Samen staan we sterk, toch?

100 11 5
                                    

Goed, daar loop ik dan. Niet wetend waar ik heen ga. Ik loop maar gewoon achter Jack en Cat aan. Terwijl ik hun gesprekken aanhoor, hou ik de omgeving goed in de gaten. Ik heb het gevoel dat we gevolgd worden, en mijn gevoel heeft me nog nooit bedrogen. Na een tijdje stoppen Jack en Cat bij een huis. We zijn inmiddels buiten New York, en komen nu in natuurgebieden, met af en toe een boerderij. Of een klein huisje, waar we nu bij staan. De stormen zijn hier ook al geweest, maar wonder boven wonder staat de boerderij nog overeind. Er is geen levende ziel te bekennen, dus de mensen zijn er waarschijnlijk vandoor.

Ik wil net beginnen over mijn gevoel dat we gevolgd worden, als Jack me in de rede valt. 'Ga het huis binnen en pak zoveel eten als je kunt dragen, misschien nog wat dekens, en trek warmere kleren aan. Het kan koud worden vannacht'. 'Blijven we niet in de boerderij?' vraag ik verbaasd. 'Ik wil vandaag zo ver mogelijk komen, desnoods neem ik Cat op mijn rug" zegt Jack.  Cat stelt eindelijk de vraag, die ik mezelf al zo lang afvraag. "Waar gaan we nou eigenlijk heen?". Jack kijkt haar aan, en zegt: 'in de bergen, is een bunker waar we veilig zijn. Niet veel mensen weten van het bestaan af, maar ik wel. Ik weet waar het is, en zal ons er naartoe brengen, zodat we veilig zijn."

Ik kijk naar de grote bergen in de verte. Ze zijn slechts een kleine stip aan de horizon. Zullen we dat redden? Het kan nog wel weken duren voor we daar zijn. Jack lijkt mijn gedachten te kunnen lezen, "als we samenwerken, moet het kunnen!" Zijn positieve gedachten slaan op Cat en mij over, we zijn met zn drieën we kunnen elkaar helpen. 

Cat is erg moe, dus Jack tilt haar op en neemt haar op zijn rug. Zo lopen we verder. Jack vertelt ons verhalen, en terwijl ik luister bestudeer ik hem aandachtig. Hij is best knap, eigenlijk. En zo zorgzaam, ik bestudeer zijn ogen, die bruin zijn met kleine groene stipjes erin. Ik bekijk de vorm van zijn gezicht, de harde uitdrukking, die zo snel kan veranderen in een zachte uitdrukking als hij over fijne dingen praat. Ik kijk naar zijn lippen die bewegen als hij praat, ik voel dat mijn hart sneller begint te kloppen als hij mij aankijkt....

Wacht, wat is dit? Ik kan niet verliefd op Jack worden, niet nu, nu we in zo'n kansloze situatie zitten. Verliefd word je als je een gewoon leven hebt en niet als je achterna gezeten wordt door een storm en elk moment dood kan zijn. Ik schud mijn hoofd en richt mijn blik op de grond, tot Jack zegt dat we kunnen stoppen. We zijn bij een kleine weide uitgekomen. Uitgeput laat hij Cat van zijn schouders glijden, en gaat op de grond liggen.

De zon is inmiddels ondergegaan, en het begint donker te worden. "Ik blijf wakker en hou de wacht, stel dat er een storm aankomt, dan maak ik jullie wakker". Uitgeput knikt Jack, en laat zich op de grond zakken, de kleine Cat nestelt zich dicht tegen hem aan. Ongelooflijk wat een sterke band je kan krijgen met mensen in een korte tijd. Ik probeer een paar pogingen te doen om een kampvuur te maken, maar geef het dan op. Tot ongeveer middernacht moet ik wacht houden, dan kan ik gaan slapen en neemt Jack het van mij over.

Ik ga naast Cat zitten, en aai haar over haar voorhoofd terwijl ze ligt te slapen. Jack en ik zijn zonder dat we het doorhebben zo gehecht geraakt aan Cat. Terwijl ik na zit te denken voel ik mijn oogleden zwaarder worden. Nee, ik moet wakker blijven, spreek ik mezelf toe. Ik kan niet in slaap vallen, ik kan niet in slaap vallen. Eén keer hoor ik geritsel in de struiken, ik spits mijn oren, maar de minute daarna hoor ik niks meer. Het zal wel een illusie zijn. Ik had niet kunnen weten dat later het tegendeel bewezen zou worden.Ik merk dat mijn ogen steeds vaker dichtvallen, ik probeer wakker te blijven, ik probeer het echt. Maar niet goed genoeg, want de moeheid neemt het van me over, en ik val in een diepe slaap. 

Ik word wakker van gegil in mijn oor. "Aubrey, Aubrey, Aubrey word wakker". Ik open mijn ogen en zie dat het nog steeds donker is, dan word ik door Jack overeind getrokken. "Snel, ren voor je leven". Slaapdronken kijk ik achterom, en zie een leger groene lichtjes op me afkomen. Ik weet niet wat het is, maar meer was er niet nodig om me wakker te krijgen. Met een gil ren ik achter Jack aan. En Cat, wacht.. waar is Cat!?

Together we'll make it!Where stories live. Discover now