hoofdstuk 2

102 11 0
                                    

We zitten in de auto. Mijn moeder rijd en naast haar zit mijn oma op de bijrijder stoel en mijn broer en ik zitten samen op de achterbank. Mijn oma en moeder zijn een beetje aan het praten terwijl mijn broer en ik gewoon uit het raam kijken. Ik denk terug aan al die leuke tijden met mijn vader. Hoe hij me zijn motor liet zien en hoe ik er als 5 jarige op mocht zitten. Er glijd een traan over mijn wang. Ik voel dat mijn broer mijn hand pakt. Ik draai me naar hem om en hij knijpt in mijn hand. 'Het komt goed, Mar, het komt allemaal altijd goed.' Hij veegt de tranen van mijn gezicht en kijkt weer naar buiten. Als we bij het uitvaart gebouw aankomen stappen we uit. We lopen naar de deur en geven de uitvaart ondernemer een hand. We lopen met haar mee naar de koel cellen. Daar staat een kist zonder deksel. Daar ligt hij dan. Nu voelt het allemaal zo echt. Mijn vader. Mijn lieve gekke vader die ik hierna nooit meer zie. Alleen op foto's. Ik schuifel samen met mijn broer naar de kist waar we elkaars hand pakken. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. Langzaam glijdt er een traan over mijn wang. Ik veeg hem weg. Daar ligt mijn vader. Ik had hem al een keer gezien, maar nu zo voor de begrafenis voelt het toch anders. Na een tijdje bij de kist te hebben gestaan lopen we met de kist naar buiten om hem in de begrafenis auto te rollen. Als de kist in de auto staat lopen wel naar de auto om op weg te gaan naar de kerk. De rit naar de kerk verloopt stil. Als we daar aankomen staan er al mensen. We tillen de kist uit de auto. Hij komt tegen mijn blauwe plek op mijn been. Ik zak een beetje in elkaar maar herstel me snel. We lopen met de kist de kerk in. Als we bij het altaar aan komen zetten we de kist neer. We gaan zitten op de banken. Eerst vertelt mijn moeder wat en mijn oma en dan moet ik naar voren komen....

Fucked UpWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu