Hoofdstuk 15.2 | Pax

55 8 13
                                    

Life had me like this, so yeah

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Life had me like this, so yeah. :') Ik doe m'n best. Nu heb ik het schrijf-virus weer te pakken en ik heb weer zin in lezen dus verwacht me iets vaker tegen te komen hier op Wattpad. Voor nu ... Lees in dit hoofdstukje wat mijn kleine Necropolis vrienden aan vrolijkheden zullen beleven!

* * * 

We strompelen naar buiten, alleen om onszelf, met een noodgang, in een volgende rotsituatie te storten.

De zon is zich een weg omhoog aan het kruipen. Het scherpe licht snijdt zich recht in mijn ogen. De pijn in mijn hoofd voedt erop. Zelfs als ik mijn oogleden sluit, weet het zonlicht me te tarten. Voor een seconde sta ik half blind in de deuropening, voor we in beweging komen. Of nee, het is Kieran die mij in beweging brengt. Met bibberende stem geruststellingen sprekend. 'We gaan hier wegkomen, Pax. Ik haal ons hier weg.'

Wanneer mijn zicht besluit terug te komen vouwt het stadsplein op me in. Het beeld tuimelt. De pulserende pijn die vanuit mijn slaap richting mijn kaak trekt maakt alles wazig. De brandende sensatie op mijn arm weet ik met een aantal vloeken in zijn kiem te grijpen en uit te doven.

'Ik denk niet dat ik je kan dragen. Probeer alsjeblieft rechtop te lopen. Gewoon een beetje verder. Het is niet ver meer.' Hij klinkt niet overtuigend, eerder op de rand van een traanuitbarsting.

'Stop met zorgen maken, ik red me wel,' zeg ik loom, terwijl ik Kieran als kruk gebruik om niet uit balans te raken. Ik probeer hem te helpen, mezelf zoveel mogelijk te sturen. Maar er lijkt een draad , een vanuit mijn doorgekookte hersenen richting mijn ledematen, volledig geknakt te zijn. Alsof een stel ratten erop hebben geknaagd en nu met zijn duizenden door mijn schedel heen dartelen. Is dit hoe een hersenbeschadiging voelt?

We bewegen ons als één, half rennend, half strompelend. Langs smeulende ashopen, jankende kinderen en brokken hout die eens onderdeel moeten zijn geweest van een huis. Angstige ratten schieten langs mijn voeten. De wachthonden, opgejaagd door de geur van vuur, zijn losgebroken uit het Slachthuis en begeven zich tussen de menigte. 'Heb jij Mortus ergens gezien?'

'Mus? Nee.' Kierans blik staat op oneindig, lijkt de beelden om hem heen te blokkeren.

Hem roepen zal niet werken. De Legionairs zetten de hele stad op zijn kop. Het hele gebeuren overzien door de langwerpige schaduw die de galg op het stadsplein werpt. Chaos sluipt op ons in. Klemmend, alarmerend. De gehele stad ondergedompeld in geschreeuw, achtervolgt door een vlaag van brandend vlees. We duiken onder ledematen door, worden haast verdrukt in het gedram. Kieran laat zijn grip om mijn middel geen seconde verslappen. De vieze geur rondom laat mijn nekharen overeind springen. Durf het je te herinneren. Waag het je te herinneren. Aan mijn linkerkant ligt een onherkenbaar en verkoold mensenlijf. En nog een, en nog een. Allemaal levend door vlammen opgevreten. Zag mijn moeder er net zo uit? Stukken kleding in haar huid gesmolten. Een verkoold ... zwartgeblakerd ... stuk vlees? Zelfs geen herkenbaar persoon meer?

NecropolisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu