[ Opgedragen aan Casuelle, omdat het kan. ]
'Tien voor de ledematen. Twintig punten voor torso. Dertig voor het hart.' Terwijl we ons een weg maken door de drommende massa kan ik Cas zijn onregelmatige ademhaling tegen mijn kaak voelen slaan. Onze rechterarmen strijken langs elkaar als we de woning van eenogige Jones voorbijgaan.
Van buitenaf zien ik dat Jones, al in zichzelf pratend, druk in de weer is om al zijn gestookte drank de deur uit te loodsen. Zijn ene bloeddoorlopen oogbol kijkt me samenknijpend aan als hij opmerkt dat ik mijn aandacht iets te lang op zijn brouwsels gevestigd houd.
De aanblik van alle gekurkte flessen, met hun even felle inhoud, laat me watertanden. Zwak verlicht door het flikkerende lichtpeertje in de hal staan ze voor Jones zijn voordeur, midden op de beschimmelde welkomstmat. Kletterend vallen ze tegen elkaar als Jones er zonder enige voorzichtigheid nog een lading flessen neerzet.
De drang om er een of twee op te pakken moet ik al zuchtend uit mijn hoofd schudden. Drank is belangrijk, alleen niet zo belangrijk dat ik het risico wil nemen mijn hand te verliezen.
De laatste keer dat de eenogige stadsgek een dief op heterdaad betrapte, heeft hij hem herhaaldelijk met een zakmes in zijn fikken gestoken. Iets waar Jones zonder enige problemen mee weg kon komen. De hele stad is immers afhankelijk van zijn alcoholbrouwsels. Dat is dan ook gelijk de reden hoe een stadsgek tegelijkertijd gezien kan worden als de grootste held die Eras ooit gekend heeft.
Met pijn in mijn hart laat ik de grootste drankvoorraad die ik ooit heb mogen aanschouwen ver achter me, met de gedachte dat ik mijn handen liever aan mijn polsen bevestigd houd.
Alhoewel Cas door heeft dat ik me geestelijk nog steeds bij Jones zijn stooksels bevind, gaat hij onverstoorbaar verder met praten. 'Veertig per oog die je eruit weet te knallen, vijftig als je ze midden in het voorhoofd raakt en honderd als je hun hoofd volledig van hun romp weet te scheiden.'
Puntenknaller, zoals Cas het nog altijd steevast noemt, is zolang ik in Eras woon een van onze grootste bezigheden. Naast het plaatsen van onschuldige explosieven, de wekelijkse rattengevechten in het Slachthuis en onze vaste drinkavonden is het spel favoriet. Wat begonnen is met het afschieten van raven is in tien jaar getransformeerd in het omleggen van Necro's en het tarten van het Groene Leger door ze vanaf een afstand onder vuur te nemen. Een spel waar doorgaans veel bloedspetters en gorigheid bij komt kijken, tot grote ergernis van Cas zijn moeder. Voor haar overlijden heeft ze altijd met veel gescheld en gefoeter de drek van onze kleren geschrobd. Altijd luidkeels dreigend dat, als ze erachter kwam dat we ons nog één keer buiten de stadsmuren begaven, ze er hoogstpersoonlijk voor zou zorgen dat Dec ons tot het einde der tijden rattenschijt zou laten scheppen. Gelukkig is het daar nooit van gekomen. Dec zijn broer Roman heeft ons steeds weten te redden van een eeuwigheid in de stront.
'De verliezer neemt voor de komende drie weken de wachtdiensten van de winnaar over.'
'We weten allebei wie er gaat winnen,' zeg ik, al springend over het eerste lijk dat voor mijn voeten ligt. Het gezicht van de persoon is volledig onherkenbaar door de manier waarop hij is toegetakeld, een en al messneden en blauwe plekken. Een gapend gat op de plek waar eens het rechteroog moet hebben gezeten staart me leeg aan. Het korte haar op de losse schedel is het enige waaraan ik in één oogopslag kan afleiden het hier gaat om een man gaat.
Direct zie ik hoe Cas zijn triomfantelijke grijns vertrekt tot een strakke streep. Het duurt even voordat hij op mijn provocatie ingaat en zonder zijn gebruikelijke enthousiasme zegt: 'We zullen zien, Pax. Moge de beste schutter winnen.'
JE LEEST
Necropolis
Ficțiune științifico-fantastică❝ Helaas komt in dit hellehol aan alles op den duur wel een eind. Zo kwam het dat de realiteit ook Kieran in zijn greep kreeg. Alles veranderde voor hem toen we zijn ouders opaten.❞ Edon, ooit een machtig en glorieus rijk, vergaan tot een naa...