Hoofdstuk 8.3 | Kieran

301 29 58
                                    


[ Opgedragen aan J0J0_0 

Alvast mijn excuses voor de spelfouten en de abrupte overgangen. Ik pas dit hoofdstuk nog wel een keer aan tijdens het herschrijven. 

***

Onbekommerd tast ik Pax af, me afvragend of ik weer terugval in oude gewoontes. Stilzwijgend gun ik het mezelf om zijn verschijning op me te laten inwerken, hem te vergelijken met de jongens waarmee ik in voorgaande jaren mijn lippen heb verzegeld. De conclusie dat Pax geen enkel raakvlak heeft met mijn vorige liefdes is al snel getrokken. Pax heeft geen perfecte gebit, de twee voorste tanden zijn oneven, liggen wat over elkaar heen. Hij is smal, haast slungelig te noemen. Met een volle bos ongekamd haar, waarvan een aantal dikke plukken in zijn gezicht vallen en zijn ronde oren half bedelven. Een gekromde rug, een hint van spieren onder de uitgerekte, zwarte mouwen van zijn shirt, overgaand in de contouren van een mes. Slanke, brede vingers die zich rond de zaklamp sluiten, tot het vlees afgebeten nagels. Lage, rechte wenkbrauwen, de rechter doorbroken door de aanwezigheid van een klein litteken. Littekens, bezaaid met littekens, in plaats van een egale huid. Diepliggende ogen, omrand met blauw, die abrupt mijn gestaar onderbreken.

'Als je dat licht uit m'n oog wil halen, dan zou dat fijn zijn.'

'Sorry,' lach ik.

'Wat is er zo grappig?'

'Niets, hoor. Het klinkt alleen zo beleefd. Normaal kun je geen zin zeggen of er vliegen al drie scheldwoorden uit.' De uitspraak heeft mijn mond al verlaten, voordat ik het goed en wel door heb.

Verontwaardigd slaat Pax zijn armen over elkaar. 'Overdrijven is ook een vak, Kiki Kat.'

Inmiddels is hij zo dichtbij dat ik zijn hand tegen mijn vaders leren jack – dat ik strak om mijn middel heb geknoopt - kan voelen slaan. Ritmisch, tot hij mijn duim schampt en abrupt zijn arm wegtrekt.

Ik pik een zinderende tensie op, een spanningsveld. Het is of we ons samen op glad ijs begeven. Alsof we het dunne laagje bevroren water met onze tenen aanraken, overwegend of het dik genoeg is om ons te kunnen houden, of dat we er met ons volle gewicht doorheen zullen zakken en gedoemd zijn tot een plons in het vrieswater. Zo, bemerk ik, voel ik me al sinds ik besloot de achtervolging in te zetten, niet wetend waarom. Even overweeg ik om weer een stilte te laten vallen, om zwijgzaam onze weg langs de bergketen voort te zetten. Maar dan bespeur, in het licht van mijn lamp, de nieuwsgierige, afwachtende flikkering die over Pax zijn gelaat trekt. ''Wat ga je doen, Kiki Kat?'' Ik kan het van hem aflezen. Uitdaging gemengd met angst, hij toont het weer, geeft zo de doorslag. Adem ingehouden besluit ik een bevriezende duik in het water te riskeren. Er is geen terugkeren meer mogelijk.

Met één flinke zucht drijf ik al mijn spanning uit en doe ik vervolgens mijn beste imitatie van Pax' ongefilterde, platte Erasiaanse accent. 'Als je godverdomme dat verdomde klotelicht nu niet uit m'n ogen haalt, dan trap ik zo verdomd hard tegen je hol dat Dok drie dagen nodig heeft om al m'n tenen uit je gore bek te vissen!'

'Zo klink ik niet,' protesteert hij. Uit het veld geslagen verlaagt hij zijn onderkaak, bijna niet te merken, maar het geeft me net dat zetje om door te gaan.

'Echt niet? Ik vond het anders aardig in de buurt komen.' Zangerig spreek ik het uit, waarna ik mijn schreeuwerige imitatie act voortzet, deze keer inclusief bijpassende handgebaren. 'Doe verdomme die verdomde poort open, Morey! Verdomde trut, verdomme!'

'Oké, oké,' overgevend heft Pax zijn armen,' nu is het wel weer –'

'Hou, verd-'

'Sard! Kap 'ns!' Kribbig versneld hij zijn pas, waardoor een vlaag stuifzand zich met mijn weinige speeksel vermengt. Proefde mijn mond al naar een zandbak, worden mijn smaakpapillen nu door een gehele woestijn geteisterd. Proestend schraap ik mijn nagels over mijn ruwe tong en weet ondertussen Pax nog en redelijk opgewekte ''nee'' toe te werpen.

NecropolisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu