Wakker worden was nog nooit zo makkelijk geweest. Ik had namelijk niet geslapen... Ik wilde zo graag een keer goed slapen. Maar het was niet gelukt. Het gedoe met Joeri gisteren had mijn gepieker weer aangewakkerd. Wat was het mooi geweest als een aantal kleine dingen in mijn leven anders waren gelopen. Daar kwamen weer de gedachten over alles wat er de laatste jaren gebeurd was. Waarom was mijn leven zo anders gelopen dan dat de bedoeling was? Was het mijn eigen schuld? Was het de schuld van anderen? Was het de schuld van het lot? Één ding wist ik zeker. Ik kon niet anderen de schuld geven van mijn leven. Ik moest voortaan mijn eigen leven leiden. Teveel had ik af laten hangen van anderen. Fouten maken is één ding, maar ik kon daar geen anderen mensen de schuld voor geven. Ik moest het lot in eigen handen gaan nemen. Ik kon mijn eigen leven goed krijgen en daarmee een paar extra levens ook verbeteren. En wellicht een leven wat minder plezierig maken. En hij mocht me daar dan ook absoluut de schuld van geven, dan was mijn opdracht geslaagd.
Nee, ik kon echt niet naar huis gaan. Ik had naar Evelien moeten luisteren, zonder boos te worden. Ik maakte toen van haar tranen mijn eigen verhaal. Maar dat verhaal klopte niet. Ze werd gedwongen door Luca, dat wist ik nu. Haar tranen waren niet nep. Ze vond mij misschien toch wel net zo leuk als ik haar. Al vond ik dat heel moeilijk te geloven. Maar ja, hoe vaak hadden mensen al niet gezegd dat ik niet zo negatief over mezelf moest zijn? Misschien werd dat nu des te meer bewezen. Zou het echt kunnen dat een meisje als Evelien mij leuk zou kunnen vinden. Knap, lief, charmant, alles wat je in een meisje zou kunnen zoeken. Meer had je niet nodig als jongen. Maar kon het echt zo zijn dat haar tranen bedoeld waren als een soort van liefdesverklaring, of zag ik weer eens spoken en trok ik weer eens veel te snel conclusies? Ik was er eerder al achtergekomen hoe verbaasd Evelien was als ik de dreigementen van Luca afwimpelde alsof het niks was. Zij was er wel van onder de indruk geweest. Nou moest ik zeggen dat ik niet bang voor Luca was, maar ik onderschatte hem ook niet meer. Die bloedneus in de discotheek was nog niets geweest. Een gekneusde pols, een mes op mijn hals en bakstenen door mijn raam, dat zijn niet dingen die je zomaar even aan de kant zet. Nee, het was nu bloedserieus.
Voor mij was de eerste vraag die ik voor mezelf moest beantwoorden: waarom zou ik de politie er niet bij halen. Hij was al vaak genoeg met ze in aanraking gekomen. Maar het feit dat hij nog altijd op vrije voeten was, wilde dus zeggen da hij of nooit voor iets heel ernstigs gepakt was, of dat ze het nooit hadden kunnen bewijzen. Nee, ik geloofde niet dat de politie mij kon helpen. Ik moest dit echt zelf gaan doen. Iedereen moest ik erbuiten houden. Evelien, Joeri, niemand zou meer tussen ons in komen te staan. Luca of ik. Niet meer en niet minder. Waarschijnlijk had het op deze manier moeten eindigen, precies nadat ik mijn eerste woorden met Evelien gewisseld had. Toen dat gebeurd was... Tja... toen begon het gesodemieter.
Maar ik kon moeilijk zomaar op hem af stappen. Dat zou niet werken. Ik was niet sterk. En het probleem was, dat wist hij ook. Hij was wel sterk. En het probleem was, dat wist hij ook. Ik zou nu slim moeten zijn. Maar hoe? Ik wist het niet. Het enige wat ik kon verzinnen was het allemaal op zijn beloop laten en kijken wanneer ik een kans had hem te pakken op een moment waar hij zwak was. Maar wanneer was hij zwak? Opnieuw een vraag waar ik geen antwoord op wist. Ik had nu pas door dat ik helemaal niets van de kwelgeest van mijn normale leven wist. Ik wist alleen dat ik hem serieus moest nemen als het ging om bedreigingen en dergelijke. Maar daar schoot ik nu heel weinig mee op. Nee, daar had ik echt helemaal niets aan. Van pure frustratie vloekte ik een keer in het wilde weg. Niet dat het me hielp, maar het luchtte wel voor heel even op. Maar lang was het niet. En om nou vloekend door het leven te gaan, zodat ik non-stop opgelucht zou zijn, leek me ook niet echt een praktische oplossing.
Ik moest en zou blijven. Maar om heel eerlijk te zijn, ik wist niet wat ik hier kon betekenen. Ik wist niet hoe ik Luca moest stoppen. Ik wist niet hoe ik Evelien kon redden, zodat ze niet meer het bezit van Luca was. Ik wist niet hoe ik Joeri kon helpen. Ik wist gewoon helemaal niets. Nogmaals een vloek. Deze keer luchtte het al een stuk minder goed op. De oplossing om vloekend door het leven te gaan, viel dus nu alweer door de mand. Maar ja, alsof ik dat serieus van plan was geweest...
Ik vloekte nu ook meer op mezelf dan op de situatie, want opeens had ik iets in de gaten. Als ik naar Evelien had geluisterd toen ze naar me toe was gekomen, uit eigen initiatief... Als ik naar haar had geluisterd... Misschien had ik dan nu wel een stuk meer geweten over Luca. Misschien had ik dan wel geweten hoe ik hem had kunnen verslaan. Onwillekeurig moest ik toch lachen om me eigen domme gedrag. Verslaan... Met dat woord insinueerde ik dat het een simpel wedstrijdje was tussen Luca en mij. Een wedstrijdje zoals we die een tijd geleden, het leek echt al jaren, ook op het voetbalveld hadden uitgevochten tijdens het voetbaltoernooi. Eigenlijk de eerste echte keer dat ik de ware Luca meemaakte. De eerste keer dat ik gewond raakte door toedoen van hem. Maar de situatie was nu anders. Waar het toen ging om een paar simpele euro's, ging het nu over een meisje. Een onbetaalbaar mooi meisje. En om het leven van een andere jongen die door Luca geteisterd werd. Een jongen die dat nergens aan verdiend had. Eigenlijk dezelfde reden als ik nu. Evelien. Wat had dat meisje voor een problemen gezorgd, in meerdere levens. Ik glimlachte. Zelfs met die gedachte in mijn achterhoofd, kon ik alleen maar het mooie meisje, met die schitterende glimlach zien. En gelijk daarna de huilende Evelien, die me nakeek. Bijna begon ik zelf te huilen, vanwege die stommiteit. Opeens schoot de gedachte door me heen of Evelien wel wilde dat ik zou blijven. Ik had haar zo grondig afgewezen. Ik had haar niet serieus genomen, haar tranen belachelijk gemaakt. Als ik zo afgewezen zou worden, dan zou ik diegene niet meer onder ogen willen en waarschijnlijk ook niet meer durven komen. Zou zij er ook zo over denken? Zou zij mij niet meer willen zien? Zou ze mij naar die afwijzing van gisteren niet meer willen zien? Het probleem was, dat ik haar niet ongelijk zou geven als ze dat zou doen. Ik zou het haar niet eens kwalijk nemen. Maar ik zou het niet zo maar laten gebeuren. Ik moest in contact met haar zien te komen. Nou was het enige probleem dat ik bang was dat Luca alles zou controleren. Als ik haar zou smsen, zou Luca het waarschijnlijk het binnen de kortste keren weten. Als ik langs zou gaan, zou Luca dat op de een of andere manier ook snel genoeg weten. Ik wist niet wat ik moest doen om haar te kunnen spreken. Maar ja... Als Luca er toch achter zou komen... Ik besloot langs te gaan. Het moest gebeuren. Het moest het maar gelijk persoonlijk gebeuren. Niet met een smsje of iets dergelijks. Ik moest haar persoonlijk spreken. Het was de laatste kans om erachter te komen wat Luca haar werkelijk flikte. Ik wilde haar zien. Meer kon ik nu niet verzinnen om te doen. Het was de laatste mogelijkheid.
Waarom ik zo nerveus was, wist ik eigenlijk niet. Dat Luca erachter zou komen wat ik nu ging doen, dat stond als een paal boven water. Ik dacht ook niet dat ik daarom nerveus was. Het was waarschijnlijk meer het feit dat ik naar het huis van een meisje ging dat ik zo grondig had afgewezen dat het allesbehalve zeker was dat de deur geopend zou worden.
Met het huis dat ik dichterbij kwam, ging mijn hart harder kloppen. Ik begon te twijfelen. Moest ik dit eigenlijk wel doen? Ik stond stil. Moest nog drie huizen verder, dan had ik haar huis bereikt. Wat nou als haar ouders er waren. Evelien zou natuurlijk huilend zijn thuisgekomen, nadat ze mij gezien had. Haar ouders zouden nu weten wat een ongelooflijke klootzak ik was geweest. Of niet? Voor de verandering vloekte ik. Ik was even helemaal de weg kwijt, ik wist echt niet wat ik nou moest doen. Maar toen, dermate helder dat het bijna leek alsof ik het opnieuw beleefde, schoten de beelden van een zoenende Evelien en Luca door mijn gedachten, met gelijk daarachter de tranen van Evelien. Dat was het laatste zetje wat ik nodig had. Ik sprintte de laatste huizen langs en drukte op de bel. Maar nog voordat ik aanbelde, overviel me het gevoel dat er iets niet klopte.
JE LEEST
Voetbal als leven
Teen FictionEen Nederlandse jongen is het in Nederland door uiteenlopende redenen helemaal zat. Hij besluit om te vertrekken en in het buitenland zijn geld te verdienen als voetballer. Maar het loopt allemaal heel anders dan hij vooraf bedacht heeft en dat heef...