Slapen was tegenwoordig niet zo'n succes meer. Al had ik wel de meest briljante droom ooit. Ik droomde dat ik de zeearend was en dat ik Evelien en Luca zag. Toen zag ik dat het hek kapot was en dat ik vrij baan had naar de rug van Luca. Wat ik toen als zeearend met Luca deed zal ik jammer genoeg nooit weten, want ik schrok wakker van een klap. Ik keek wat de klap had veroorzaakt en toen ik zag wat het was moest ik onwillekeurig toch lachen. Lachen was alweer even geleden en ik moest er haast mijn best voor doen. Wat mij nu overkwam dat zag je alleen in tekenfilms of films die het nooit gemaakt hadden. Een baksteen door de ruit van mijn hotelkamer. Mijn eerste gedachte ging uit naar de kosten voor het raam. Dat was knap vervelend. Kon mijn geld wel aan betere dingen besteden. Toen pas zag ik dat er aan de baksteen een briefje was gebonden. Uiteraard, hoe had ik dat over het hoofd kunnen zien. Echt, wat mij hier allemaal overkwam, ik zou er een boek over kunnen schrijven. Wedden dat het een bestseller zou worden?
Ik pakte de steen en haalde het papiertje eraf. Ik wilde het eigenlijk niet eens lezen. Ik wist toch wel ongeveer wat er in zou staan. Het zou vast geen uitnodiging voor een feestje zijn. Ik vouwde het voor de zekerheid toch wel open. Wie weet, ik had wel zin in een feestje. Maar nee. De letterlijke tekst die erin stond was: 'Rot op, ga trug naar je eige land. Kom nooit meer hier trug'. Ik ging er maar weer klakkeloos vanuit dat het van Luca kwam. Die was vast geen held in spelling, aangezien hij de kleuterschool volgens mij niet eens had afgemaakt. Het papiertje zorgde niet voor een verandering van stemming. Ik rekende op alles, alles wat slecht was. Dan kon het alleen maar meevallen. Die gedachte had ik in mijn leven wel opgebouwd. Of het slim was op die manier te denken, dat wist ik niet. Sommige mensen wilden mij ook nog al eens negatief noemen. Ik noemde het liever realistisch. Ik had de laatste jaren genoeg meegemaakt om te weten dat je er alleen met positief denken niet komt. Daar is heel wat meer voor nodig.
Ik ging het advies van het briefje uiteraard niet opvolgen. Als dit alles was waar Luca mee kwam, dan maakte ik me vooralsnog geen zorgen. Toen ik dat dacht ging er een lichtje branden. Als dit alles was waar hij mee kwam... Hij was al met veel ergere dingen gekomen, tot doodsbedreigingen aan toe. Ik was er nog altijd van overtuigd dat het briefje in naam van Luca was geschreven. Maar het kwam van iemand anders. Dit was niet zijn werkwijze. Hij wist dat ik hier niet bang van zou worden. Hij wist dat ik voor een achterlijk briefje niet naar huis zou gaan. Dit was een waarschuwing, of misschien wilde hij me wat duidelijk maken. Ik stond er helemaal alleen voor, hij had 'vrienden' die kennelijk zo bang voor hem waren dat ze ook het vuile werk wel voor hem wilden opknappen. Het drong tot me door dat hij daarin gelijk had. Maar ook dat was geen reden genoeg om weg te gaan.Opeens besefte ik dat ik al een kwartier op dezelfde manier had gezeten. Ik werd uit mijn gedachten wakker geschud door een koude windvlaag. Ik keek nog eens naar het raam en vloekte binnensmond. Het raam moest zonder twijfel vervangen worden en dat zou uiteraard op mijn kosten komen. Ik besloot er maar niet al te moeilijk over te doen en liep naar beneden, naar de receptie. Toevalligerwijs was de vader van Luca aan het werk. Hij groette me met een vrolijk goedemorgen, maar zag toen mijn kwade gezicht.
'Wat is er aan de hand', vroeg hij bezorgd.
'Ik werd wakker, omdat er een baksteen door de ruit van de kamer heen was gegooid', zei ik. Ik zei het heel normaal en probeerde niet beschuldigend te klinken.
'Een baksteen? In al die jaren dat ik hier nu werk, maak ik met jou toch wel de gekste dingen mee. En tot nu toe had mijn zoon er altijd iets mee te maken, is dat nu ook zo', vroeg hij. Het was meer een vaststelling dan een vraag aan mij.
'Ik kan niemand beschuldigen, aan een baksteen kan ik niks afleiden. Ik ga ook niet de politie inschakelen of iets dergelijks. Als u dat wel doet, is dat uw keuze', zei ik. Ik wilde eigenlijk niet met de politie in aanraking komen, daar was ik wel een beetje klaar mee na gisteren.
'Als jij geen politie inschakelt, dan doe ik het ook niet. Ga nou maar van je dag genieten, maak je over dat raam maar geen zorgen, daar heb jij geen schuld aan', zei de pa van Luca, opeens weer vrolijk.
Ik vond het allemaal allang best, dus ik begroette hem hartelijk en ging de straat op. Ik dacht er verder niet over na.
JE LEEST
Voetbal als leven
Teen FictionEen Nederlandse jongen is het in Nederland door uiteenlopende redenen helemaal zat. Hij besluit om te vertrekken en in het buitenland zijn geld te verdienen als voetballer. Maar het loopt allemaal heel anders dan hij vooraf bedacht heeft en dat heef...