte echt onverdraaglijk werd, keek ik op. Ik keek haar toevallig recht in haar ogen aan. Het eerste wat me opviel was dat ze schitterende, glanzende, blauwe ogen had. Toen ik haar in haar ogen had aangekeken, besloot zij om haar blik af te wenden. Ze keek zo snel omhoog, dat ik zou zweren dat ze een UFO had gezien of zo. Onwillekeurig keek ik ook omhoog. Psychologisch allemaal. Ga maar eens ergens omhoog staan kijken. Zul je zien, iedereen die langs komt, kijkt ook omhoog, of ze het nou bewust doen of niet. Toen voor haar de lucht ook geen reden meer gaf om mij niet te kijken, draaide haar blik weer langzaam richting mij. We keken elkaar eventjes aan, zonder wat te zeggen. Dit keer kreeg ik geen glimlach, maar bleef ze serieus kijken. Toen hoorde ik voor het eerst haar stem: ‘Kijk uit voor Luca’. Nadat ze dat had gezegd, draaide ze zich om en liep weg, zonder verdere uitleg te geven. Ik wilde haar naroepen, maar ten eerste had ik nog altijd geen flauw idee hoe ze heette en ten tweede had ik ook geen flauw idee wat ik tegen haar zou moeten zeggen. Dus zweeg ik en keek ik haar na. Zij daarentegen keek niet meer om en langzaam verdween ze uit het zicht. Ik dacht na over de vier woorden die ze had gezegd: ‘Kijk uit voor Luca’. Luca was de fors gebouwde jongen, die ik vandaag voor het eerst had gezien. De waarschuwing van het meisje verraste me niet echt. Maar ik wist niet in hoeverre ik moest oppassen. Ging het alleen om het riskeren van blessures? Dat zou me, nadat ik hem vandaag heb zien voetballen, niet verbazen. Of ging het allemaal veel verder dan het voetbalveld? Ik wist het niet. Het feit dat ik niet verrast was, maakte het allemaal dus niet minder onaangenaam. Het eerste probleem in België was bij deze dus een feit.
Piekerend liep ik terug naar het hotel, waar ik nog altijd te gast was. Ik had nu in de paar dagen dat ik hier was drie mannen achter de balie gezien. Na de vriendelijke en achterdochtige man, was er godzijdank nog een vriendelijke man bijgekomen. Ik had in het hotel nog altijd geen problemen gehad, gelukkig. Dus had ik ook met de achterdochtige man nog geen aanvaring gehad. Ik liep naar mijn kamer en wierp in het voorbijgaan een blik op de pc. Het negeren van het stukje technologie ging steeds makkelijker, naarmate het langer duurde.
Op mijn kamer aangekomen besloot ik dat het maar weer eens tijd was om het thuisfront maar weer is wat van me te laten horen. Familie en vrienden hadden toch het recht om te weten hoe het ging, vond ik. Het probleem was dat ik niet verder kwam dan een smsje waarin stond dat alles nog altijd goed ging. Toen ik later terugkeek op wat ik had verzonden, bleek het echt zo’n smsje te zijn wat je ook op een ansichtkaart kon lezen. Er stond niks bijzonders in.
De rest van de avond kon ik me nergens op concentreren. Ik bleef maar piekeren over de waarschuwing over Luca. Dat was een heel erg negatief punt van mezelf. Als ik eenmaal ergens over piekerde dan kon ik dat ook heel erg lang doen. Ik kon me dan ook echt om de meest domme dingen heel erg zorgen maken. Maar ik kon me niet voorstellen dat de waarschuwing van het blonde meisje niet serieus was. Om de één of andere reden vertrouwde ik haar. Ze was toch uit zichzelf naar me toe gekomen. Dat zei toch ook wel iets?
In tegenstelling tot de afgelopen dagen viel ik nu niet met een gerust hart in slaap en ik wist voordat ik in slaap viel al dat dit geen nacht zou worden waarin ik veel zou slapen.

Voetbal als levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu