De volgende dag word ik wakker van het geluid van stromend water. Ik kijk om me heen en zie Jack en Cat bij het riviertje zitten te praten. Vreemd, ik kan me niet herinneren dat het zo'n groot riviertje was. Ik sta op en loop naar Cat toe en geef haar een knuffel. Ik heb al lang niet zo goed meer geslapen, en ben in een goed humeur. De storm is gelukkig over, en ik begin wat rond te lopen om de grot te verkennen. Ik zie behalve de kant waar we naar binnen gelopen zijn, geen andere gang. Ik loop naar de gang toe, en kijk erdoorheen. In de verte hoor ik gerommel. Ik tuur door de donkere gang. In de verte zie ik beweging.
Terwijl ik in de verte tuur, bekruipt mij een angstig gevoel. Ik kijk naar beneden, naar het water dat de gang uit loopt, en mijn gympen kletsnat maakt. Het volgende moment word ik achterover geblazen door een enorme golf water. Ik hoor Cat gillen, dan verdwijn ik onder water. Een paar seconden later kom ik proestend weer boven, en kijk om me heen. Ik probeer naar Cat en Jack te zwemmen, maar het lijkt wel of het water me naar beneden zuigt. Angstig zoek ik naar een uitgang. Naar boven, dreunt het in mijn hoofd, boven water blijven. Ik zie Jack naar boven wijzen, naar de bovenkant van de grot. Ik tuur in de verte, en zie een gat waar licht doorheen schijnt! Daar moeten we heen, dat is de enige manier om de grot uit te komen. Het water staat nu tot halverwege de grot, en ik probeer naar Jack en Cat te zwemmen. Als ik bij ze aankom pakt Jack mijn hand, en sleurt me door het water. Cat pakt zich handig vast aan uitsteeksels in de wand van de grot, en klimt zo omhoog. Wij volgen haar voorbeeld. Ik kan bijna niet meer, als we eindelijk bij het gat aankomen. Beneden ons kolkt het water. Cat klimt als eerste uit het gat, daarna volgt Jack, die mij er ook uit trekt. Uitgeput laat ik me neervallen. Er gaat ook geen dag voorbij, dat we niet de scrhrik van ons leven krijgen door een of ander stom gevolg van die stormen. Ik laat de zonnestralen mijn gezicht verwarmen.
Terwijl ik op de grond zit, staar ik in de verte, daar zijn de gevolgen van de storm duidelijk te zien. Er staat niks meer overeind, en de grond is grijs en grauw. Hier en daar zitten enorme scheuren in de grond, waaruit paarse dampen omhoogkomen. Aan de andere kant van mij, reizen de bergen omhoog. Daar ergens ligt de bunker waar we naar op zoek zijn. Cat komt naast me zitten en pakt mijn hand. Met verdrietige ogen kijkt ze me aan. "Aubrey', zegt ze aarzelend, "wat denk je dat er met mijn vader en moeder gebeurt is?". Ik slik, en kijk de andere kant op. Dit is precies de vraag, die ik al zo lang probeer te verdringen, wat me ook aardig gelukt was. "Ik weet het niet Cat, maar ik hoop dat ze ergens verderop zijn, en daar op ons wachten". Ze legt haar hoofd op mijn schoot, en ik veeg de tranen van haar wangen. Even later ligt ze vredig te slapen. Ik leg haar in het gras, en loop naar Jack toe, om te kijken wat hij aan het doen is.
Hij zit wat te prutsen met een stok en zijn zakmes. "We moeten eten hebben', zegt hij als ik hem vraag wat hij doet. "Jij en Cat worden met de dag magerder, en dat kan ik niet aanzien". "Ik ga proberen een speer te maken, om vissen aan te spiesen." In het riviertje waar hij naast zit, zie ik inderdaad kleine visjes langskomen. "Zal ik een dam maken? Zodat de vissen in een stilstaand stukje water komen?" Hij knikt enthousiast, "Goed plan!" Terwijl ik stenen zoek, en een goeie dam probeer te maken, maakt hij met zijn zakmes een scherpe punt aan de stok. De poel is nu best groot, en er zitten veel kleine visjes in, die schichtig heen en weer schieten. Jack komt naast me staan, en geeft mij de stok. "Dames gaan voor", zegt hij met een glimlach. Ik pak de stok aan, en concentreer me op een visje. Dan steek ik razendsnel de stok in het water. Net mis! Ook Jack steekt mis, en ik krijg de stok weer. Ik begin plezier te krijgen in ons spel, het is lang geleden dat ik me vrolijk heb gevoeld. Ik concentreer me op een visje, wacht tot hij langszwemt, en steek dan de stok in het water. Weer mis. De vis zwemt vrolijk verder, en met een spijtig gezicht geef ik de stok aan Jack. "Je doet het helemaal verkeerd", zegt hij met een wijs gezicht. Kijk zo moet het... Hij buigt voorover met de stok recht voor zich, en steekt hem in het water. Dan glijdt hij uit, en valt voorover in de poel.
Drijfnat, en met een beteuterd gezicht komt hij overeind. Ik lig dubbel van het lachen. Ik pak Jacks hand aan, maar in plaats van dat ik hem overeind trek, trekt hij mij ook de poel in. Lachend liggen we samen in het water. Ik spat water in zijn gezicht, en hij duwt mijn hoofd onder water. Proestend kom ik boven, terwijl ik hem aankijk gebeurt er iets. Hij komt met zijn gezicht vlak voor de mijne, en geeft me dan een kus op mijn mond. Verward kijk ik hem aan, en hij draait verschrikt zijn hoofd weg. "Sorry, sorry dat was fout" mompelt hij. Mijn lippen gloeien nog na, en ik durf ze niet te bewegen. Het was mijn eerste kus geweest, en nu zegt hij dat het een fout was? Verward sta ik op, en loop weg. Wat is er nou net gebeurd? Heeft Jack mij echt gekust? Ik sta op en ga op een rots zitten. Ik kijk niet meer om naar Jack, en ziet niet dat hij me verdrietig nakijkt.
Een tijdje later hoor ik Cat wakker worden. Ze pakt de speer, en probeert ook een visje te vangen. In tegenstelling tot Jack en ik duurt het bij haar niet lang, of ze heeft al een hele stapel visjes. Jack maakt een vuurtje, en maakt voor ons allebei wat eten klaar. Cat komt bij mij zitten, en geeft me opgetogen een visje. "Deze moet je proberen ze zijn zo lekker!"zegt ze verrukt. Van haar sombere bui van vanmorgen is niks meer te merken. Ik pak het visje aan, en neem een hap. Ik proef de zoute zachte smaak in mijn mond, en voel hoe leeg mijn maag is. Ik schrok de rest van het visje in één keer naar binnen. En veeg voldaan mijn mond af. Cat trekt me mee, "kijk er zijn er nog veel meer.". En ik krijg nog een visje in mijn hand geduwd. Ik eet tot ik zo vol zit dat ik niks meer kan zeggen. "Goed gedaan Cat" zeg ik, en trots kijk ik haar aan. Het eten was even een goede afleiding, maar de sombere gevoelens komen al snel weer terug. Ik zoek een plekje uit, en ga slapen. "Morgen trekken we weer verder, dus slaap allebei goed", hoor ik Jack nog zeggen. De rest hoor ik niet meer, want ik val in een diepe slaap.
Heeey weer nieuwe update :) ik heb hem wat langer gemaakt dan normaal, ander is alles zo kort haha (het verhaal was gewoon 1234 woorden XD :) Ik hoop dat jullie het weer leuk vinden, vergeet niet te commenten/voten. Ik merk wel dat ik steeds minder reads krijg, dus hebben jullie nog tips om mijn verhaal te verbeteren? xxx
YOU ARE READING
Together we'll make it!
Genç KurguAmerika wordt getroffen door vreselijke stormen, duizenden mensen sterfen aan de meest vreselijke dingen. Ga mee met Aubrey in haar strijd om de stormen te overleven. Zal ze haar bestemming veilig halen? En wie is Jack, en wat voelt ze voor hem? Lee...