55// raap jezelf bijelkaar

193 11 3
                                    

Pov Savanna

'Judith wil dat je haar even vast houdt.' lacht Carl als Judith met haar handjes naar me toe reikt. Ik lach even en pak haar over. 'De mensen hier zijn echt gek op Judith.' zeg ik. 'Ja, en ik geloof dat Judith geniet van de aandacht.' lacht hij. Ik ga voor hem staan. 'Ik hou van je.' zeg ik en geef hem een zoen. Ik voel hoe hij zijn armen om mijn middel. 'Ik hou ook van jou.' zegt hij. Ik vlecht mijn vingers door die van hem en zo lopen we over de straten van Alexandria.

'Zijn er veel kinderen?' vraagt Carl. 'Ron, Sam, Enid, Cody, Jayden en Sarah. Dan wij nog samen met Skyler en Aria.' zeg ik. 'We hebben nu ineens zoveel tijd.' zegt Carl. 'Tijd voor ons samen.' zeg ik zacht. 'Inderdaad. Tijd voor ons.' zegt Hij. Ik glimlach even. Hand in hand lopen we terug naar huis. We geven Judith aan Rick en lopen weer naar buiten. 'Zullen we wat rond lopen in het bos?' vraag ik. 'Goed idee.' zegt hij.

We lopen naar de poort. 'Jullie mogen niet naar buiten.' zegt Aiden. 'Doe normaal, ik was veertien en heb daar twee jaar alleen rond gelopen dus wat nou jullie mogen niet naar buiten.' roep ik boos. Carl legt zijn hand op mijn schouder. 'Je laat ons nu naar buiten. Zo niet dan, sla ik je.' roep ik. 'Moet ik bang zijn voor een meisje?' lacht hij. Woede begint te borrelen. Ik hef mijn hand maar Carl houdt me tegen. 'Aiden, laat ze naar buiten.' roept de stem van Deanna. Ze komt aan lopen met onze wapens. Ik pak het van haar over. Ik steek het mes in mijn broekband en mijn pistool in mijn holster.

Mokkend trekt Aiden het hek open. Samen met Carl loop ik naar buiten. Ik trek Carl mee en begin te rennen. Het is fijn hier buiten te zijn. Ik weet niet waarom maar het is fijn. Ik wil niet zwak en slap worden door als maar daar binnen de poorten te zijn.

Ik spring op een steen en kijk naar het kabbelende beekje. 'Ik dacht dat ik blij zou zijn als ik Jayden zou vinden maar dat ben ik helemaal niet. Hij is veranderd. Op een slechte manier.' zeg ik zacht. 'Dat geeft niet. Je had Violet iets belooft en je hebt ze gevonden.' zegt Carl. 'Violet is er niet meer.' zeg ik en draai mijn hoofd weg.

'Weet je, het was ook te mooi om waar te zijn. Ik samen met mijn zusje. Ik dacht dat ik samen met haar de hele wereld aan kon. Maar ik had het mis Carl.' zeg ik. 'Dat geeft ook niet. Iedereen maakt fouten. Maar je bent nu hier. Je staat er nog. Je leeft nog Savanna. Zoals je eerder zei, we moeten ons focussen op de toekomst. Het wordt een mooie toekomst samen in Alexandria.' zegt hij. Ik blijf stil en vecht tegen de tranen die in mijn ogen staan.

'Stil eens.' mompel ik zacht. Ik trek mijn pistool uit het holster en richt hem op de bosjes. 'Kom eruit.' roep ik hard. 'Hoe kun je nou weten dat ik een mens was?' roept Jayden en hij komt uit de bosjes gelopen. 'Na bijna drie jaar rond te hebben gelopen, kan ik walkers wel van mensen onderscheiden. Maar wat doe je hier en waarom volg je ons?' roep ik.

'Dat maakt niet uit oké, niks maakt nog uit. Jij bent degene hier die veranderd is. Waar is dat kleine lieve meisje gebleven?' schreeuwt hij. 'Dat klopt, ik ben veranderd. Dat kleine lieve meisje is er niet meer. Ik ben alles kwijt geraakt Jayden. Mijn ouders, mijn zusje, de boerderij en andere mensen waar ik van hield. Jij daarin tegen hebt alles nog. Je vader, je moeder, je broertje en je zus. Jij mag blij zijn.' snauw ik. Met tranen in mijn ogen draai ik me om.

Zo snel mogelijk als ik kan, ren ik weg. Na een tijd laat ik me verslagen op de grond vallen. Ik ben alles kwijt. Hij heeft gelijk. Ik ben veranderd. Ik kan dit zo niet langer. Ik trek voorzichtig mijn pistool als ik zacht wat geritsel achter me hoor. 'Sta op, raap je zelf bij elkaar.' roept de stem van Aiden. Ik sta op en onverwachts geef ik hem een klap met de loop van mijn pistool.

'Heb je nu nog grote praat?' groep ik. Hij krabbelt overeind. 'Noem me nooit meer een klein meisje. Ik weet je te vinden Aiden.' zeg ik en loop verder.

He saved me ft Carl Grimes (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu